De ontdekking van de hemel (Harry Mulisch)

Harry Mulisch en De ontdekking van de hemel. Onlangs nog in Humo vond Bart Van Den Bossche het een boek “om van begin tot einde omver van te vallen”.

Omver van de verveling, ja. En van de ergernis. Het enige voordeel dat het boek heeft, is dat het snel uitgelezen is. Maar mocht die stapel papier veroorzaakt zijn door een andere schrijver dan Mulisch in een ander taalgebied dat het onze, er zou niets meer van overblijven.

Gekunsteld, hoogdravend, houterig, breedsprakerig, betweterig, Magnum Opus my ass. De arrogantie van Mulisch (“kijk eens hoe veel ik weet! zie eens hoe handig ik een filosofische roman met een psychologische roman met een sleutelroman met een avonturenroman verweef! 65 hoofdstukken–is het iemand al opgevallen dat ik dit jaar precies 65 ben?! lijk ik zo niet een beetje op Dante?”) druipt van elke pagina af. Officier in de Orde van Oranje-Nassau indeed. Zilveren Erepenning van de Stad Amsterdam, ‘t is wat.

Het plot is achterlijk (lees gerust maar de samenvatting na), zelfs de onderdelen hebben een kinderachtige naam (“het begin van het begin”, “het einde van het begin”, “het begin van het einde” en –wait for it, wait for it– “het einde van het einde”).  De driehoek Onno/Ada/Max is ongeloofwaardig, het hele hoofdstuk Cuba is van een aan het onwaarschijnlijke grenzende saaiheid, deel twee (einde van het begin dus) is bij nader inzien compleet overbodig, wellicht was de situatie rond Ada in deel drie nuttig maar ik zou niet weten waarom, de jonge Quinten is een karikaturale non-persoon, de iets oudere Quinten een etter van een non-persoon, en de hele ontknoping leest als Umberto Eco maar dan in zeer dunne spoeling. En als men in het woordenboek naar une fin en queue de poisson gaat kijken, staat daar een hyperlink naar het einde van De ontdekking van de Hemel (het einde van “het einde van het einde”, als het ware, ha ha).

Om nog niet te spreken van de hele pseudo-wetenschappelijke klaptrap (Mulisch zou niet nalaten te vertellen dat dit een anglicisme is, dat het oorspronkelijke woord, claptrap, in 1799 voor het eerst gebruikt werd en zoveel betekent als “pretentieuze nonsens”): ontcijfering van het etruskisch! De discos van Phaistos! Quasars! DNA! Kijk eens hoe eclectisch mijn kennis!

Mulisch denkt zich duidelijk zowel thuis te voelen in gevoelens en persoonlijkheden als in wetenschap en filosofie, maar helaas: in het lichtere werk (het begin van “het begin van het begin”) klinkt alles gekunsteld en geforceerd, in de wetenschap laat hij steken vallen (met de discos van Phaistos als voorbeeld), in de grote ideeën is hij ondraaglijk hoogdravend, en op het einde van het boek weet de lezer niets meer over de personages dan in het begin.

Niet dat het die lezer dan nog wat kan schelen, want alvast mijn interesse was hij al lang voor het einde kwijt.

Afrader. Laten liggen. Lees Use Of Weapons of, als het echt moet, nog maar eens The Name of the Rose in de plaats.

24 reacties op “De ontdekking van de hemel (Harry Mulisch)”

  1. Toe maar. Ian M. Banks –obscure science-fiction-schrijver– aangeraden als alternatief voor pretentieuze literator Mulisch.

    Ik heb gehoord dat ‘Culture’ goed spul is maar ik heb er nog niks van gelezen. Alleen ‘The Wasp Factory’ van Ian Banks, wat vast van een heel ander slag is. Ik zal UoW hierdoor bovenaan in mijn te-kopen-lijstje zetten.

    Ik heb de ontdekking van de hemel in één ruk uitgelezen en er ontzettend van genoten. Verzachtende omstandigheden misschien dat ik toen nog op de middelbare school zat en op saaie vakantie was.

  2. Misschien was laat.
    Maar zalig boek volgens mij.
    Heb het ook gelezen, ik was niet verveeld en ik stoorde mij niet aan het feit dat er veel informatie in zit.
    Toegegeven het leest niet zo makkelijk als De Da Vinci code maar het bevat dan ook wel 100 keer meer informatie en behandelt veel zwaardere thema’s.
    En wat die pretentie betreft, het feit dat het boek reeds in vele talen vertraald werd en dat er ook mensen uit andere talen het een prachtboek vinden rechtvaardigd mss enige pretentie.

  3. Die pretentie zat al er al in vóór het boek vertaald werd.

    En dat het honderd keer meer informatie bevat en veel zwaardere thema’s behandelt dan de Da Vinci-code: tja.

    Rauwe endeldarm is wellicht ook veel lekkerder dan rottende oogleden, maar dat wil niet zeggen dat het in het absoluut ook lekker is natuurlijk.

  4. Zijn al die mensen die De Ontdekking van de Hemel gelezen hebben én het een prachtboek vonden dan ook arrogant? Dan is hij alvast niet alleen.

    Het hoofdstuk De Gouden Muur uit het boek is alleszins het krachtigste hoofdstuk dat ik ooit gelezen heb. Volgens mij een juiste en grondige verklaring van het fenomeen macht. En de gevolgen ervan.

    Harry Mulisch wéét veel. Laat hem toch veel weten. Hij doet er niemand kwaad mee, integendeel…
    Met die man zou ik graag wel eens een rum cola gaan drinken.

  5. positief: (deels) herkenbaar, realistische elementen, zet je aan tot nadenken
    negatief: soms ongeloofwaardig, vakjargon, langdradig

  6. Mijnheer Vuijlsteke

    In tegenstelling tot dat wat u suggereert is Mulisch in geen geval aanmatigend. Het tegengestelde is waar: Mulisch is een integer man en dat zijn eruditie u daardoor tegen de borst stoot toont uitsluitend aan dat het arrogante anti-intellectualisme in u een gewillige aanhanger gevonden heeft.

    Jan Jasper Mathé

  7. Oh, maar ik pretendeer niet dat ik gelijk heb, ik pas enkel mijn visie toe op uw tekst. Dat u mijn woorden echter reduceert tot louter drukdoenerij, maakt dat ik zal afzien van pogingen om u verder nog ‘onder de indruk te brengen’. No reason to get excited, maar dat had ik al zien aankomen.

  8. Ach, als ik echt ten gronde moet antwoorden… U zegt: “Mulisch is in geen geval aanmatigend”.

    Al dan niet aanmatigend zijn is geen absoluut gegeven. Als ik zeg dat ik Mulisch aanmatigend vind, dan is dat gewoon zo.

    “Mulisch is een integer man,” zegt u. Zeg ik het tegengestelde?

    U vervolgt met “…dat zijn eruditie u daardoor tegen de borst stuit…” Neen: zijn eruditie stoot me niet tegen de borst. Ik betwijfel niet dat de man erudiet is. Wat me tegen de borst stuit, is dat hij het zo herhaaldelijk en nadrukkelijk tentoon spreidt.

    A little goes a long way, in eruditie.

    Goed, uw premisse was dus verkeerd, maar “dat het arrogante anti-intellectualisme in [mij] een gewillige aanhanger gevonden heeft”? Verre van mij om anti-intellectualistisch te zijn. Verre van. Hoe kómt u daarbij?

  9. Allereerst bedankt voor uw reacties. Uit de rubriek ‘over mezelf’ begrijp ik dat u het erg druk hebt.

    Logisch bekeken mag u natuurlijk stellen dat iemand pretentieus is, het is een volkomen zinvolle uitspraak. Daar volg ik, maar het blijft persoonlijk. Dat iets is (in dit geval het al dan niet pretentieus zijn van Mulisch), zoals u het stelt, is geen ervaring. Ik vind dat Mulisch het recht heeft pretentieus te mogen zijn (niet dat ik hiermee beweer dat hij dat ook daadwerkelijk is) aangezien ik zijn werk wél goed vind. Dit taalspelletje daargelaten kan niemand ontkennen dat de man veel weet en dat hij met die kennis ook een opmerkelijk (boeiend) verhaal kan smeden.

    Mulisch is integer en hij heeft die integriteit opgebouwd door goede boeken te schrijven. In uw recensie maakt u de plot van ‘De ontdekking van de hemel’ met de grond gelijk, waarmee u toch een stukje van zijn integriteit aantast. Dat is uiteraard uw goed recht, zelfs een lid van de grote drie is niet onfeilbaar (al is dat wel een (weliswaar ironisch bedoelde) titel van een van ‘s mans werken).

    Ik ga ervan uit dat u graag boeken leest en wil vervolgens aannemen dat u daar ook graag iets uit bijleert (zoals ook ik). Of u moest het ideeëngoed van Nietzsche over het ‘lezen’ in extremis naleven. U wijst (terecht) op enkele losse eindjes die zich hier en daar jammer genoeg manifesteren binnen het verhaal. Dat is onvermijdelijk, maar evenwel ook te verwaarlozen; dit boek bevat zoveel wijsheid, dat ik het oprecht betreur dat u dat zomaar verwerpt als hoogdravende ‘klaptrap’. Ik geloof dat veel informatie noodzakelijk is als kariatide voor dit complexe en tegelijk zo verbeeldingrijke verhaal. U vermeldt dat het verhaal eclectisch is (filosofie, taal, wetenschap, psychologie, …), enige tentoonspreiding van geleerdheid is dan ook onvermijdelijk en lijkt me zelfs wenselijk om representatief te blijven, ondanks het fictieve karakter van het boek.

    De beschuldiging van anti-intellectualisme wil ik in ieder geval al afzwakken, het was een te vurige reactie. Ik word er in opiniestukjes al te vaak mee geconfronteerd, en als ik dan lees dat een literator als Mulisch ‘overdreven’ intelligent zou schrijven, evoqueert dat impulsieve gevoelens. Dat spijt me.

    Ik wens u ten slotte nog een goede nachtrust toe.

  10. Deze recensie is gewoonweg belachelijk of (aangezien je graag hoogdravend doet en moeilijke woorden gebruikt) ridicuul. Ik raad je aan je bestaan en je leven eens goed te bekijken en eens in te zien dat er meer is dat je niet weet dan dat je wel weet. Je hebt dus minder te betekenen dan je zelf denkt.

  11. Oeioei, het hollandofiele contingent of zo?

    Ik persoonlijk vind het een niemendalletje van een boek.

    Is daar iets op tegen? Mag ik me geen eigen opinie meer veroorloven?

    Ik vind het geen goed boek. Niet zo afgrijselijk tenenkrullend objectief slécht als Da Vinci Code, maar absoluut hoegenaamd op geen enkele manier een meesterwerk der literatuur. Zeer, zéér verre van.

    En met ondertussen zeven jaar afstand: nog altijd.

  12. Ik ben net begonnen aan het boek.
    Ben nu wel razend benieuwd na het lezen van jullie reacties.
    Michel, mag ik weten wat jij wel een goed boek vind?

  13. Geachte Mijnheer Vuijlsteke,

    Wat er ook zou kunnen mogen van zijn of desalnietemin door lezers al of niet zal kunnen onderwezen worden, via deze of andere interventies, graag wil ik gezien ik, net als u zo’n slecht vel ben, toch laten weten dat ik zopas vermelde en geroemde roman in de bus kreeg. Je kan ervan op aan dat ik met dubbel plezier desgevallend u van uw tegendeel niet zal lotgevallen, ik slapen, want onze democratie heeft me vandaag al meer dan genoeg kopzeer bezorgd.

    De beste groeten nog,

    Werner Van Nieuwenhove ….

  14. ‘Onlangs nog in Humo vind Bart Van Den Bossche het een boek “om van begin tot einde omver van te vallen”.’

    Vind met een d, en dit moet dan een intelligente recensie voorstellen. Zoek dringend iets anders om uw tijd mee te verspillen, meneer de zogezegde ‘recensent’. Of ga nog wat studeren op de dt-regel.

  15. Och here och God. Een spellingsfout — i in plaats van o, ze staan naast elkaar op mijn klavier — is voldoende om een opinie af te breken?

    Als u het niet eens bent met mijn opinie, zeg dan waarom of houd uw mond.

    Zoek, met andere woorden, dringend iets anders om uw tijd mee te verspillen, meneer de zogezegde “commentaargever”.

  16. De Ontdekking van de Hemel is een schitterend boek. Laat ik dat voorop stellen. Er zitten echter een paar storende fouten in.

    1. Mulisch weet niet hoe de pil werkt. Hilarisch in dit verband is de vraag van Onno op p. 265: “Ben je wel vaker te laat?” Een vrouw die de pil slikt, wordt altijd ongesteld na 21 dagen!

    Mulisch weet niet dat ook vrouwen die de pil slikken, in verwachting kunnen raken. Dan hoeven ze de pil maar één dag niet geslikt te hebben – of zich niet realiseren dat ze hem niet (door)geslikt hebben. Dat is wat met Ada had moeten gebeuren. Had haar na het turbulente avondje en misschien een daiquiri te veel, ‘s morgens een kater laten hebben en een onsmakelijk vet ontbijt voorgezet. Ze moet overgeven en realiseert zich niet dat ze ook de pil uitbraakt die ze een half uurtje tevoren heeft ingenomen, staande voor de wastafel om zich op te frissen en/of op te maken. Zoals veel vrouwen doen.

    De conceptie van Quinten is een dermate essentieel punt, dat het oerstom is om Ada in verwachting te laten raken doordat het bij de farmaceutische industrie “al net zo’n bende is als overal” (p. 265). Of door te suggereren dat Max’ zaad zo sterk was, dat de werking van de pil te niet was gedaan (p. 879). Allemaal enorme onzin. Heel jammer, want Mulisch had zich er zo gemakkelijk uit kunnen lullen.

    2. Op het moment dat Max de pasgeboren Quinten in de couveuse ziet liggen, weet hij meteen dat het zijn kind is. Mulisch schrijft: “Maar het opvallendst waren de ogen” (p. 425). Pas op het eind van het boek weten wij – de lezers – dat de moeder van Max net zo’n bijzondere ogen had: “- dat onbeschrijflijke lapis lazuli…” (p. 875). Max echter had zijn moeder meegemaakt tot hij een jaar of zeven, acht was, en: “Zijn moeder kon hij zich nog goed herinneren…” (p. 122), waarop een behoorlijk gedetailleerde beschrijving van zijn moeder volgt. Max had zich dus ook haar heel bijzondere, bijkans unieke ogen moeten herinneren. Foutje van Mulisch.

    3. De beschrijving van de dood van Helga is kennelijk een haastklus geweest. Op p. 585 wordt het even afgeraffeld. Haar stembanden waren doorgesneden ‘vermoedelijk door een verslaafde,’ maar Mulisch laat haar wel naar een telefooncel kruipen aan de overkant van de kade. Waarvoor? Ze kon toch niet praten!? Bovendien had ze zelf telefoon in huis (Onno belde haar op om samen naar de maanlanding te kijken). En als je er zo slecht aantoe bent en niet meer kunt praten, bel je de buren uit bed. Bovendien zijn drugsverslaafden mensen die stelen, liegen en bedriegen, maar het zijn nu juist geen geweldsmisdadigers, die Helga ‘meedogenloos’ zouden hebben bewerkt. Klopt allemaal geen donder van.

    Er zitten nog veel meer foutjes in het boek, maar dit zijn mijns inziens de drie belangrijkste.

    Verder is en blijft het een heerlijk boek.

  17. Na het lezen,op aandringen van veel mensen uit mijn omgeving,van “da vinci code” dacht en hoopte ik dat ik met het lezen van dit “meesterwerk” de smaak van ranzige dialogen en eendimensionale personages uit laatstgenoemde bestseller kon weg spoelen.Helaas heb ik het gevoel dat ik,na een pagina of dertig,een vervolg aan het lezen ben van DVC,even stationromannerig geschreven.Een meesterwerk?WF Hermans draait zich om in zijn graf!

  18. meneer vuijlsteke, voor het met uw vieze en stinkende olifantenpoten door mulisch zijn porselijnenkast te denderen verdient u het gevierendeeld te worden. De resten van uw erbarmelijk stoffelijk overshot kunnen aan de zwijnen worden gevoerd want die eten tenslotte al het vuilnis wat ze kunnen vinden..doe de wereld en ons en u zelf een groot plezier door het tijdelijke voor het tijdloze in te ruilen….doet u dat? ja? alsjeblieft?

Reacties zijn gesloten.