Note to self: nooit meer

Note to self: nooit meer de stad ingaan met geld op zak. Of bankkaarten. Of kredietkaarten.

Ik ben daarjuist nieuwe schoenen gaan kopen, of beter: Sandra heeft mij wetens en willens met geld op zak om schoenen gestuurd. Akkoord, de schoenen die ik had waren kapot (de buitenzool kwam los van de binnenzool en de bovenkant van de onderkant, als het regende werd mijn rechtervoet zeiknat). Maar ik moest twee keer langs de FNAC gaan! Eén keer in het gaan kijken of mijn loon al gestort was, en één keer met de wetenschap dat het loon gestort was en dat ik dus wel degelijk genoeg geld op de rekening had staan.

Ik ga dus de volgende keer met gepast geld en zonder omwegen naar de schoenenwinkel. Ik heb schandalig te veel geld uitgegeven.

Maar wel aan goeie dingen! Zoals daar zijn: een CD van Gülseren, de nieuwe boeken van Forta, de volledige reeks van I, Claudius op DVD, en alles van Brassens dat ik nog niet had.

Ik had al een hoop van Brassens, en het volledige werk op cassette gekopieerd van de prachtige met jute bekleedde LP-box die mijn jeugd aan de platenspeler bij mijn ouders gedomineerd heeft. En nu heb ik dus La Mauvaise Réputation, het volledige werk op CD in een jute-achtige box.

In het forum van de FNAC was er een mini-concert van Gülseren, een franse zangeres / cabarettière / percussioniste geboren in Turkije. Ik heb het concert zelf niet helemaal meegemakt wegens geen zin om met mijn armen vol pakjes in een kleine ruimte vol andere mensen te blijven staan, maar ik heb wel de hele voorbereiding van het concert meegemaakt. En ik heb er direkt mijn conclusie uit getrokken: als de weerlicht terug naar boven en (het enige) exemplaar van haar debuut-CD gekocht. Echt goed.

Ik heb dan ook maar Forta’s twee nieuwe boeken over ColdFusion MX gekocht, van Reality ColdFusion. Niet dat ik denk dat we er veel van gaan leren, maar bon, een mens weet maar nooit 🙂

En uiteraard I, Claudius. Ik herinner me dat van vroeger, toen we in de zomer nog naar het huis van mijn grootouders in Knokke gingen. We keken ‘s avonds naar het kleine zwartwit-tv-tje dat hier nu beneden in het achterhuis staat, en aan de zee konden we toen BBC ontvangen, dat in de rest van het land niet op de kabel zat. De kabel? Wat zeg ik, er wàs toen nog helemaal geen kabel! ‘t Is pas jaren later dat we zo’n convertorbakje met een roze legende erbij kregen, letters van A tot Z, het klak-klak-klak bij het verzetten van de kanalen, ha, waar is de tijd?

…maar ik vergeet wat ik aan het zeggen was: we keken ‘s avonds veel naar BBC, en net toen werd I, Claudius uitgezonden. Mijn broer en ik, vijf en zes, en geen woord Engels machtig behalve Neil Diamond-lyrics, keken er niet naar maar hebben het wel passief meegemaakt. Mijn ouders waren er weg van.

Thuis hadden mijn ouders elk hun bibliotheek op zolder, maar vreemd genoeg waren er een een paar boeken die jarenlang in hun slaapkamer bleven liggen. Eén van die boeken was een nederlandse vertaling van Graves’ boek, Ik Claudius, waar ik in de loop van de jaren keer op keer in begon, om het na een paar dagen proberen op te geven. (Een ander boek dat daar ook jaren heeft gelegen, was Creatief Visualiseren, een boek vol gruwelijke new age-zever, brr.)

In mijn tweede jaar humariora ging het in de les geschiedenis over het Romeinse Rijk. We hadden een fantastische leraar, Johan Stragier, die ons behandelde als waren we universiteitsstudenten, ex cathedra les gaf, zijn eigen afkortingssysteem had (kleine p voor plebejers, grote P voor patriciërs, CH voor Cursus Honorum, gaifzf voor geen aantekeningen in Fragmenta–onze grammatica, hij gaf ook Latijn–zoniet fotokopie), en als geen ander kon vertellen.

Hij gaf zó goed les en ik luisterde er zó geboeid naar dat mijn nota’s, om de één of andere reden in paarse inkt in een minuskuul eigeel notaboekje, serieus minder dan leesbaar en volledig waren. Voor het examen heb ik dan maar mijn toevlucht genomen tot een negentiende-eeuwse franse vertaling van Suetonius’ De Vita Caesarum in wel twintig met leer ingebonden delen (leve de bibliotheek van mijn vader).

Ik heb toen nog eens Ik Claudius bovengehaald, maar ik kan me niet herinneren dat ik er veel verder in geraakt ben.

Het is pas een paar jaar later dat ik langs een omweg tot I, Claudius gekomen ben. Via Aleister Crowley, om precies te zijn. Aleister Crowley, en van daar naar Madame Blavatsky, en van daar naar Frazer’s Golden Bough, en van daar naar Graves’s The White Goddess en King Jesus en Count Belisarius. En pas van daar naar I, Claudius en Claudius The God.

En moet het net dan zijn dat kanaaltwee, toen nog Ka2 en op zoek naar meerwaardekijkers en dus met goeie programmering, besloot om de serie opnieuw uit te zenden. Ik heb elke aflevering van begin tot einde enorm graag gezien. Come to think of it: ik was maar een paar jaar jonger dan mijn ouders toen zij er aan de zee naar keken, en het was op dezelfde TC, het zwartwit-ding dat hier nog beneden staat.

En nu heb ik dus alle dertien afleveringen op DVD. Ik zou eigenlijk de TV uit het achterhuis moeten halen en ze daarop bekijken.

Één reactie op “Note to self: nooit meer”

  1. Hallo.
    Ik heb zelf de serie ook gezien, en inmiddels op dvd.
    Ik heb het boek ook gehad, in het Nederlands, maar tijdens een verhuzing kwijtgeraakt.
    Weet u misschien waar het te koop, of te bestellen is?
    Vriendelijke groeten Frans

Reacties zijn gesloten.