De uroloog

Vorige week had ik gehoord dat er een afspraak was voor nu vrijdag en volgende maandag; zaterdag zei de uroloog zelf dat het zou lukken om me er tussen te nemen op dinsdag wegens alsdat er iemand weggevallen was, maar toen Sandra maandag om een aantal voorschriften ging op het secretariaat van urologie kreeg ze een briefje mee met afspraken toch de vrijdag en maandag.

Om tien uur vanmorgen: telefoon van het secretariaat van de uroloog, en of ik de afspraak niet vergeten was. Blijkt een fout geweest te zijn van het secretariaat, dubbel geboekte afspraak, verontschuldigingen all round, en of we alsnog zouden kunnen afkomen, zo snel mogelijk. Wij dus allemaal (alle vijf!) in zeven haasten aangekleed, in de auto gesprongen, mij afgezet aan het hospitaal.

De bedoeling van het onderzoek vandaag, en alvast op voorhand verschoning voor eventueel te grafische details, was te zien in hoeverre mijn blaasspier werkt. Te dien eind wordt de blaas geleegd, worden er electroden overal rond geplaatst, worden in alle openingen da unten sondes gestoken, en wordt de blaas langzaamaan gevuld met water. Waarbij het subject (in casu mezelve) moet zeggen wanneer hij voelt dat zijn blaas voller raakt, wanneer hij naar het toilet zou gaan, en wanneer het heel erg dringend wordt.

Op dat laatste ogenblik mag de proefpersoon proberen op eigen kracht naar het toilet gaan, waarbij de druk in de buikholte gemeten wordt, en de (denk ik toch) spiertonus van de blaas. Alles wordt in een computer opgeslagen, en de dokter krijgt een mooi rapportje.

Goed en slecht nieuws voor mij: de mechaniek werkt allemaal blijkbaar nog, alles is voldoende rekbaar en ik voel wel wanneer ik wat moet doen, mààr de spier doet helemaal niets. Rien de knots. En het zou zes maand of meer kunnen duren voor er wel iets gebeurt, of er zou helemaal niets meer kunnen gebeuren, meer dan dat kan de dokter niet zeggen. En dat ik nog eens op controle moet gaan, ergens in april.

Oh well.

Zo’n onderzoek, tenandere, is behoorlijk genant. Ahem.