Vanthilt

Dat is zó een slechte kwismaster, Marcel Vanthilt.

Nog naast het feit dat ik de indruk heb dat hij Quix dik tegen zijn goesting staat te doen, en het eigenlijk als beneden zijn waardigheid vindt, naast zijn voortdurend flauwe grappen waar niemand om kan lachen, is het gewoon zijn techniek die verkeerd is.

Het eindspel van Quix is dat de deelbemer een aantal vragen moet beantwoorden in een vaste tijd. Wat doet Vanthilt dan elke keer? Tijd verliezen. Al-tijd.

Voorbeeld. De vraag was iets als “wat is een oude naam voor Gent? denk aan de ham”. De kandidaat denk een seconden na, zegt an dat hij past. Vanthilt wacht een seconde, zegt dan “Ganda”, wacht nog een beetje, en dan “je weet wel, Ganda, zoals de Ganda ham hé”. Dan nog een beetje wachten, en dàn de volgende vraag.

Neen, zo moet dat niet. Het moet zo: vraag, “pas”, antwoord, volgende vraag. Niet wachten, niet uitweiden, geen grapjes, voortmaken!

Als de kandidaat het juiste antwoord geeft, is het trouwens minstens even erg: “hoe heet dat ding met die bollen in Brussel?” — “het atomium” — “juist, het atomium, in Brussel, jeweetwel, dat ding met van die bollen eraan, in Brussel, het atomium… [pauze] volgende vraag:…”

Om zot van te worden.

En naast tijd verliezen, nog zoiets dat mij zwaar op mijn zenuwen werkt: het lijkt alsof hij nooit voorbereid is. Het lijkt alsof hij de vragen op het moment zelf de allereerste keer ziet, met missprekingen en onduidelijkheden als gevolg. En dan telkens naar “de jury” roepen.

Tip: Ben Crabbé kan dat, want hij komt sympathiek over. Vanthilt niet.

En wat misschien nog het allerergste van al is, is dat hij niet eens de spelregels van zijn eigen spel kent.

Een tijdje geleden heeft hij “ontdekt” dat als hij de vraag aan het stellen was als de tijd net verlopen is, dat hij dan verder mag doen en dat de kandidaat nog mag antwoorden—het goede oude I’ve started so I’ll finish-principe van Mastermind.

Vandaag took the biscuit: hij heeft iemand de overwinning gekost omdat de spelregels niet duidelijk waren. De vraag (“hoe heet het gebedsgebouw van moslims”) viel net op de eindgong, en de kandidaat kwam niet meteen op het antwoord. Het was zo’n situatie van “het ligt op het puntje van mijn tong”, en Vanthilt was de mens aan het aanporren: “komaan! het gebedsgebouw van de moslims!” En een tijdje later: “het is.. een… mmmmm… mmmoooo…”

Die mens roept uit “een moskee!” — en Vanthilt: “ah jamaar, ik had het u bijna gezegd!” En ook wel: “jamaar, het duurde toch wel echt te lang”.

GRRR! Daarvoor, beste mensen van Quix, hebben ze in de betere kwisprogramma’s van die zoemertjes. Of belletjes. Of gongen. Zodat de kandidaat weet dat zijn bedenktijd over is.

Één reactie op “Vanthilt”

Reacties zijn gesloten.