Dixit

Gisteren in de auto, op weg terug van verjaardagsfeest naar huis, helemaal out of the blue:

Zelie (5): Ik weet wel wat een geest is: dat is iemand met alleen nog een baard en ogen en handen en voeten.

Ik: En de rest?

Zelie: De rest kan hij wegtoveren.

Ik: En wat is een spook dan?

Zelie: Iemand met een laken om zich heen! (natuurlijk! hoe achterlijk kon ik zijn)

Ik: En bestaan die alletwee?

Zelie: (gedecideerd) Nee. Ik geloof daar niet in.

Even stilte. Dan, al evenzeer out of the blue:

Louis (net 4): Een rendier heeft ogen maar ook poten. En een aap heeft handen en voeten en hij kan ook op zijn handen voeten kruipen.

Ik: En wat heeft een vis?

Louis: een vis heeft staarten.

Sandra: En wat nog?

Zelie: Ogen.

Louis: …gen.

Zelie: En vinnen.

Louis: …vinnen.

Zelie: En schubben.

Louis: …en schubben!

Sandra: En hoe ademen vissen?

Zelie: Door hun schubben!

Sandra: Nee, door hun kieuwen.

Zelie: En wat is dat, kieuwen?

Sandra: Papa, wat is dat, kieuwen?

Ik: (diep ademhalen) Weet je hoe wij ademen?

Zelie: met onze keel?

Ik: nee, kijk – als we inademen dan komt er lucht in onze longen, die zitten hier (wijst), en in onze longen zitten er allemaal kleine adertjes en die halen de zuurstof uit de lucht, want de zuurstof is wat we nodig hebben. En vissen die doen ook zoiets: in de kieuwen zitten er allemaal adertjes en die halen de zuurstof uit het water.

Louis: Ja! En vissen hebben ook ogen!

Zelie: (niet zo snel afgeleid) Wat is dat, zuurstof?

Ik: Zuurstof is een soort gas… Weet je wat een gas is?

Zelie: Nee… wat is een gas? (snel) Mama! Niet zeggen hé! Wat is een gas, papa?

Ik: (even mijn gedachten bij elkaar rapend)

Zelie: (zo rap of tel): Ha! Ge weet het niet precies?

Enfin, ik heb het haar uitgelegd, met vast en vloeibaar en gasvormig, hoe de dingen van vast naar vloeibaar gaan als ze warmer worden, en van vloeibaar naar vast als ze kouder worden (met ijs en water als voorbeeld), en hoe zaken van vloeibaar naar gasvormig gaan (met water en stoom als voorbeeld).

Zelie was niet overtuigd.

Op het einde van mijn uitleg:

Zelie: Er mag geen gas meer in de lucht komen. Want er zit een gat in de zon.

Sandra: nee, in de o-zon-laag.

Zelie: Wat is ozon?

Sandra: Wel, sommige soorten gas mogen niet in de lucht…

Zelie: Zoals van de auto. Je moet te voet gaan, of met de fiets.

Enzoverder, enzoverder. The fun never stops!

2 reacties op “Dixit”

  1. Allez gij, ik weet het wél 🙂

    Dat van dat ozon heb ik geen tijd voor gehad, maar dat van dat gas en vloeibaar en vast heb ik denk ik wel duidelijk uitgelegd. Enfin ja, als ik het nog een keer of vijf doe, zullen ze het wel alletwee begrijpen.

Reacties zijn gesloten.