Den duts

Ik zit er mee in, met Louis, soms.

Het lijkt soms alsof hij tussen de plooien van het gezin valt. Ik moet in alle geval mijn best doen om hem niet uit het oog te verliezen.

Nu, ‘t is niet altijd even eenvoudig met vier kinderen om ze allemaal de nodige aandacht te geven, en het moet gezegd: Louis maakt het ons ook niet altijd even gemakkelijk.

Hij had dat al als hij een baby was. Toen weende hij niet maar krijste hij, irritant-men-kan-niet-meer.

Dààr zijn we van af, maar nu is het iets anders dat enorm op de zenuwen werkt: hij weent voor het minste. En het is enorm moeilijk om daar zelf niet vreselijk nerveus van te worden.

Vanmiddag bijvoorbeeld: de borden worden uitgedeeld voor de spaghetti, Jan doet nog wat lastig omdat hij eerst een glazen kommetje wilt, en dan een jip en janneke-ding, maar niet goed weet welke kleur, en enfin twee minuten twijfelen later, zoeken en doen, pakt hij een gele, we zijn allemaal klaar om aan tafel te gaan… en plots zit Louis te wenen.

Aargh!

Ogenschijnlijk om géén reden, plots: sirene. Niet stilletjes snikken, maar echt meteen, volle kracht en langgerekt bleiren.

Onze reactie, afhankelijk van onder meer hoe moe we zijn, wat er de rest van de dag al gebeurd is en hoe lastig de andere drie zijn, komt er meestal op neer dat we hem met meer of minder geduld uitleggen dat het geen zier helpt om te wenen, dat er niets is om over te wenen en dat hij het gewoon moet vragen of zeggen als er iets is.

Dan begint hij meestal nog harder te wenen.

En dan zeggen wij met stijgend ongeduld dat we niet boos zijn, maar als er iets is dat ons boos maakt, dat het wel voor niets wenende kindjes zijn. Waarop hij meestal nóg harder begint te wenen. En waarop wij dan voet bij stuk houden, en hij nog harder gaat wenen.

Ik denk dat we onze houding eens gaan moeten herevalueren, want het is nu al een eeuwigheid dat het télkens hetzelfde scenario is, en het lijkt echt niet te beteren.

Zelie is voor haar leeftijd al heel erg volwassen en mondig. Ik weet niet hoe het met Sandra zit, maar ik sta er praktisch niet bij stil dat Louis bijna twee jaar jonger is dan Zelie, en dat dat op die leeftijd een wereld van verschil is.

Louis is van de drie kinderen die kunnen spreken, de meest zwijgzame, maar hij staat op veel vlakken, nu ik erover denk, verder dan Zelie toen zij zo oud was.

Zelie vliegt door het leven, en babbelt honderduit over vanalles en nog wat. Louis kijkt, observeert, slaat op, en verwerkt—grotendeels in stilte. Of: verwerkt niet—ook in stilte.

Daar maak ik me zorgen over, eigenlijk. Zijn juf had het ook al gezegd: dat hij zo enorme drama’s kan maken, dat wijst er volgens haar op dat hij veel te veel observeert, zijn observaties gewoon niet kan kaderen, en daar dan in paniek door slaat.

Sandra sprak van one on one time: ik denk dat Louis van de vier degene is die daar het meest bij gebaat zal zijn. Louis alleen, in een één op één-omgeving, is de liefste jongen die er ter wereld is. En in een groep van leeftijdgenoten is hij gelukkig hondertwintig percent functioneel, tot voldoening van zichzelf en zijn vele vriendjes en vriendinnetjes. ‘t Is alleen als er meer heterogene groepen zijn, zoals ook bij ons thuis, dat het soms lastig is.

‘t Is nu niet alsof hij verwaarloosd wordt, of dat hij geen liefde en aandacht krijgt, verre van, maar ik denk dat hij wel eens nóg meer zou nodig kunnen hebben. En vooral: meer uitleg. Zelie krijgt alle uitleg van de wereld, want ze vraagt voortdurend honderduit, maar Louis dus niet. ‘t Is al ternauwernood als hij ons zegt wat er gebeurd is op school, laat staan dat hij vragen zou stellen bij wat er rond hem gebeurt. Terwijl hij daar ongetwijfeld mee zit.

Dus. Meer quality time.  En meer communicatie.

Zoals gisteren nog, toen Sandra met Zelie gaan zwemmen was, hebben we samen gelezen, en diertjes gemaakt, en dan hebben we op de computer Sokoban gespeeld (vier jaar! sokoban!), en dan hebben we wat bij elkaar gezeten, en dan is hij zo braaf als een prentje naar boven gegaan, alleen.

En na een minuutje of tien riep hij zachtjes naar beneden: “papa, mag ik het licht al uit doen?”

*
*    *

Deze middag, trouwens, weende Louis omdat Zelie een “groot bord” had voor haar spaghetti, en dat hij een plastieken kommetje had. Hij had het natuurlijk gewoon maar te vragen—”mag ik ook een groot bord hebben alsjeblieft”—en hij had er ook één gekregen. Maar hij had niets gezegd, en toen lag er al spaghetti in zijn kommetje, en dan zal hij waarschijnlijk beseft hebben dat het te laat was om nog een nieuw bord te vragen: het was al vuil, we gaan geen twee borden vuilmaken.

En bij dat besef zal het gebotst hebben, denk ik: hij wéét dat hij geen ander bord moet vragen, want hij zou er normaal gezien geen krijgen. Maar anderzijds had hij wellicht zó graag ook een groot bord gehad net zoals Zelie… Maar nu is het te laat… maar hij ging het zeggen en plots was die spaghetti erin… en nu was het te laat…  Vragen heeft geen zin meer want ik ga het toch niet krijgen… had ik het maar vroeger gezegd…

En dan wellicht ook: ik mag niet wenen, want dan gaan ze zeggen dat ik een babietje ben, maar ik ben een grote jongen, maar ik ben zó verdrietig…

Hij houdt het dan lang in, maar uiteindelijk, zonder aanwijsbare reden omdat alles binnenin gebeurd is, is de sirene er. En dan zeggen we inderdaad dat hij een klein kindje is, wat hij waarschijnlijk niet niet wil zijn.

Enfin, tegen de regels in heb ik hem dus deze middag een ander bord gegeven. Ik doe dat wel meer, tegenwoordig, toegeven. Niet onvoorwaardelijk: hij moet zonder pardon stoppen met wenen, en hij moet met twee woorden vragen wat hij wil. Maar ik heb het gevoel dat als we hem blijven terechtwijzen over dat wenen, dat we meer kwaad doen dan goed.

Woorden als “voor niets wenen” en “neuten” en “klein kindje” en dergelijke: per decreet afgeschaft, bij deze. Als hij weent… in de mate van het mogelijke: door de knieën gaan, hem vastpakken, en rustig vragen wat er aan de hand is. Geen verwijten, maar vragen om uitleg. Eens zien of het daarmee betert.

‘t Is een leerproces, dat vader en moeder zijn. Tjaha.

2 reacties op “Den duts”

Reacties zijn gesloten.