In de duts mountens

Inglisj teeksj joe pleesjes, zoals de juffrouw in de taalreclame het uitsprak: Hollanders en Engels, het komt meestal niet goed.

Ik kan er me ook in opwinden, wat wel vreemd is: andere accenten steken me làng niet zoveel tegen. Finnen met hun sibilante klankjes, Spanjaarden die overal een e– vóór zetten, Italianen die overal een -a achter zetten, Fransmans met hun, euh Frans accent: allemaal geen probleem mee.

Maar dat ge-sh en dat klankvervormen van die Nederlanders: awoe!

Op één uitzondering na. Eén enkele uitzondering.

The Nits vergeef ik het. Hofstede mag Dunglish doen.

Sandra en ik, toen we elkaar leerden kennen (decennia geleden!), hadden allebei alle platen van The Nits. Ze maken geen slechte platen. Leve Nits!

Vanavond treden ze op, op de Gentse Feesten. Ik heb er bijna spijt van dat ik niet kan gaan.

…maar ik vertrouw erop dat het Radiofonisch Instituut Decroubele—hij die Maria Teresa van Madredeus als een zuiderse krote omschrijft—een review van homerische proporties zal presteren.

7 reacties op “In de duts mountens”

  1. Ik denk inderdaad dat het dat is: andere mensen zijn er zich terdege van bewust dat hun Engels voor verbetering vatbaar is, maar veel Nederlanders denken dat hun Engels helemaal A-OK is terwijl het dat hoegenaamd niet is.

  2. Hm hm, ik denk dat sommige Nederlanders wel weten dat er iets aan hun talen schort. Mijn lief werkt in Nederland in een job waar ge zoveel mogelijk talen voor moet kennen, en die dienst wordt quasi volledig door Belgische grensarbeiders rechtgehouden…

Reacties zijn gesloten.