Ellen Dikker

Collega Decroubele (het internet, de grote gelijkmaker! ik, een collega van de grote Peter Decroubele!) reviewt voor Gentblogt de halve finale van Cameretten. Overschot van gelijk op zowat alle vlakken, en weinig aan toe te voegen.

Behalve dat ik vrees dat ik een deel van dat gezelschap ben die de voorstelling Ellen Dikker totaal niets vond.

Disclaimer: Ellen Dikker zag er voor de rest een uiterst geschikte juffrouw uit, daar geen kwaad woord over. Ik heb één ding gezien van haar. Wellicht (misschien) uit context. Misschien (wellicht) (zeker) al van de eerste seconde negatief gestemd omdat het een Hollandse was die een Belg (slécht) nadeed, en dat ze daar bij mij niet mee moeten afkomen. En uiteraard, smaken en kleuren, en smaken en kleuren zelfs a fortiori als het over humor gaat, waar het uiteindelijk allemaal intuïtie is en er weinig of geen regels gelden.

Maar toch, maar toch. Een meisje alleen op het podium? Nee: één ogenblik van eerlijk en doorvoeld spel zat er in de voorstelling–een historie van nutsvoorziening en stille wanhoop–maar behalve dat zag ik nooit méér dan een actrice op het podium, die bijzonder klinisch een niet eens zo goed stuk speelde.

Wervelen tussen personages is één manier om het een naam te geven. Een andere manier is hoe de dame in de zetel naast mij het zei: ze loopt voortdurend als een kip zonder kop rond. Kijk, ik weet wel dat er geen regels zijn in comedy, maar als ik net een minuut of vijf heel erg hard geprobeerd hebt om iemand te volgen die ongehinderd door enig talent ter zake een pools hoertje na tracht te doen, dan apprecieer ik het niet als mijn suspension of disbelief abrupt afgebroken wordt met “zo, effe iets anders nu”.

En trouwens: dat gebrek aan kennis van zaken, daar stoorde ik me mateloos aan. Niet iedereen kan accenten nadoen, uiteraard. En een verhaal staat of valt niet met hoe goed het accent is. Maar Dikker’s “Vlaams” en “Nederlands met Pools accent” waren zéér ver over de irritatiegrens heen.

Research kan wat scherper? Mja. Een béétje stom bijvoorbeeld om de Vlamingen op de korrel te proberen nemen wegens hoofddoekhistories als Nederland net de boerka heeft verboden. En het Vlaams Blok, beste Ellen, ijvert niét voor een groot-België of voor gedwongen rassenvermenging, en Dutroux was géén Vlaming, dat soort zaken zijn toch wel basis-basiskennis als men probeert een stukje over Vlaanderen en onze bruine vrienden te maken, nee? Nog een geluk dat ze achterwege liet wat ze blijkbaar in de try-outs wel deed: een Vlaams Blok-vendelzwaaier doen op de tonen van Jacques Brel’s “Mijn Vlakke Land”. Les F…, iemand?

De zaal smulde ervan, zegt collega Decroubele. Inderdaad, ja. Op dat éne stukja na, was dit buitengewon gemakkelijke, platte humor. Iek zaan van hut Vlomse Block en iek wiel ien maan gàt gepakt worre, waf waf. Iek bin een Poelse hoertche, waf waf. Maain man hip maai ien het kiepenhok gestoken in iek moet zaain piek afzooige, waf waf. Kijk naar mijn boerka, mijn man Abdoel heb een lange pik, waf waf. Natùùrlijk vreten ze het op. Wil nog niet zeggen dat het goed is.

Maar kom, plat kan ook, en gemakkelijk is relatief, en ik kan bijzonder hartelijk lachen om vanalles. Na enig denkwerk–‘t is ver gekomen als men bij comedy cerebrale analyses moet maken waarom men het goed of slecht vindt, ik weet het–ben ik er achter gekomen waarom ik het zo irritant slecht vond.

Van begin tot einde, op dat ene stuk na, stond ze er met een opgeheven vingertje. Op zeldzame flitsen na: van begin tot einde zelfs geen aanzet tot zelfrelativatie, geen spoor van iets anders dan “kijk eens hoe onverdraagzaam/dom/érg/slecht de mensen zijn”, en onderverstaan “kijk eens hoe ik/wij toch zóóó veel beter zijn”.

Buikgevoel natuurlijk, en persoonlijke inschatting, uiteraard: het was vals. Fake. Phony. Geen greintje passie.

Een cynische theateroefening, een steriele arty farty spielerei. Beschamend slecht, op de keper beschouwd.

8 reacties op “Ellen Dikker”

  1. Aha! Fijn dat verschillende meningen kunnen spelen. Maar ze was echt niet zo slecht, hoor, Michel. Wel integendeel. 😉

    de gustibus et coloribus et mulieribus zeker?

  2. Michel was wel de enige in de zaal die er zo over dacht! 🙂 (Sandra vond het “gewoon slecht”). Aan het applaus te horen kon de zaal haar zeer smaken en maakt ze zeker een kans!
    Ik vond haar geweldig. Al was Henk natuurlijk de beste!

  3. Ja, dat opgeheven vingertje 😀
    Als er _iets_ is waar Vlamingen de muren van oplopen bij Nederlanders, dan is dat het wél. En we dachten dat ze het na Fortuyn wel helemaal zouden hebben afgeleerd…

  4. Blij toe dat ik niet de enige was met het gevoel dat je zo treffend omschrijft.

    Ze beheerst haar typetjes erg leuk, maar het is meer een zooitje waar geen behoorlijke lijn in is te trekken. Talent voor spelen, mymiek, stem sfeer heeft ze allemaal, maar er ontbreekt gewoon een aangename rode draad. Het is nog een zooitje.

    Met haar mogelijkheden maakt ze kans om in de finale te komen van Cameretten (ok, ik weet dat ze in de finale staat, maar voor de uitslag, had ik dit ook gezegd) en ze maakt ook nog kans op een prijs, maar voordat ik naar een voorstelling van haar zal gaan, zal wel even overheen gaan.

    Cabaret Zinloos, die het niet tot de finale heeft geschopt, was misschien minder technisch begaafd dan zij, maar veruit vermakelijker.

Reacties zijn gesloten.