Het had kunnen verkeren

Dave Winer vertelt. De fouten gemaakt, de lessen geleerd.

Ik heb de laatste wekend nog meer dan anders lopen nadenken over keuzes en de gevolgen ervan. En Stevenn’s ding vorige donderdag heeft het er allemaal niet beter op gemaakt.

Pas op: ik ben bijzonder content met waar ik nu sta, maar dat wil niet zeggen dat ik niet meer zou mijmeren. Had ik maar, was ik maar, wist ik maar.

De verleiding is groot om gemakkelijkeidshalve mijn academische—ahem—carrière over te slaan, maar eigenlijk: daar begint het allemaal. Even een tour d’horizon van what ifs.

  • Had ik op een lagere school gezeten waar er wél huiswerk en examens en meer structuur was, en waar er meer dan vijf kinderen in de klas zaten, hoe anders zou ik dan uitgedraaid zijn?
  • Als ik niet de keuze had gekregen of ik al dan niet in een sportvereniging of andere naschoolse activiteit ging, en als ik dan schermen of hockey of scouts zou gedaan hebben, zou ik dan socialer geworden zijn?
  • Als ik op een middelbare school had gezeten waar er de eerste paar jaar anders met de mensen werd omgegaan, of als ik had gedurfd om na de afrgijselijke eerste latijnse, tweede latijn-wiskunde of derde latijn-wiskunde effectief naar de Voskenslaan te gaan, zou ik dan een jaar eerder afgestudeerd zijn, in een andere richting?
  • Als ik méér dan pakweg twee dagen per examen had gestudeerd, zou ik dan een rechtendiploma hebben? Of, belangrijker: als ik het had gedurfd om meteen geschiedenis te studeren in plaats van eerst jàren aan een stuk tegen mijn zin rechten te doen, wat dan?
  • Als ik had aangedrongen om in 1994–5 een kwart van de aandelen te kopen van mijn eerste werk, in plaats van gewoon als slecht betaalde bediende te gaan werken, en als ik dan mee had geprofiteerd van de verkoop in januari 2000 in volle dotcomboom, wat dan?
  • Wat als ik mijn getekend contract bij The Reference—in 1995, toen ze nog met drie man waren—ook zelf had getekend in plaats van een dag later, uit een soort misplaatste loyauteit, te zeggen dat ik toch niet kwam werken?
  • Wat als we bij Netpoint niet met IBM RS/6000 als serverplatform hadden gewerkt, en tot voorbij Y2K met ncsa httpd, maar ergens in pakweg 1997 apache hadden gekozen? Zouden we dan ook in de open souce gezeten hebben?
  • Wat als we geen FoxWeb en later ColdFusion hadden gekozen als platform, maar pakweg php? Of iets java-achtig?

Voor hetzelfde geld was ik een sociaal helemaal aangepaste historicus. Of iemand die de afgelopen tien jaar actief bezig was in de open source. Of één van een dozijn andere mogelijkheden, natuurlijk, de ene al afgrijselijker dan de andere.

Ach ja. Ik had ook nog een hele lijst met dingen die ik verkeerd heb gedaan, en die ik anders had kunnen doen op mijn voor-voorlaatste en voorlaatste werk. Uiteindelijk alsnog anderhalve pagina uitgewist en beslist niet te posten.

‘t Zal voor binnen een paar jaar zijn, vrees ik. Nog allemaal te vers in het geheugen.

15 reacties op “Het had kunnen verkeren”

  1. In de rapte las ik toch wel Dana Winner zeker… ‘t Ergste van al is dat je daar dan nog werkelijk mijn aandacht had mee getrokken.
    Er zit blijkbaar een beetje Dag Allemaal in elk van ons.

  2. Ghoh, allemaal gedachten waar ik de twee laatste maanden mee in mijn kop heb gezeten: what if … zwijgt ervan! Compleet doorgedraaid werd ik ervan.
    (En het betert niet met ouder te worden.)

  3. Als, als … als ge puntje vier gedaan had, had ge mij niet gekend én had ge dus uw kinderen niet, of toch niet degene die ge nu hebt. Zo slecht is het dus allemaal nog niet uitgedraaid hé én met de kennis die ge nu hebt zijt ge beter gewapend voor de toekomst 🙂

  4. Akkoord met San, ne mens zijn leven thuis is immers belangrijker dan eender welke professionele keuze. Ik denk wel dat ge altijd ne veelzijdigaard zoudt geweest zijn. De rechten afmaken was een koud kunstje geweest, dus daar had je niets mee bewezen..

    En nu ken je ONS en ons en ons allemaal!

  5. Zelf een A.S.S. zijnde (and proud of it), lees ik natuurlijk vooral de mijmeringen wat betreft het ‘sociale’. Ik vind de noodzaak ‘sociaal aangepast’ te zijn lichtelijk overroepen. Wat telt, zijn de mensen rondom je. Zij zijn er omwille van wie je dag in, dag uit bent (zelfs met alle bijhorende onhebbelijkheden; I have many); niet omwille van wie/wat je had kunnen worden (misschien wel een beetje, maar… dat is niet het belangrijkste).

    Bekijk het misschien eens van een andere kant: als je een X-man was, zou je dan kiezen voor de ‘cure’ waardoor je net zoals alle andere mensen kunt worden? Of zou je X-man willen blijven met alle beperkingen vandien, maar ook met alle mooie kanten? Zou je die werkelijk willen opgeven?

    Ik dacht het niet.

  6. Tiens, vorige week eens een testje gedaan om te zien in welke mate ik in het ASS spectrum hoorde, bleek ik toch wel zowat het tegenovergergestelde te zijn zeker. Voor zover dat bestaat. En dat volgens mij vooral omdat ik invulde geen enkele interesse te hebben in cijfers, laat staan reeksen cijfers, het onthouden van telefoonnumers en omdat ik grif toegaf niet graag in mijn eentje te zijn (lees, graag een stapke in de wereld te zetten)..enz!
    over als..en als…en als…kan ik een aardig woordje spreken, maar mijn oma leerde mij dat ik content moet zijn met wat er is. En aangezien zij daar opperbest in slaagde, volg ik haar voorbeeld graag.

  7. Oma’s hebben daar zelfs een rijmpje over:

    “Verre zwemmers,
    Ooge klemmers,
    Schavedunders up-et-ies;
    ze zin allemaole nie goe wies.”

    Vertaald:
    “Verre zwemmers,
    hoge klimmers,
    schaatsers op het ijs;
    ze zijn allemaal niet goed wijs.”

    Jaja, waar is de tijd dat mensen zich nog door versjes in het gareel lieten houden. Alle middelen waren goed om te voorkomen dat het gepeupel zowaar ambities zou beginnen koesteren.

    Geef mij maar Thoreau in de plaats:

    “If you have built castles in the air,
    your work need not be lost; that is where they should be.
    Now put the foundations under them.”

    Ik heb ‘Walden‘ gelezen kort na mijn 18de verjaardag. Hoewel ik me er bij momenten fel aan geërgerd heb, heeft geen enkel ander boek zo’n impact op mijn verdere levensloop gehad.

  8. Als je al die punten die je opnoemt anders had aangepakt dan was je leven zeker anders geweest. Het modelleken zou er anders uitgezien hebben. Maar ik ben er nogal zeker van dat je dan ook nu ergens een blogje zou schrijven en je afvragen hoe je lever er zou uitzien als je … .
    Een auto blijft een auto. t’modelleken en t’comfort en verbruik kan wat verschillen ook het aanzien dat het creëert maar overschat de kracht van het modelleken niet.

  9. Als. Dat soort bedenking moet toch met de (onze, als ik dat woord mag gebruiken) leeftijd te maken hebben. Spijt, nog zo een woord.

    De amateurpsycholoog in mij gokt wel dat je met een ander pad niet de immense drive zou overgehouden hebben die je nu hebt.

  10. Michel,
    Ik zou graag weten naar welk soort lagere school je gegaan bent. Het klinkt Steiner-achtig, maar zou ook thuisonderwijs kunnen zijn. Ik vraag het omdat ik zo twijfel voor mijn kinderen. Alvast bedankt.

  11. Mijn lagere school was het Seminarie en Laboratorium voor Experimentele, Psychologische en Sociale Pedagogiek van de Universiteit Gent.

    Een schooltje, met andere woorden, waar er met verschillende vormen van onderwijs geven geëxperimenteerd wordt.

    Waar, zoals in sommige andere scholen, er bijvoorbeeld van uitgegaan werd dat elk kind in potentie een genie was, en dat als het wat minder ging, dat was omdat er te weinig inzet was.

    Het is over mijn dood en opstijvend lijk dat ik mijn kinderen *ooit* naar een dergelijk iets zou sturen.

Reacties zijn gesloten.