Trotse vader

Vanavond was de dag waar ik al zowat heel mijn volwassen leven naar uitkijk.

Zelie moet een spreekbeurt geven. Een boekbespreking van Roald Dahl’s Reuzenperzik.

Ze heeft al eens een spreekbeurt moeten doen, over wespen, maar die was ze uit het oog verloren van begin februari tot de ochtend voor ze ze moest geven, ergens begin mei. En dus hebben we er niet samen aan kunnen werken, heeft ze het niet kunnen oefenen, en was het wellicht niet meer dan gewoon okay.

Enfin ja, “okay” in deze context is waarschijnlijk “zeer goed” in puntencontext, maar dat maakt niet uit: het kon ongetwijfeld beter.

En kijk, tweede kans: Roald Dahl.

Zelie had een boekbespreking geschreven, en die was wel in orde. Daarnaast moet ze ook een spreekbeurt geven, en die gingen we vanavond samen doornemen.

Er is niéts dat zo fijn is als kennis doorgeven, en ik zeg niet dat ik de beste spreker ter wereld ben, maar ik weet wel redelijk goed hoe een goede spreekbeurt in mekaar kan zitten.

Zelie had een degelijke spreekbeurt voorbereid, maar er was ruimte voor verbetering. Ze begon bijvoorbeeld met de standaard-“Geachte meester en klasgenoten vandaag ga ik u vertellen over”, het was allemaal heel erg houterig, het stond bol van oubollige taal, passieve constructies, niet-overgangen… dat kon allemaal beter.

Zo’n spreekbeurt kan (of: moet? geen idee) tegenwoordig ook met PowerPoint, en ook daar was nog wat marge: veel te veel nutteloze animaties,  beelden die beter konden, nutteloze tussenslides…

En dus zijn we eraan begonnen.

Om te beginnen: Zelie was zenuwachtig. Dat zal niet zo’n probleem meer zijn, nu. Het geheim: veel meer weten dan wat je eigenlijk gaat zeggen – bijvoorbeeld weten dat Roald Dahl al 45 was toen hij het boek schreef, of dat de reuzenperzik op weg naar de zee door de Chocoladefabriek rolde.

Over spreektaal en schrijftaal gesproken: dat het niet noodzakelijk een goed idee is om plots allemaal stijve woorden genre desalniettemin, echter of vervolgens te gaan gebruiken als je dat anders ook niet zou doen. Dat het gewoon beter klinkt en gemakkelijker spreekt als je een actieve contructie gebruikt eerder dan een passieve.

Dat het doel is dat het klinkt alsof je alles ter plaatse staat uit te vinden, maar dat het eigenlijk allemaal op voorhand bedacht is. En dat je daarop kan oefenen: zoek naar verschillende manieren om de link te leggen tussen de spreekbeurt van André van vorige week over Sjakie en de Chocoladefabriek en deze spreekbeurt. Of vraag ook eens iets aan het publiek, zoals pakweg wie het boek al gelezen heeft – en omdat je veel meer weet dan wat je gaat zeggen, kan je gewoon als het moet uit de losse pols wat extra vertellen.

Zelie wist dus al heel veel: ze leest goed en vlot, en ze heeft een olifantengeheugen. We hebben alleen wat geschaafd aan de presentatie en wat structuur in de spreekbeurt gestoken: verrassende start, logische opbouw, call to action op het einde.

Geen titelslide met “De reuzenperzik” bijvoorbeeld, maar dit:

01-06-2010 20-11-40_stitch

De luizige zetel in het tuinhuis waar Dahl al zijn kinderboeken schreef. En dan beginnen met “heeft iemand een idee wat dit zou kunnen zijn?” of iets in die zin.

En dan dus algemeen over het boek, en de personages introduceren samen met het begin van het verhaal, en oefenen dat het allemaal spontaan klinkt maar tegelijkertijd synchroon slides waarin de hoofdpersonages verschijnen.

En dan eindigen met een animatie van allemaal verschillende edities in allerlei talen, een persoonlijke appreciatie, en een schalkse reden (naast dat het goed is en grappig) waarom iedereen het boek zou moeten lezen (hint: omdat het één van de boeken is waarvan veel mensen vinden dat het niet geschikt is voor kinderen – nummer 58 meest geprobeerd uit bibliotheken te verwijderen in de VS, meneer).

En dan vragen of er nog vragen zijn.

We hebben een uur of twee bezig geweest, en ik ben er bijna van overtuigd dat ze het helemaal ziet zitten. Yay!

6 reacties op “Trotse vader”

  1. Mooi! En onze kinders “moeten” blijkbaar ook spreekbeurten geven adhv PPT. Alhoewel het ook kan liggen aan het feit dat ze gewoon graag prentjes plakken in hun presentaties ..

Reacties zijn gesloten.