Spelling

Ik lees niet genoeg Nederlands meer, denk ik: ik begin mijn taalgevoel kwijt te raken. Of beter, mijn spellingsgevoel: ‘t zijn vooral fouten op ij/ei die ik maak, akelig.

Oh, en da’s ook zoiets waar ik aangenaam door verrast was op school: dat ze er echt wel veel aandacht aan schenken in het derde leerjaar.

Elke week een woordpakket, elke week dictee, elke week dictee verbeteren als huiswerk. Fijn zo.

Ik wist al lang dat ze overal (ook op toetsen van andere vakken dan taal) punten kunnen verliezen voor taal- en spellingsfouten. Het is niet zo erg als ik het meegemaakt heb (één dt-fout is -2 punten, twee dt-fouten is maximum de helft van de punten, 3 dt-fouten is 0, wat het onderwerp ook was), maar het lijkt mij maar normaal dat ze overal goed moeten schrijven.

Net zoals ze buiten de les rekenen niet plots mogen vergeten wat de tafels van vermenigvuldiging zijn, om maar iets te zeggen.

En het is ook niet dramatisch: ze kunnen op taalfouten tot maximum 10% van het totaal verliezen,  dus een grote overhoring op 50 punten voor wat-de-naam-tegenwoordig-ook-is-voor-geschiedenis-aardrijkskunde-en-alles, die helemaal juist is maar een resem taalfouten bevat, kan eventueel 45 op 50 opleveren. Een toets wiskunde op tien met vijf taalfouten kan maximum 9 op tien zijn.

Behalve voor het onderdeel “stellen”, ‘t is te zeggen creatief schrijven en opstel en zo: daar mogen ze alle fouten van de wereld maken, er wordt alleen gekeken naar de inhoud. Omdat, gaat de redenering, er dan gekeken wordt naar een heel ander aspect van taal: niet de juistheid en de regeltjes maar de creativiteit. Dat kinderen die slecht zijn in spelling absoluut wel goed kunnen zijn in creatief schrijven, en dat ze zich daar geen moment beperkt moeten voelen.

Schoon, vind ik.

(En oh ja: kinderen die geattesteerd dyslexie of iets dergelijks hebben, daar worden geen punten afgetrokken voor spelling, en die krijgen dictee gewoon mee naar huis.)

11 reacties op “Spelling”

  1. Allemaal veel te gemakkelijk, zeg ik u. In mijne tijd ging het er beter aan toe. Iedere ochtend naar de mis en met de lat op de vingers bij de minste fout. Discipline!

  2. Het is zeker goed dat leerlingen geregeld voorgehouden wordt dat spelling en grammatica belangrijk zijn. Ik krijg elk jaar in totaal ongeveer duizend examens van eerstejaars aan de universiteit voorgeschoteld (en dan zijn het nog studenten Letteren), en wat je daar leest is soms echt niet voor publicatie vatbaar. Slecht schrijven beïnvloedt zonder enige twijfel de houding en de welwillendheid van de lezer, ook al is de inhoud behoorlijk. “Dikke duim” (zou mijn oudste zeggen) voor jullie school dus!

    1. Allez dan. Ik heb in deze zittijd onder meer kennisgemaakt met Geothe, Dikkens, Leopardy, Stendhall, de zusjes Bouvary en Bovari, de incarnaties “Samuel L” Coleridge/Colleridge/Collridge, het duo Pieter Paul Boons en Louis Polboon, een zekere Dostovjeski en ook (I kid you not) ons aller Shaeqeuspear. En dat is dan nog maar een greep uit de namen. Voorts veel over “werldsmerts” en “sehensucht” gelezen, over Gogols “De gebroeders Karmozov”, over “riscante en schokkeerende poëzie” met “individuele gevoelsemoties” die “op een hoog vaandel stonden”, en hier en daar weerklonk godbetert een “enidische”, ja zelfs een “eloïsche” harp. Een ware weldaad voor de zinnen!

      (Maar, broodnodige kanttekening: voor de meesten viel het resultaat gelukkig behoorlijk mee.)

  3. Ik vind dat schitterend ! Ik lees (als leerkracht) heel wat slecht gespelde opdrachten. Omdat er (bij ons) niets voor in rekening gebracht wordt, besteden heel wat leerlingen er ook geen zorg aan. Fantastisch goed van die school ! En ook de 10% regel is goed !

      1. Bij Jan Van Herreweghen in het derde jaar was het inderdaad 0 bij één dt-fout. 🙂

        Ik heb van hem nog een nul gekregen omdat ik er van uitging dat de imperatief meervoud nog niet afgeschaft was, en dat ik dus iets schreef als “Men gebood ons: ‘Rijdt niet in de modder!'” Trrr. Ik, die in geen duizend jaar een dt-fout zou maken!

        (Nu is het wel anders, met een computer: dan schrijf ik iets in het verleden en verander ik het naar heden of omgekeerd, en zidt een fout in een klein hoekje.)

  4. Dyslexie ahoi, alhier. Maar punten werden er wel afgetrokken. In elk vak tot aan het zesde middelbaar. Zodat ik er toch altijd voldoende aandacht voor zou hebben en er hard aan zou werken. Tijden veranderen inderdaad 🙂

Reacties zijn gesloten.