Mijn betovergrootvader, de held

Hij had zijn gezicht niet mee, Edouard Waegenaer:

Eduardus Waegenaer

…maar hij was wel een goed mens. Geboren in 1844 in Zelzate en er overleden in 1906, getrouwd in de jaren 1870 met Philomena Van De Rostijne 1841-1921). Vijf kinderen: mijn overgrootvader Louis Waegenaer (1878-1934), Henri Waegenaer (gestorven in 1881, geen jaar oud), Karel Waegenaer (1883-1917, geëxecuteerd door de Duitsers in WOI, zie hier), Marie Waegenaer (gestorven in 1885, geen maand oud)… en Elodie Van der Schuere (1891-1976).

Op 3 juli 1891 werd in het wagenhuis van een schuur een meisje gevonden, gekleed in een nieuw katoenen hemdeken, een geel katoenen lijfrokje met rode bloempjes, een katoenen halsdoekje zwart gepunt, twee nieuwe mutsekens op het hoofd, en ingewikkeld in twee oude katoendekens en een oude servet, en een nieuwe wollen doopsargie. Ze kreeg de naam Elodia Adolphina Van der Schuere, en ze werd met enorm veel liefde opgenomen in het gezin van Edouard en Philomena.

Elodie Vanderschueren 2

Voor mij was dat al voldoende om van die mensen helden te maken.

Maar kijk nu, ik was in het archief van de Koninklijke Bibliotheek van België aan het bladeren, en zie wat ik tegenkwam op pagina 3 van Het Nieuws van den Dag van 17 juli 1897:

nieuwsevandedag

Nieuws van den dag 1897-07-17

Serieus: way to go, betovergrootvader.

8 reacties op “Mijn betovergrootvader, de held”

  1. Wij hebben een bedovergrootmoeder als vondelinge. Die naamgeving vind ik zo tof. Gevonden in een schuur…van de schuere. Bij ons werd kleine Emily gevonden door een veldwachter met de voornaam Didier en werd het Emily Didier.
    Later studeerde mijn zus geschiedenis en ging haar eindwerk over vondelingen.

Reacties zijn gesloten.