That was the week that was

Het begon vanmorgen rond een uur of vier, met iets dat trok in mijn hoofd. Tegen dat het zes uur was, was het niet meer uit te houden van de koppijn.

Geen migraine, maar begot spierpijn. Ik moet ergens verkeerd gelegen hebben of wieweetwat, upshot of it all: zelfs met pillen tot ze mij de strot uitkwamen, lukte het niet. Mailtje gestuurd naar The Power That Be op het werk en van de nood een (nu ja) deugd gemaakt: een dag vakantie gevraagd.

Tegen iets na de middag was ik al iets meer mens, gelukkig.

Laatste aflevering van The Daily Show met Jon Stewart opgezet, potje gebleit, en dan een spelletje gespeeld — Invisible, Inc, leutig, en voor ik het wist waren we een paar uur later.

Gekeken naar de voorlaatste twee filmpjes van The Corning Museum of Glass die ik nog niet gezien had en we waren wee twee uur verder.

Sandra is naar de zee Anna gaan halen (terug na een week zeilkamp, spannend!), ik heb wat zeetong en gebakken patatten gemaakt voor mij en voor Louis (Jan is mee naar de zee, Zelie zit op de afsluitdrink van haar monitordink voor Freetime), en dan rabarberconfituur gemaakt.

En dan nu het laatste filmpje van Corning dat ik nog niet gezien had bekijken, en verder lezen in mijn boek, en het is weekend. Straks zijn alle kinderen weer thuis. Morgen komen oude vrienden eten. Zondag wordt het meubels klasseren.

Een sneltrein is niets in vergelijking met mijn leven.