Bijna een hartaanval

Mijn huisgenoten blijven mij de duivel aandoen.

Ik was naar Brussel gaan werken, met mijn gerief in mijn rugzak. (Ja, een rugzak. Ik had vroeger een klein valiesje met een schoudertas, daar paste mijn computer, een muis, een voeding en een schrijfboekje in. Tegenwoordig is mijn computer iets groter, heb ik meet schrijfgerief mee, moet ik ook nog een tweede computer met monitorkabel en voeding meezeulen, zit er altijd wel een extra leesboek in, en extra kabels en dingen voor andere monitors.)

Ik kom thuis van het werk, ik stap af van de trein, ik steek mijn rugzak in mijn fietstas, en dan beslis ik wat laxeermiddel te gaan kopen in de Delhaize (suikervrije spekken, tien eten en prijs gegarandeerd).

Ik kom uit de Delhaize, ik steek de boodschappen in de fietstas, ga naar huis, loop naar binnen, steek iets dat in de frigo moet in de frigo, loop weer naar mijn fietstas, neem de rest van de boodschappen er uit, ga naar boven, werk op de computer, ga wat later naar beneden, eet, ga weer naar boven, kijk wat afleveringen op de Netflix, besluit voor een vergadering van morgen nog eens rap na te kijken, zie dat mijn werk nog niet gesynchroniseerd was (vergeten saven misschien, of te snel computer toegesmeten in Brussel), pak mijn computer uit mijn rugzak…

Euh hang on. Waar is mijn rugzak.

Niet boven.

Niet in de gang. Niet in mijn fietstas. Niet in de keuken.

Niet in de slaapkamer.

Nee, nog altijd niet in de gang, en nee, mijn fietstas blijft leeg.

De keuken is verdacht opgeruimd voor één keer, en dus is hij rap afgezocht: niets.

Niet in de slaapkamer.

Gevraagd of iemand mijn rugzak gezien heeft, verveelde blikken van the peanut gallery in de zetel: nee, natuurlijk niet.

Terug naar de gang. Geen rugzak. Ook niet achter de fiets. Niet in het wc. Niet in de keuken. Niet in de living. Niet in de slaapkamer.

Er. Zijn. Geen. Andere. Plaatsen. Waar. Ik. Geweest. Ben. 

Ik ben er redelijk zeker van dat ik mijn rugzak aanhad toen ik de Delhaize binnenstapte, maar niet 200% zeker dat ik hem aanhad toen ik naar buiten kwam.

Ramp- en doemscenario’s. Vergadering van morgen afbellen wegens geen computer? Nee, dat is niet nodig. Maar hoe verzekerd zijn we tegen verlies?

Snel, inventaris van wat er in zat. Mijn boekje, dat ik niet wil kwijtraken. Twee computers van twee verschillende werken. Mijn goeie muis, mijn goeie monitorkabel, mijn goed adapterstuk, mijn goeie andere muis, die ik allemaal zelf gekocht heb.

Nog eens alles afgelopen: gang, keuken, living, bureau, slaapkamer. Niets.

Iets kils heeft mijn hart in een wurggreep. Ik heb hier écht geen zin in. Eurgh.

*
*      *

En dan, omdat ge nooit weet, ga ik kijken in de buurt van de achterkeuken, alwaar de frigo staat.

Wat graadt ge? Juist, één van mijn huisgenoten had mijn rugzak daar verborgen. Serieus. Maar echt serieus. Wie doét zoiets in ‘s hemelsnaam?

Één reactie op “Bijna een hartaanval”

Reacties zijn gesloten.