Ik had na ons bezoek aan Carnac nog wat gebabbeld met de archeologe die de rondleiding gaf, en ‘t is blijkbaar niet allemaal koek en ei, in Carnac. Ze zijn hard aan het proberen om de site als UNESCO-werelderfgoed te laten erkennen (ik zie niet waarom dat niet zou lukken), en dat zou dan vooral nodig zijn om wat meer geld te laten binnenkomen.

Want van wat ik begreep, is het slecht gesteld met het wetenschappelijk onderzoek. Ik vroeg of ze niet eens al die duizenden stenen zouden kunnen 3D-scannen, en er dan een computer op loslaten om te zien of ze de 3D-puzzel konden maken en proberen kijken of ze geen verbanden tussen stenen konden vinden, om zo de volgorde te achterhalen van hoe ze uit de rots gekapt zijn.

Blijkt dat dat ooit de bedoeling was, maar dat er een probleem is (wat precies, geen idee), waardoor ze het wellicht opnieuw zouden moeten doen.

En het zou ook enorm handig zijn om grondradar te doen, zodat ze niet-invasief kunnen kijken wat er allemaal onder de grond zit — maar ook daar hebben ze geen geld voor.

Wat er allemaal toe leidde dat er de laatste decennia blijkbaar niet echt veel nieuws is van ontdekkingen en inzichten. Terwijl dat net de ene constante is die ik overal zie, als het op oude geschiedenis en archeologie aankomt: dat de laatste jaren de ontdekkingen elkaar in sneltempo opvolgen, wegens nieuwe technieken en commoditisering van oudere vroeger immens dure technieken.

Pijnlijk, eigenlijk.