Gelezen: The Murderbot Diaries #7, System Collapse

Martha Wells
Tor Publishing Group, 2023, 245 blz.

Hm. Vreemd. Ik heb een vorig boek van de Murderbot-reeks omschreven als een seizoen van een tv-reeks. Dit was één aflevering van een tv-reeks.

Dit is het hele plot van het boek:

  • Murderbot en companen zijn op een planeet
  • Er is een kolonie op de planeet maar ze is geïnfecteerd door een oud alien virus (verder niet relevant)
  • Er blijkt een tweede kolonie te zijn die afgesplitst is van de eerste
  • Ze gaan naar die tweede kolonie, weten eerst niet of er wel mensen zijn
  • Blijkt dat er mensen zijn en dat slechteriken die ze als quasi-dwangarbeiders willen inlijven, er ook zijn
  • Onze vrienden bedenken een manier om de kolonisten van hun gelijk te overtuigen
  • Er is een kort gevecht met de slechteriken
  • Einde.

Ja, dat is het zo ongeveer.
Nee, dat is niet voldoende voor mij.

Er is iets traumatisch met Murderbot aan de hand. Murderbot is niet uniek, er zijn stapels robots en anderen die bewustzijn hebben en in slavernij gehouden worden. Er moeten ergens nog levende aliens zijn. Er moet meer aan de hand zijn met de megacorporaties in de Corporate Rim.

Hup hup Martha Wells, doe dáár iets mee.

Gelezen: Say Nothing: A True Story of Murder and Memory in Northern Ireland

Patrick Radden Keefe
Doubleday, 2019, 441 blz.

Ik keek naar de aflevering van Hot Ones met John Oliver, en op het einde, als het slachtoffer iets mag pluggen — meestal een nieuwe show of een nieuw boek of een nieuwe film — zei John Oliver op de vraag “let the people know what you’ve got going on in your life” na wat self-deprecation:

…best book I’ve read for a while is Patrick Radden Keefe’s Say Nothing

Ik vertrouw John Oliver al vele jaren. Meer dan een half woord had ik niet nodig.

Het is dan ook een uitstekend boek.

De McGuffin, als ik het zo oneerbiedig mag zeggen, is Jean McConville, een alleenstaande moeder van tien kinderen die in armoede in een dystopisch appartementsblok leeft. Op een dag in 1972 staan er mensen voor de deur die haar meenemen. De kinderen blijven alleen achter, en hun moeder komt nooit meer terug.

Zij wordt één van de ‘disappeared’, een al met al kleine groep mensen die verdwijnen zonder spoor.

Keefe vertelt haar verhaal en dat van haar kinderen, en het verhaal van een aantal belangrijke protagonisten in het IRA: Dolours Price, haar overste Brendan Hughes en einbaas Gerry Adams.

Het lichaam van McConville is pas in 2003 teruggevonden, en de moord is nog altijd niet officieel opgelost. In de loop van het boek komen we wél met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk te weten wie haar heeft vermoord, wie de opdracht gaf, en wie besliste dat ze zou verdwijnen.

Ik zei McGuffin, want hoe centraal die moord ook mag zijn in het boek, het gaat eigenlijk over hoe iets als de Troubles in Noord-Ierland eindigen, en wat daar voor moet gedaan worden, en wie het kan doen. Schrijnend verhaal, van begin tot einde. Met een absoluut minder-dan-heldenrol voor Gerry Adams — maar dat is het net: alleen een Adams, met zijn stamboom als meedogenloze terrorist en zijn latere bewuste cynisme en realpolitik en hypocriete ontkenning, kon het Goede Vrijdagakkoord mogelijk maken.

Adams heeft zichzelf totaal bewust gemetamorfoseerd naar een politicus. De eerste helft van zijn leven commandant bij de IRA die besliste waar er bommen gelegd werden en wie vermoord werd, de tweede helft van zijn leven mordicus glashard ontkend dat ooit zelfs maar lid was van de IRA. Iedereen wist dat dat een leugen was, iedereen zweeg.

Want wat dan nog als daarvoor doden moesten vallen, aan beide kanten? En wat dan nog als daarbij al wie het mogelijk gemaakt heeft dat er zelfs maar een overleg was, achtergelaten moet worden? Als het uiteindelijk vrede mogelijk maakte?

Think of the armed struggle as the launch of a boat, Hughes said, ‘getting a hundred people to push this boat out. This boat is stuck in the sand, right, and get them to push the boat out and then the boat sailing off and leaving the hundred people behind, right. That’s the way I feel. The boat is away, sailing on the high seas, with all the luxuries that it brings, and the poor people that launched the boat are left sitting in the muck and the dirt and the shit and the sand, behind.’

Met Gerry Adams aan boord, en al zijn oude kameraden achtergelaten.

Schrijnende verhalen, één voor één. Er is geen goed en kwaad, alleen maar gradaties van kwaad. En pragmatisme.

Zeer aangeraden boek.

Gelezen: Kingdom Come

Mark Waid (tekst) – Alex Ross (beeld)
DC Comics, 1997, 231 blz.

Tussen twee andere boeken door dacht ik: ik herlees nog eens een comic die ik voor veel te veel geld op papier gekocht heb, jaren geleden.

Een klassieker, ergens bovenaan het pantheon van comics die een mens absoluut moet gelezen hebben, zo zat het in mijn hoofd. Helemaal bovenaan staan kleppers genre Sandman en dergelijke, maar dit stond er toch in de buurt van, zo ongeveer op dezelfde hoogte als The Killing Joke.

Wellll…

De tekeningen / schilderijen van Alex Ross blijven absoluut overeind, maar het scenario kon mij niet helemaal meer overtuigen.

De situatie is dat we een jaar of tien na de zelfopgelegde pensionering van Superman zijn. Zijn regel (en die van Batman en anderen), dat ze geen mensen doden, werd meer en meer onhoudbaar. En dan heeft een superheld een supervillain gedood en was Superman het daar niet mee eens. Het is natuurlijk ergens wel logisch: waarom zouden die slechteriken maar mogen blijven slachtoffers maken? Waarom mensen blijven opsluiten in Arkham Asylum als ze toch ontsnappen?

Superman was het daar niet mee eens, en de maatschappij was het niet eens met Superman. Waarop hij zich dan maar heeft teruggetrokken.

En, vreemd genoeg, mét hem een resem ‘klassieke’ superhelden, onder meer Wonder Woman en Batman en Power Girl en een stapel anderen.

Gevolg daarvan was dat een nieuwe generatie superhelden allerlei slechteriken uitschakelen, en dan maar met elkaar beginnen vechten, en zich in het algemeen gedragen als absolutely corrupted mensen met absolute power. Waarop een onvermijdelijk Groot Ongeluk gebeurt, waarbij miljoenen onschuldige mensen het leven laten, en de oude helden alsnog terugkeren om orde op zaken te proberen stellen.

Ik bedenk nu trouwens net dat ik weet waarom het mij niet helemaal meer overtuigt: wat dit boek zo vernieuwend maakte bijna dertig jaar geleden, is nu zowat canon, en gebeurt voortdurend — van Civil War bij Marvel tot The Boys, en passant par alle donkere DC-films.

Meer nostalgie dan what the hell was that?, dus, maar toch de moeite waard. Het zou even stom zijn om dit als clichématig opzij te zetten als Lord of the Rings afgezaagde fantasytropes te noemen.

Gelezen: Cradle #12, Waybound

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2023, 518 blz.

‘t Is gedaan! Callooh! Callay!

Ja ‘t is dan allemaal een happy end. Iedereen weer samen, wereld gered, op naar nieuwe avonturen in het multiversum!

De eerste helft van het boek is hoe ze de slechteriken verslaan maar daarbij iemand moeten achterlaten. De tweede helft van het boek is half de nieuwe avonturen in het multiversum van de personages die niet achter moesten blijven, en half wat het achterblijvend personage doet, en eindigt met hoera onze vrienden zijn weer allemaal samen.

Het hele scienfictionachtige verhaal voelt achteraf redelijk overbodig. De stakes waren zó hoog en tegelijkertijd zó ver van de rest van het boek op de planeet Cradle, dat ik er mij geen moment in heb kunnen inleven. Ik bedoel, we zijn één op één aan het vechten in het hoofdverhaal (okay, op den duur quasi God tegen God, maar toch, met individuele zwaardslagen en zo), en dit is hoe een stukje gevecht op het andere niveau omschreven wordt:

Another Vroshir—a longtime partner to the Silverlords—had bound the force of ten billion spirits, an entire doomed world, inside herself. She had been drawing on them for power for centuries, but now she sacrificed her own life to release that power. Billions of ghosts erupted into space, seeking vengeance, seeking an enemy… They were wiped out in an instant. Scrubbed clean. Erased, as though they had never been.

Miljarden, okay dan.

Bon. Eindoordeel over de serie, alle bijna-vijfduizend pagina’s?

Meh.

Ik zie absoluut wel waarom dit voor jonge tieners leutig zou zijn, maar het zou een betere tekenfilmserie zijn dan het een boek is. Wight doet moedige pogingen om personages van meer dan een paar dimensies te maken, maar dat mislukt helaas grotendeels. De nadruk ligt zó hard op het verwerven van alsmaar hogere niveaus en alsmaar meer training, met dan alsmaar grotere gevechten, dat bijna al de rest er voor achterwege moet blijven.

Wel opnieuw punten voor Wight dat hij er géén liefdesdriehoek in heeft gewurmd, en dat hij er in geslaagd is om een relatie op relatief realistische wijze van kleine broer / grote zus naar gelijken naar partners heeft doen evolueren. (Zijn doelpubliek belette hem dan wel weer om méér te doen dan denk ik twee of drie keer een kus en een paar omhelzingen — voor mensen die jaren samen zijn.)

De wereld van Cradle blijft grotendeels onbeschreven, en ik heb mijn boeken het liefst met véél worldbuilding.

Aangeraden? Voor jonge mensen, ja. Ik vond het bij moment leutig, soms ontroerend, soms ook wel spannend, maar al met al niet méér dan een gemiddelse van 2.75 op 5 sterren waard. Om af te ronden, drie op vijf. Da’s “mostly harmless”. Onverrassend. Niet slecht, maar ook zeker niet goed.

Gelezen: Cradle #11, Dreadgod

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2022, 464 blz.

Boek elf van de twaalf, ‘t is dus quasi totaal ondoenbaar om ook maar iets over het plot te zeggen dat geen totale spoiler is.

Er is een belangrijk personage wegens redenen niet aanwezig in het boek. Ik lees op het internet dat het voor veel mensen hun favoriete personage was. Voor mij persoonlijk: not so much. Ik heb het dan ook niet echt gemist.

Voor de rest: na een revelatie in het vorige boek blijkt dat wie goed en wie slecht is, niet zo duidelijk is als het in de vorige boeken leek, en de hoofdpersonages hebben nu een “wanted” poster op hun rug hangen. ‘t Is te zeggen: één zeer machtig iemand laat aan de hele wereld weten dat één van de protagonisten archislecht is en moet achtervolgd worden.

Daar blijft het dan ook min of meer bij, want van die achtervolging komt niet veel in huis.

Drie kwart van het boek is nog maar eens level-uppen, maar nu quasi iedereen zó een belachelijk hoog niveau heeft, komt het allemaal nogal over als vakjes afkruisen. Des te meer dat ze het eigenlijk helemaal niet verdiend hebben, maar dat ze gewoon een hele voorraadkamer gevuld hebben met gestolen artefacten — you get a deus ex machina! and you get a deus ex machina! — waarmee ze één voor één in hun eigen kleine trainingsmontage bijna allemaal tot aan Monarch moeten geraken, het hoogste dat op de planeet mogelijk is.

En ondertussen zijn er ook nog eens die Dreadgods, de vier (à vijf) superslechte monsters die moeten verslaan worden. Met die complicatie dat als er één verslagen wordt, de andere zoveel keren sterker worden.

Enfin bon. ‘t Was een boek dat duidelijk voorbereidt op het laatste in de reeks.

Maar in tegenstelling tot wat ik de vorige tien boeken dacht, denk ik nu niet meer dat we iets betekenisvol gaan te zien krijgen in het sciencefictionachtig verhaal dat zich boven/buiten Cradle afspeelt.

Gelezen: Cradle #10, Reaper

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2021, 465 blz.

Ik zat ergens rond driekwart ver in dit boek en ik maakte een mentale nota “dit is gelijk een dungeon master die gewoon letterlijk een paar avondsessies neergepend heeft”.

Het verhaal: Lindon en kameraden zitten in het labyrint in de vallei waar ze in het vorige boek zoveel mogelijk mensen uit hadden geëvacueerd.

Het verhaal ook: ver boven/buiten de planeet Cradle is er een gevecht aan de gang tussen de Abidans en de Gekke Koning. (Okay ‘Mad King’ klinkt beter.)

Dat tweede verhaal, ik moet daar eerlijk in zijn, mijn aandacht bleef er niet overdreven hard bij hangen.

Wél goeie punten voor de auteur dat het plot toch blijkbaar grotendeels op voorhand moet uitgewerkt zijn, want dit boek heeft een aantal Plot Twists™ die achteraf al een hele stapel boeken voorgeschaduwd werden: eentje rond een bepaald personage, een ander rond heel het gedoe met die vier supermonsters.

Ik ben er ondertussen wel zeker van dat ik hetzelfde ga kunnen zeggen na het volgende boek, als heel dat sciencefictionachtig dink dat al sinds boek één om de zoveel hoofdstukken eens naar boven komt, dan ook deze keer écht volledig zal doorbreken. Serieus: nog twee boeken, nu moet het toch? Toch?

Gelezen: Cradle #9, Bloodline

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2021, 389 blz.

De stand van zaken: er is een Dreadgod (één van de vier op de planeet Cradle) op weg naar de vallei waar Lindon geboren en opgegroeid is. In die vallei, achter een soort magisch rookgordijn dat sterke mensen veel minder sterk maakt, bevindt zich ook een labyrint waarin zich iets nóg slechter bevindt.

Die Dreadgod die op weg is naar de vallei is de reden waarom Lindon jaren geleden de vallei verlaten had — er was een voorspelling dat dat beest dertig jaar later de vallei zou vernietigen. Maar we zijn dus geen dertig maar een jaar of drie later en bon, daar zijn we dan.

Lindon met vrienden en vriendinnen dus naar die vallei, om zoveel mogelijk mensen te evacueren als mogelijk.

Dat blijkt niet simpel te zijn, vooral omdat niemand ze gelooft, omdat iedereen in de vallei denkt dat het andere clans zijn die ze voor de zot houden, en dat ze dan ook alles en iedereen saboteren.

Conflict! Achterdocht! Ruzie! Hereniging met familie!

En, jawel: de sciencefictionachtige dinges die nu al –urgh– negen boeken aan een stuk in de achtergrond bezig is met hier en daar eens een hoofdstukje, komt nu echt dichterbij. Ik hoop hard dat het interessanter wordt dan wat het tot nog is, want ‘t is allemaal nogal redelijk zweverig.

Ik lees het ook niet zo graag, dat kosmisch gedoe, eigenlijk: de personages daar zijn zó ver boven de andere personages verheven dat de stakes op Cradle eigenlijk allemaal redelijk low lijken. Als iemand causaliteit kan omkeren, een volledig vernietigde planeet met miljarden doden ongedaan maken, dan is het allemaal toch wat knullig dat mensen tegen een grote draak aan het vechten zijn.

Afijn. Hoop op beterschap. Nog drie boeken.

Geluisterd: Guards! Guards!

Terry Pratchett
Penguin Audio, 2023, 13 uur 29 minuten

Ergens in 2022 heb ik een hele reeks op mijn wishlist gezet bij Audible, en dan ben ik er dus dit jaar maar aan begonnen. Met Guards! Guards!, niet alleen één van de beste Discworld-boeken, maar ook het begin van de reeks over de Ankh-Morpork City Watch. Hier alleen nog maar Vimes en Colon en Nobby en nieuwe recruut Carrot. Ik weet wie er nog allemaal bij gaat komen, en ik kan niet wachten om het allemaal nog eens mee te maken.

De eerste boeken van Pratchett waren minofmeer rechtstreekse pastiches van fantasyboeken — bijna letterlijke stukken Fafhrd and the Gray Mouser bijvoorbeeld. Dit is veel meer dan alleen maar pastiche. Er zitten elementen van police procedural in, zeker dat, en er is natuurlijk een draak en een mogelijke koning (of twee), maar het zegt zoveel meer: over hoe mensen en hoe menigtes zijn, over realpolitik en het paradoxale gevoel van “het kan mij allemaal niet schelen maar ook eigenlijk wel”, en wat een fantastisch boek jong.

Het audioboek is zeker zeer goed, maar het is absoluut niet even grappig als wanneer de mensen in mijn eigen hoofd zitten. Da’s wel wennen.

Maar kijk, ik heb nu al een hele reeks gekocht, dus ik ga er met veel plezier naar luisteren op de fiets van en naar het werk.

Gelezen: Cradle #8, Wintersteel

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2020, 540 blz.

Een stuk langer dan de vorige boeken, al voelt dat niet zo aan.

Het vorige boek eindigde in medias res, met een toch wel onverwachte verrassing: voor één keer is er een hoofdpersonage dat niet zonder noemenswaardige problemen door alle mogelijke challenges zeilt.

In dit boek gebeurt hetzelfde met het andere hoofdpersonage, op een andere manier. Eindelijk. Ik weet dat er nog vier boeken na dit boek zijn, dus natuurlijk weten we dat het nooit helemaal slecht zal aflopen. En er is uiteraard ook nog het sciencefictionachtige omslagverhaal, waar we ook nog zullen moeten op uitkomen op het einde — maar binnen dat gegeven, was het toch nog een verrassend boek.

Personages die zowaar groeien, en niet alleen in alsmaar meer gevechtstechnieken en alsmaar hogere niveaus, maar in persoonlijkheid en diepgang: waar gaan we dat schrijven?

Tegen het einde van dit boek zijn de vier die in het vorige boek nog Underlord waren ondertussen Archlord, Overlord maar koningin, Overlord maar ook Sage en Overlord maar ook Herald.

Ja, ‘k weet het.

Maar hey, we zijn ver over de helft. In het volgende boek gaat onze held terug naar zijn geboorteplaats. Waar we ondertussen ook meer van weten: ‘t is een soort reservaat, waar een zeer slecht monster begraven ligt, en dat is de reden dat in heel die vallei iedereen minder sterk is dan erbuiten.

Oh, en hoe sterker iemand is buiten de vallei, hoe meer negatief effect het Dampening Field (of wat het ook is) heeft op die persoon. Ik kijk alvast uit naar de confrontatie met zijn familie en clangenoten, die nu allemaal oneindig veel zwakker zijn dan hem.

Gelezen: Cradle #7, Uncrowned

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2019, 336 blz.

Boek na boek komen er niveaus bij: waar in het eerste boek Goud nog quasi onbereikbaar was, zijn we nu in een wereld waar zowat elk personage meer dan Goud is. Er is Under- en Over- en Archlord/lady, en dan zijn nog Heralds en Sages en voorlopig helemaal bovenaan Monarchs:

Emriss Silentborn, Memory of the World.
Tiberian Arelius, the fallen Patriarch.
Akura Malice, Queen of Shadows.
Seshethkunaaz, King of Dragons.
Reigan Shen, Emperor of Lions.
Luminous Queen Sha Miara.
The Eight-Man Empire.
Northstrider.

The Monarchs, the most powerful sacred artists on Cradle, rule with unquestioned authority. They are mysterious and distant, and catching a glimpse of one is privilege enough for a lifetime. To meet one is to come face-to-face with a legend.

(Dat is op deze wereld, natuurlijk, want er zijn er ook die de wereld overstegen hebben en in de sciencefictionrealiteit geraakt zijn.)

Er zijn ook vier Big Bads, waarvan er recent één zijn kop boven waten gestoken had maar die in de nabije toekomst allevier samen dreigen uit te komen. Het toernooi heeft daarmee te maken.

Dit boek gaat door de eerste paar rondes van het Uncrowned King-toernooi. Er zijn individuele proeven, er zijn teamproeven, uiteindelijk blijven er nog 16 mensen over die tegen elkaar moeten vechten — en de climax van dit boek is het eerste van die laatste 8 gevechten.

De science fiction komt alsmaar dichter, ook. Ik hoop dat het niet helemaal van de rails gaat als we uiteindelijk zover zullen zijn.

Gelezen: Cradle #6, Underlord

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2019, 348 blz.

Het excuus deze keer om verder door te groeien: er komt een groot wereldwijd (of toch continentwijd, denk ik) toernooi tussen Underlords (de stap boven Goud) van minder dan 35 jaar oud.

Onze helden moeten getraind raken, want ze hebben nog niet allemaal het benodigde niveau.

Cue trainingsmontage, minofmeer, gedurende een paar honderd bladzijden.

Er is gelukkig wel een verschil met de trainingsmontages tot nog toe: in tegenstelling tot zowat alle vorige level-ups, is de stap van goud naar Underlord niet gewoon trainen tot ge erbij neervalt. Er moet wel nog gegrind worden, maar het is vooral: weten waarom ge hogerop wilt geraken. Daarom kan het bij sommige mensen een kwestie van seconden zijn als ze het benodigde goudniveau hebben, terwijl het bij andere mensen nooit kan komen.

Actie en vechten en karakterontwikkeling, en nog altijd op de achtergrond een sciencefictionachtig plot dat toch zeker wel één van de volgende boeken meer aan de oppervlakte zal moeten komen, naargelang onze protagonisten onvermijdelijk meer en meer in de buurt van “zo machtig dat ze de wereld zullen kunnen verlaten” zullen geraken.

Maar bon. Volgend boek is dus dat internationaal toernooi. En jazeker: op het einde van dit boek zijn Lindon, Yerin, en Mercy allemaal Underlord/lady. En blijkt Eithan nog nét geen 36 te zijn, dus kan hij ook mee gaan vechten in het toernooi. Ik hoop dat hij ook eens uit zijn pijp komt en, nu zijn pupillen op hetzelfde niveau als hem komen, niet langer de mysterieuze alleswetende deus ex machina zal zijn.

Gelezen: Cradle #5, Ghostwater

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2018, 310 blz.

Tja. Op den duur geraakt een mens zo’n beetje door de manieren om een boek te omschrijven zonder het volledig te spoileren, natuurlijk.

Wat is er gebeurd in deel vijf? Hoofdpersonage Lindon heeft gelijk met het boek minder persoonlijkheid. Dat wordt min of meer in balans gehouden door de andere personages. Yerin blijft de meest interessante, wegens achtergrond en mysteries, maar ook wegens de interessante persoonlijke dynamiek: de vorige boeken was ze overduidelijk sterker dan Lindon en het lijkt erop dat het vanaf hier omgekeerd zal zijn.

Er is ook sugardaddy Eithan, die al sinds het begin serieus unbalanced aanvoelt (hij kan zich overal verbergen, hij geraakt overal in, hij weet alles vóór alle anderen, …), de draak/schildpad Orthos (eeuwen oud en krankzinnig maar sinds dit boek gelijk niet meer), Mercy, de om de één of andere reden verstoten dochter van de heerseres die nog boven de keizer staat, een kleine blauwe riviergeest die ik in de volgende boeken hoop te zien uitgroeien tot een écht personage, een soort geheugenchip die tot bewustzijn is gekomen en in Lindon zit als een soort computer-assistent, enfin, allemaal personages die eigenlijk interessanter zouden kunnen zijn.

Ik vind dat de auteur een beetje meer zijn best moet doen om niet te wink-winken naar de lezer. Een hele wereld die bijzonder Oosters aanvoelt met personages die niet zo aanvoelen, dat wringt. Ik was ook onverwacht onaangenaam verrast door een reeksje “bloopers” op het einde van het boek, waarbij personages zoals bij bloopers van een film of serie helemaal uit de wereld van de boeken treden. Dat voelde vreemd genoeg zeer vies aan.

Maar bon. We lezen verder. Ik heb dan maar de kogel door de kerk gejaagd en boek 6 tot en met 12 gekocht — wat moet een mens doen, newaar?

Progress report, trouwens: in boek één waren de levels van mensen “van hout naar koper naar ijzer naar jade naar ongelooflijk soms goud”; later blijkt dat er binnen goud lowgold, highgold en truegold is, en dat daarboven underlord/lady is, en daarboven nog niveaus. Het schaalt exponentieel of zo, denk ik, dus dat het gemakkelijker is om van jade naar lowgold te gaan dan van lowgold naar highgold en verder. Ook dat er bepaalde stappen zijn waar een mens zijn/haar lichaam moet aanpassen, en dat er ook soms wijzigingen aan het lichaam gebeuren (extra ledematen, zwarte ogen met rode pupillen, de kop van een krokodil krijgen).

In het begin was Lindon niets, op het einde van boek 5 zit hij aan de bovenste grens van highgold; in boek 6 moet hij (wegens redenen) underlord worden. En dan zitten we nog maar aan boek 6 van de 12. Ik kan haast niet anders dan bijna zeker zijn dat er een sciencefictionstuk aan moet komen, met alternatieve werelden en wie weet aliens en zo. Want nog zes boeken vol met alsmaar hogere levels kan ik mij moeilijk inbeelden.

Bang van mensen met een migratieachtergrond

Het was zover, deze namiddag: ik was een bange blanke man.

Bijna grappig, hoe ik geleidelijk écht een oude mens geworden ben: slecht te been, elke dag pillen nemen, niet meer zien in het donker, regelmatig naar het hospitaal, slecht zien in het algemeen, en speciaal voor deze week een oorontsteking waardoor ik alle hoor als ondergedompeld in een bad rijstpap.

Ik moest vannamiddag naar het lokale hospitaal voor Een Kleine Heelkundige Ingreep, Ambulant, Zonder Verdoving.

Ik op de velo, naar het hospitaal dat om de hoek ligt, een dikke 700 meter van mijn voordeur. In de buurt van het Sluizeken moet ik oversteken, en dan wat verder moet ik oversteken. En nu komt het: achter mij was een hele stoet aan het klaxonneren.

Geen erg, een huwelijk of zo, dacht ik — maar dan begonnen ze één voor één gevaarlijke maneuvers te doen. Maar serieus: optrekken tot gelijk 80 per uur over een afstand van 50 meter, met drie auto’s naast elkaar op een baanvak waar maar één auto zou mogen zijn, de bus voorbijvlammen terwijl er een tegenligger aankomt, uitwijken naar het fietspad en zelfs het plankier.

Het is lang geleden dat ik zo bang was op mijn fiets. Het had écht gekund dat ik aangereden werd.

Allemaal auto’s met custom nummerplaten, trouwens, genre “B-D-R” en “MHMD RZ” en dingen. Aardig jong. In centrum Gent. Onveilig. Brr.