‘t Is nu dat verdriet

Eergisteren een beetje last aan mijn voet, gelijk dat ik ergens tegengelopen was.

Gisteren opgestaan met mijn voet gelijk dat ik er een specifieke turnoefening mee gedaan had die ik nog nooit gedaan had en nu helemaal stijf was.

Vannacht wakker geworden van de pijn. Jazeker: jicht!

Maar op een plaats waar ik het nog nooit gehad heb: de linkerkant van mijn linkervoet. Normaal gezien (maar het was al een tijdje geleden) is het in het gewricht van mijn rechter grote teen.

Lastig. Bah. Vervelend.

Leve Life in Jars?!

Ik ben in het algemeen –wegens redenen– kwaad op Nederlanders en Antwerpenaars, maar dat wil niet zeggen dat ik kwaad ben op alle individuele Nederlanders.

Zo is de mens achter Life in Jars? één van de zeer weinig mensen waarvan ik Engels met een Nederlands accent verdraag. Ik ben al eeuwen een onvoorwaardelijke fan van zijn potten met beesten en dingen in (boogie worms!), maar wie schetst mijn contentement als hij daarnet deze dropte!

Proberen vrienden worden met kraaiachtigen. Heerlijk. Ik weet alweer waar ik naar uit kan kijken.

Accessibility

In het hospitaal:

De foto doet het geen recht aan: de witte letters op een gele achtergrond zijn quasi onleesbaar.

Ook: er staan pijlen om mensen de juiste richting uit te doen gaan. Pijlen met als enige onderscheiding dat ze verschillende kleuren hebben, en dus niet bijvoorbeeld ook een letter of een code of zo erbij: niet het beste idee, in een wereld waar er ook kleurenblindheid bestaat. Links in het echt, rechts door een kleurenblindheifilter gehaald. Er zijn natuurlijk verschillende soorten kleurenblindheid, maar dit is ook een mogelijkheid:

Voor de rest:

Ik heb de indruk dat iemand zijn best gedaan heeft om zo veel mogelijk verschillende letterypes te gebruiken bij de signalisatie. En die ‘ARBEIDSGENEESHEER’ ie noodgedwongen kleiner is dan die massieve ‘INGANG’ met veel te weinig witruimte boven en onder: aaargh. Die ‘ONTSMET UW HANDEN’ — is dat VAG Rounded in plaats van het huisstijllettertype? Die ‘S P O E D’, waarom is die kerning zo los? Waarom is de pijl naar rechts zoveel kleiner dan de pijl naar links van ‘INGANG’?

Serieus, ik moet daar alle dagen voorbijkomen, en ik denk niet dat ik het nog aan kan.

Een kort maar intens moment van paniek

Ik heb van die oortjes om naar dingen mee te luisteren via bluetooth. Die zitten in een doos om op te laden, waarvan het enige ambetante is dat de oortjes eruitspringen als de doos op de grond durft te vallen.

Het was daarjuist van dat: ik bots tegen iets op mijn bureau, dat tegen iets anders botst, en klets doos van oortjes op de vloer. Doos van oortje opgeraapt, doos van oortjes leeg. Grr.

Oortjes zelf: on-vind-baar.

Normaal gezien, als ze uit de doos gevallen zijn, kan ik met mijn telefoon van locate doen en beginnen die dingen lawaai te maken — maar nu slaagde de telefoon niet te verbinden met de oortjes, om een mij onbekende reden.

/insert meme van it was at that moment he knew he was fucked

Ik, met mijn slechte rug, op de vloer gaan liggen: niets te vinden. En zo moeilijk zou het niet kunnen zijn, want tegen de muur staan alleen ingemaakte kasten — oh hang on, nu ik op de vloer lig met een zaklamp, zie ik dat de kasten gewoon niet tot op de vloer komen. Dat er een kastdiepte ver allemaal knikkers en stof en andere zever ligt, zo ver als het oog kan zien.

Naar beneden om een implement waarmee ik kan koteren in die rotzooi (een lange houten lepel, bleek), en een minuut of zes zeven stof liggen oprakelen.

Twee oortjes gevonden, uiteindelijk. Oef.

Euh maar wacht: de oortjes passen niet in de doos?

Heb ik dan misschien de doos teruggevonden van de vorige oortjes, die in mijn nachtkastje liggen wegens dat ik de vorige doos kwijt was geraakt? Ik was ervan overtuigd dat ik de doos op de bagagedrager van de velo had laten liggen, maar misschien was dat toch niet zo?

Ik naar de nachtkast, waar nu blijkbaar gedomme maar één oortje in ligt: past ook niet in de doos.

En dan daagde het mij: de doos is van ersatz-oortjes van een tijd geleden, de oortjes die ik gevonden heb zijn van ik-weet-begot-niet-waar, en natuurlijk lagen mijn eigenlijke echte oortjes gewoon bovenop mijn nachtkast. Vandaar dat de telefoon er niet mee kon koppelen, omdat ze gewoon nog in de doos zaten.

Pff.

Niet goed voor de adrenaline.

Te-le-fo-ne-ren!

Er moest contact opgenomen worden met de bank en met iemand voor den hof, en de enige manier om dat te doen was via telefoon en ik heb daar dus een verschrikkelijk hekel aan hé, telefoneren.

Het is gelijk rosbief maken: g’ontziet u dat om eraan te beginnen.

Maar hey, twee mensen getelefoneerd en résultat des courses: bank belt morgen terug, mens van hof belt vier vijf dagen voor hij kan werken terug, maar dat zal niet meer deze of volgende week zijn.

Ik ben ervan af. Ik moet niet meer telefoneren, zij gaan mij telefoneren.

Oef.

Gelezen: Lost in Time

A.G. Riddle
Head of Zeus, 2022, 455 blz.

Een groep van mensen (Sam, Nora, Daniele, Hiro, Elliott) hebben een ding uitgevonden. Het was de bedoeling om iets te maken dat dingen ogenblikkelijk zou kunnen verzenden van plaats naar plaats, via quantum entanglement en watnog. Dat was niet gelukt, omdat twee dingen bleek: (a) dingen worden naar een ander universum gestuurd en (b) dingen kunnen alleen naar het verleden gestuurd worden wegens causaliteit.

Ze maken van de nood een deugd en in plaats van het aan de FedExen van de wereld te verkopen, verkopen ze licenties aan staten, om hun misdadigers naar het verre verleden (en een ander universum) te sturen. Ze worden schatrijk.

De vrouw van Sam is gestorven en een tijd later zijn Sam en Nora een relatie begonnen. Op een avond gaan Nora en Sam dat vertellen aan zijn tienerdochter, maar die reageert daar slecht op en er komt slaande ruzie van, met bloed en alles. De dochter loopt naar huis, Sam volgt even later, en de dag erna blijkt dat Nora vermoord is. De dochter is de hoofdverdachte. Zij heeft het niet gedaan.

En dan krijgt Sam een briefje dat hij moet bekennen dat hij de moord heeft gepleegd, of dat er anders onoverkomelijk bewijs zal geleverd worden dat de dochter het wel gedaan heeft.

Waarop hij schuld bekent, en met zijn eigen machine 200 miljoen jaar in de tijd terug wordt gekatapulteerd, naar de tijd van de dinosaurussen. Zijn dochter vertrouwt hij toe aan Daniele.

En dan blijkt dat iedereen geheimen heeft, in het heden en in het verleden. Maar ze zweert dat ze op de één of andere manier haar vader zal terughalen.

Veel plot twists en dingen, spannend bij momenten, zelfs hier en daar wat ontroerend.

Allez ju, vier sterren op vijf. Omdat het beter is dan verwacht.

Computer Shopper

Pure nostalgie, Computer Shopper. Een maandelijkse blok van een tijdschrift, stampvol advertenties, honderden en honderden pagina’s dik.

Ik kocht het in de late jaren 1980 regelmatig, omdat er nog geen internet was en het één van de beste manieren was om de vinger aan de pols van “mogelijk is dit iets dat ik zou kunnen kopen als ik geld zou hebben” te houden. Jason Scott is al een tijd bezig met die dingen in te scannen en dan ook beschikbaar te maken op Internet Archive.

Ik was door zijn eerste test aan het bladeren, toen ik dit artikel tegenkwam:

…dat ik mij helemaal herinner. Ik was al een tijdje aan het prutsen met dBASE II, dBASE III heb ik nooit gezien, maar dBASE III Plus ben ik aangeraakt via de uitbater van het Seca-tankstation in de buurt. Ik had het al een tijdje toen ik het artikeltje las, wat mijn vertrouwen in de uptodateheid van Computer Shopper wat indeukte.

Maar hoe fantastisch was dBASE III Plus niet, jong. En hoe heerlijk om bijna veertig jaar later iets zo efemeer als Computer Shopper nog eens te kunnen doorbladeren.

Gelezen: Beyond the Burn Line

Paul McAuley
Gollancz, 2022, 455 blz.

Ik vind maar geen boeken waar ik van omvergeblazen word, tegenwoordig.

Veel meer dan “vorig jaar aangeraden door iemand, ik weet niet meer wie” en “verre toekomst, mensen zijn uitgestorven” wist ik niet. Wat ik nu weet: sympathiek idee(tje), véééééél te lang boek.

OK, mensen zijn uitgestorven en er is een verhaal, dan kan het over machines gaan of over een ander dier met intelligentie. Ongeveer de hele eerste helft van het boek neemt ons mee in de wereld van Pilgrim, een persoon die –zo blijkt relatief snel– geen mens is. De MacGuffin is een kaart, waarop steden zouden staan van een andere intelligente soort, en ook nog een derde soort wezens.

Dat meandert maar over en weer, in een verhaal waar niet verschrikkelijk veel écht gebeurt, en dan is er een ontknoping en dan denkt een gewone mens: nu gaan we te weten komen hoe die Pilgrim denkt en zich voelt met de ontknoping, maar neen: we herbeginnen, een tijd later, met andere protagonisten.

Heel die eerste helft had er even goed niét kunnen zijn. En eerlijk: de tweede helft had ook veel beter kunnen zijn. Het gaat een eind vlotter, er zit érgens wat spanning in, maar de personages blijven enorm oppervlakkig, en het allerlaatste stukje waar alles uitgelegd wordt, wordt gewoon deus ex machinagewijs afgehaspeld. En het allerlaatste einde is bijzonder teleurstellend. Ik zou het een cliffhanger noemen, als ik er niet bijna helemaal van overtuigd ben dat het een poging tot diepzinnigheid was.

Nee, niet lezen.

Gelezen: The Rape of Nanking: The Forgotten Holocaust of World War II

Iris Chang
Penguin Books, 1998, 290 blz.

Wel, dát was een ervaring.

Het Japanse leger in de jaren 1930-40 waren geen aangename mensen. Gelijk, écht niet aangenaam. Een mens moet maar wat lezen over Unit 731 om een idee te krijgen. Dit boek heeft het over een andere gruwelijke episode: de paar weken waarin 300.000 of meer inwoners van Nanking grotendeels met de hand uitgemoord zijn. Op de meest degoutante manieren die een mens zich kan indenken.

Ik bedoel: de nazi’s waren ook in de business van mensen dooddoen, maar van op afstand lijkt het alsof de wreedheid bijna incidenteel is, vergeleken met wat de Japanners gedaan hebben, waar het martelen en de wreedheid zowat het doel lijken. Ik bespaar u de details, wie zich grondig slecht wil voelen moet dit boek maar lezen.

Chang is natuurlijk een betrokken partij: haar grootouders hebben ternauwernood Nanking overleefd. En ze zegt zelf dat niet alle bronnen kunnen gecheckt worden. Maar zelfs als hier en daar een naam niet zou kloppen of een datum verkeerd zou zijn: de enormiteit van de slachting blijft. En misschien niet even erg maar toch in de buurt: de manier waarop Japan weigert om er zelfs maar over na te denken.

De reden waarom het zo totaal uit de hand liep, is niet helemaal duidelijk. Ontmenselijking is een enorm grote factor: Chinezen zijn geen mensen maar beesten, en dus wordt vanalles mogelijk — maar dan nog, veel van wat er gedaan werd, zou niemand met een werkend geweten om het even welk dier aandoen. Dat de soldaten zelf als beesten behandeld werden door hun oversten, en die oversten door hun oversten, is ook iets. Dat er indoctrinatie was vanaf de prilste jeugd, ook.

Maar het blijft een mysterie. Een vies, vies mysterie. Dat vooral aantoont dat mensen tot verschrikkelijk veel in staat zijn.

Ik raad dit boek aan niemand aan. Het is niet goed voor het gemoed.