Pestkop

Wat ik misschien ook had kunnen zetten bij deze post

Ik ben bijna mijn hele schoolloopbaan zwaar gepest, tot een paar jaar in mijn humaniora zelfs regelmatig in elkaar gedèst, dat ze zeggen. En nu is zo ongeveer mijn grootste plezier als ik één van die kerels kan terugpakken.

Niet dat ik ze zelf in mekaar ram, dat niet. Maar ik ben er wel niet meer bang van. En ik weet, vrees ik, preciew welke knoppen te duwen om ze ràzend te krijgen.

Gegeven een minuutje, kan ik zo’n bullebak zo ver krijgen dat hij mij lijfelijk aanvalt als ik er maar naar glimlach. Truken van de foor, jazeker.

Daarnet kwam ik uit de Fnac, en moest ik de straat oversteken met de fiets. Ik was me een moeizame weg aan het banen door het volk, toen er een tram afkwam en ik dus wat meer vaart moest zetten om uit de weg te geraken. Voor de goede orde: ik was niet aan het rijden, ik was met fiets aan het overstappen.

En daarbij raakte ik met mijn (droog, proper, bijna stilstaand) voorwiel de plooi in de jeansbroek rond het onderbeen van een voorbijganger. Ik verontschuldig me (oei, sorry), maar die kerel laat het daar niet bij. Zet zich vóór mij, stoot iets uit in de zin van Ey! wadugmesdàdusèvuhlooo!?

Uitzicht: de karikatuur van de stereotiepe voetbalhooligan. Kortgeschoren blond haar, trainingsjeansbroek, klak op het hoofd, oorbel in, witte t-shirt, donker vestje. Een kop groter dan mij.

Ik meen te begrijpen dat hij het heeft over mijn fiets, en doe een vriendelijke U zegt? terug.

‘s Kerels reactie, op een toon die duidelijk moest maken dat hij geen tegenspreken gewoon is: WADIEST?! WADIEST?! EI? EI?

Ik schiet in een lach. Hij nog kwader, roepen, luidkeels: WA IEST GEDECHT EI?! EI?!

Ik kom even niet bij: in een volle Veldstraat staat een volwassen kerel een mens op leeftijd te behandelen als ware het een speelplaats op school, hij een pestertje van het derde middelbaar en ik een nerd uit het eerste.

Leer misschien eerst eens spreken in een taal die de mensen verstaan, vuilen Antwerpenaar, glimlach ik hem op rustige toon toe.

WA?! (stamp tegen schouder) WA?! (stamp in borstkas) WADIEST SOEMS JOENG?! (schop tegen fiets)

Dat-ik-u-niet-versta-en-dat-ge-moet-leren-spréken. Maar nu moet ik écht naar huis, salut hé. Waarop ik me op mijn zadel wil zetten en verder wil fietsen.

Buiten de waard gerekend: hij laat me in eerste instantie aanzetten, maar loopt me dan achterna, een paar meter de steeg in, en probeert me aan het handvat van mijn rugzak achterwaarts van mijn fiets te trekken.

Mijn rugzak heeft van die riemen die er af kunnen, en dat is precies wat ze deden. Ik bleef zitten, mijn rugzak hing wel nog maar aan één riempje vast.

Ik stap af, zie dat er zich ondertussen een kleine menigte toeschouwers heeft gevormd, mijn agressor blijft luidkeels roepen (WA GODDE DOEN JOENG?!), ik blijf rustig glimlachen.

Kijk, ik ga niet zeggen dat ik veel présence heb of zo, maar in bepaalde omstandigheden kan ik een zekere, eum, gevaarlijkheid uitstralen. Zo ook op dat moment. Ik vrees dat ik het nodig heb gevonden om mij in de persoonlijke ruimte van die mens te begeven, terwijl ik hem vragen bleef stellen. Zo van en kunt ge nu ook eens serieus probéren om dat in een verstaanbare taal zeggen? En ook wel vind gij nu zelf niet dat ge u gelijk een debiel aan het gedragen zijt?

Natùùrlijk heeft die kerel daar geen woord van begrepen, vooral wegens te druk bezig mij duwen op mijn borstkas te geven en zelf te roepen, maar de boodschap moet wel aangekomen zijn.

De boodschap van hier is iets niet pluis, en ook wel van die gast is hier veel te rustig en dit gaat niet volgens plan, waarom loopt hij niet weg? en misschien ook wel what the fuck?!

Wat er ook van weze: hij is afgedropen, met een laatste stamp en een ZIJ GIJ NIE GOE OF WA. Ik ben het steegje doorgereden, links afgeslaan, en bij de eerste straat weer links en de Veldstraat weer in gereden. En dan ben ik een paar meter achter die vent blijven rijden, met een brede glimlach, stapvoets. Hij bleef omkijken, nerveus, leek het wel. Tot hij plots een wenskaartenwinkel indook.

De lafaard.

22 reacties op “Pestkop”

  1. Pingback: eachman.com
  2. Wow! Ge hebt er toch niets aan overgehouden? Ik denk dat ge toch moet opletten met dat lachen, die opmerkingen over Antwerpenaars en die koelbloedigheid in het algemeen. Ik vrees dat sommige van die kaalgeschoren krapullekes daar helemààl van door het lind zouden kunnen gaan.

  3. dat lachen en een masker opzetten van jij kan me niets maken, ok dat zou bij mij ook nog lukken bij momenten dat ze gewoon debiele dingen zeggen, maar als die mij zouden aanpakken zou ik mijn geduld toch een beetje verliezen hoor.

  4. Ik heb het al in de lijve meegemaakt en ik kan jullie verzekeren, het is NIET leuk om op zo’n moment zijn gezelschap te zijn (als in ‘met hem op baan’). Ik vrees dat het op een dag niet zo goed zal aflopen.

  5. Schitterend verhaal 🙂 Ik hoop dat ge er zo nog veel kunt vertellen, en dat ze niet zullen eindigen met nen dzjoef oep aa muile. Ik ben nogal ne farsen, maar ik denk niet dat ik dit durf, zo uitpakken.

  6. Deze held staat zijn mannetje tegen de barbaren (hooligan kwam zeker niet uit de Fnac).
    Misschien was je wel getriggerd door zijn small talk (2van5), maar je staat stevig in je schoenen. Bij mij ben je nu ook bekend als 4van5
    😉

  7. Hm. Koel doen is wel de beste reactie. Maar je weet natuurlijk niet hoe de andere persoon daarop gaat reageren. Als het een erg agresief iemand is zou die wel eens verkeerde dingen kunnen doen.

  8. hehe super Michel! maar inderdaad zo een “braindead” personen zouden wel eens dingen kunnen doen die je je ganse leven gaat meedragen… en die denken daar echt niet over na hoor, wegens tekort aan intellect. Desalnietemin super gedaan!!

  9. Straf gedaan. Maar beter nog is de Veldstraat mijden op dagen als deze. Daar hangt géén schoon volk rond, en daarenboven kopen ze nog niks ook. Ze verkopen ambras, dat wel. Kerst… een feest van vrede, of wreede eigenlijk.

  10. Wat mij niet duidelijk is in het feitenverslag: ging het nu om een aanvaring met een jeansbroek of met een trainingsbroek?

Reacties zijn gesloten.