Nog Voka-mobiliteitsquatsch

mobiliteitZie nu! Ik kreeg zowaar het rapport van de mobiliteitsenquête in mijn mailbox!

1. Doelgroep en aanpak

De bevraging gebeurde online en werd verspreid via het Voka-netwerk en social media. Iedereen binnen de doelgroep – mensen die in Gent werken of wonen – kon aan de enquête deelnemen.

We ontvingen meer dan 1.000 antwoorden. Deze steekproef heeft een hoge statistische kracht (=grootte steekproef tov. van de onderzochte populatie). Ter vergelijking: met een steekproef van N=600 kan men reeds een valide uitspraak doen over de gehele Vlaamse populatie.

Een eenvoudige vraag: als het een enquête over migranten of allochtonen of moslims of vluchtelingen was geweest en er had gestaan “De bevraging gebeurde online en werd verspreid via het Vlaams Belang-netwerk en social media”, zouden we dan ook kunnen “een valide uitspraak doen over de gehele Vlaamse populatie”?

Neen, natuurlijk.

Het aantal antwoorden heeft weinig te maken met de representativiteit, namelijk. Het allereerste hoofdstuk van elk basishandboek statistiek, daar is dat te vinden, voor wie het zich zou afvragen.

Om de interpreteerbaarheid van de resultaten te verhogen werden daarna nog 4 focusgroepen gehouden met 30 deelnemers aan de enquête die aangegeven hadden hieraan te willen meewerken.

Lees: 30 deelnemers die zich op een doordeweekse donderdag van 14 tot 16u konden vrijmaken. Ook niet meteen een representatieve doorsnede van de bevolking, dus.

Conclusie: stop eigenlijk maar al met lezen, want de resultaten van deze bevraging zijn complete kul. Zelfs als de vragen neutraal waren opgesteld. 

Voor de aardigheid en ter illustratie, even de verdeling van de leeftijden van de respondenten van de VOKA-enquête en de verdeling van de leeftijden in het echt:

leeftijden

Niet helemaal vergelijkbaar omdat VOKA 18-29 en 60-65 heeft in plaats van 20-29 en 60-69, maar de teneur is duidelijk: jongeren en ouderen schromelijk ondervertegenwoordigd, veertigers zwaar oververtegenwoordigd.

Hetzelfde laken een broek bij de verdeling in functie. Blijkbaar hebben alleen werkende mensen geantwoord op de enquête (of hebben ze enkel de werkende mensen weerhouden, geen idee), want als we vergelijken:

functies1

Er moet weer gefutzt worden, want ‘hogere bediende / bediende’, bevat dat ook ‘ambtenaar’? Of vallen sommige ambtenaren onder ‘directeur of hogere leidinggevende’?

OK, misschien willen ze alleen maar de werkende mensen? Dan geeft het min of meer dit:

functies2

(Bijkomende lastigheid bij het vergelijken: de VOKA-cijfers gaan telkens over 57% Gentenaars en 46% niet-Gentenaars die in Gent komen werken, ik neem alleen cijfers voor Gentenaars. Maar zo hard zal het wel niet verschillen.)

 

 

2. De huidige transportmodi van en naar het werk

63% van de deelnemers geeft aan dat de wagen hun belangrijkste vervoersmiddel is tussen woonst en werk. 25% van de respondenten komt met de fiets of te voet naar het werk, minder dan 10% gebruikt het openbaar vervoer.

Eerste vaststelling: het zijn vooral de autogebruikers en de fietsgebruikers die zich zorgen maken over de effecten van het nieuwe mobiliteitsplan.

Dat staat er letterlijk hé, ik vind dat niet uit. ‘Deelnemers aan de enquête’ wordt al van bij het begin gelijkgesteld aan ‘mensen die zich zorgen maken over de effecten van het nieuwe mobiliteitsplan’.

Conclusie: stop eigenlijk maar al met lezen, want de interpretatie van de resultaten van deze bevraging is compleet bevooroordeeld. Zelfs als de vragen neutraal waren opgesteld en de steekproef representatief. 

Over die representativiteit nog eens, trouwens:

vervoermiddel

Autorijdende veertigers met leidinggevende functies, ondernemers, eigenaars en zelfstandigen, dat zijn blijkbaar de respondenten van de enquête. Niet dat dat ook maar ergens verbazing werkt, natuurlijk, gegeven het uitgangspunt (“verspreid via het Voka-netwerk en social media”).

En ondanks dat alles, staan ze zelf een beetje verbaasd van de resultaten (het rood stond in het rapport):

Het wagengebruik van mensen die buiten Gent wonen, ligt duidelijk hoger dan mensen die in Gent zelf wonen (78% versus 49%). Toch blijft ook dit laatste cijfer op zich merkwaardig:

De helft van de mensen die wonen in Gent verplaatst zich met de wagen om te gaan werken in Gent.

Er is dus nog een belangrijk deel van de mensen die in Gent wonen en werken die met de auto naar het werk gaan. Verdere analyse geeft volgende opmerkenswaardige bevindingen:

  • 193 respondenten wonen en werken in Gent-Centrum (postcode 9000), daarvan verplaatst 34% zich met de wagen (dus meer dan één derde)
  • 181 respondenten wonen in de deelgemeenten van Gent en werken in Gent-Centrum, daarvan komt 57% met de wagen

Er is dus nog een grote marge voor het overschakelen op alternatieven voor de auto in Gent zelf.

38BlfVp

Voeg daar nog eens aan toe dat 25% van alle wagens waarmee men naar het werk of school gaat op straat geparkeerd worden (69% in werk/schoolgarage, 5% publieke parking, 0.9% P+R), en we weten al waar een groot deel van de parkeerplaats naar opgesoepeerd wordt.

 

3. Evaluatie van de huidige mobiliteit en knooppunten in Gent

Zonder veel woorden:

tevreden

Wat meer dan de helft is ontevreden. Gegeven het compleet scheefgetrokken staal vind ik dat nog meevallen, maar ben ik nu de enige die ‘de algemene mobiliteit in Gent’ een bijzonder vaag en veel te ruim iets vind?

Ik kan zeer tevreden zijn over de fietsinfrastructuur van mijn huis naar mijn werk, maar zeer ontevreden over de fietsinfrastructuur in het centrum, om maar iets te zeggen.

Deze was ook fijn:

knooppunten

De enquête wordt druk gebruikt om het Gentse stadsbestuur te bashen, maar tel eens hoeveel van de knooppunten op de lijst de exclusieve bevoegdheid van Gent zijn? Waar geen enkel ander beleidsniveau of pakweg De Lijn iets mee te maken hebben?

 

4. Verwachtingen over het nieuwe mobiliteitsplan

verwacht

Geen grote verrassingen, gezien de mensen die antwoordden, maar het als het rapport zegt “Het nieuwe mobiliteitsplan houdt geen rekening met ‘werken’ als stedelijke functie”, dan bedoelen ze natuurlijk “Het volkomen niet-representatief staal dat wij via onze eigen kanalen aanspreken om een enquête in te vullen denkt dat het nieuwe mobiliteitsplan geen rekening houdt met ‘werken’ als stedelijke functie”.

Maar alla, we gaan naadloos over naar…

 

5. Oplossingen voor een betere mobiliteit in Gent

Ha, eindelijk!

oplossingen

Ik was al helemaal in spanning om te zien welke concrete voorstellen de mensen hadden hoe de Stad Gent de mobiliteit zou kunnen verbeteren.

Even kijken…

  • 91% vindt “prioritair aanpakken van knelpunten” en 90% vindt “betere doorstroming op de R40”. Interessant, ja. Vooral omdat de R40 — en de overgrote meerderheid van de knooppunten waarvan sprake — de bevoegdheid zijn van het Vlaams Gewest, waar de Stad Gent dus weinig tot niets aan kan doen.
  • 78% vindt “meer en sneller openbaar vervoer” — ha tiens, goed om weten dat de Stad Gent plots enorm veel te zeggen heeft over Infrabel, NMBS en De Lijn.

De rest zijn allemaal leuke ideetjes, maar hoe tekenend is het dat 69% zegt dat er meer P+R zou moeten zijn, maar dat 79% het absoluut niet ziet zitten om de auto verder van thuis te parkeren of afstand te doen van een tweede wagen? 80% van de Gentenaars parkeren hun wagen op minder dan 100 meter van hun deur, en 82% van de tweede wagens staan ook op minder 100 van de voordeur, en ze willen dat ook zo houden.

 

6. Gebruik van alternatieve mobiliteitsoplossingen

alternatief

Voka zegt het zoals het is:

Het kan en moet anders

58% van de respondenten kan op geen enkele manier gebruik maken van alternatieve vormen van vervoer. Ook hier kunnen we dus besluiten dat er nog een grote marge bestaat om werkgerelateerde verplaatsingen verder te optimaliseren. Wij gaan er van uit dat – indien de werkgever alternatieve vervoersmodi voor verplaatsingen tijdens de werkdag ter beschikking stelt – de werknemer ook meer alternatieve oplossingen voor het woon-werkverkeer zal in overweging nemen.

 

7. Dreigt Gent door de mobiliteitsproblemen ook bedrijven te verliezen?

Hier komt het koffiedikkijken:

verplaatsen.png

In procent ziet het er schrikbarend uit: 88% blijft weliswaar in Gent, maar 12% die weggaat, da’s niet niets.

Oh maar wacht, we moeten ons misschien afvragen over hoeveel mensen het gaat. Er waren 1000 respondenten, waarvan 25% die zich ondernemer/eigenaar of zelfstandige noemen (groentenwinkels, krantenwinkels, slagers, bakkers, bankkantoren, verzekeringsagenten, loodgieters, schrijnwerkers, …).

Dus gaat het over 30 man die uit Gent weggaan? Ah neen, want het zijn maar 46% van de mensen die uit Gent komen. Dus 15 man? Ah neen, want we weten niet wat de verdeling is, en we weten ook niet wat het verschil is tussen centrum Gent en niet-centrum Gent. 

Ik zou het wel graag willen weten, over hoeveel mensen het gaat. Want dit was dus de eyecatcher van de enquête: EEN BEDRIJF OP DRIE VERHUIST UIT GENT WEGENS MOBILITEITSPLAN.

 

8. De wagen als heilige graal

parkeren

Ze schrikken er zelf een beetje van:

Nog een opmerkelijke, zei het eerder ontgoochelende vaststelling: 78% van de respondenten die zich voor het uitvoeren van de job met de wagen naar Gent verplaatsen, is niet bereid om verder van de werkplaats te parkeren.

En om te besluiten:

 

10. Executive summary

Uit onze enquête komen 3 duidelijke hoofdlijnen naar voor:

  1. De huidige mobiliteitssituatie is voor 57% van de respondenten niet aanvaardbaar. Verandering is absoluut noodzakelijk.
  2. Het voorgestelde mobiliteitsplan houdt bijzonder weinig rekening met de noden van de werkende en ondernemende mens: 70% van de respondenten is van mening dat het nieuwe mobiliteitsplan de situatie van zij die in Gent werken en ondernemen, zal verslechteren.
  3. Er is nog veel ruimte voor een echte gedragsverandering en voor alternatieve oplossingen op gebied van mobiliteit. 49% van de mensen die in Gent wonen, gaan toch met de wagen naar het werk.

We lanceren hierbij dan ook een dubbele oproep:

Aan het stadsbestuur zeggen we: een werkzame stad is essentieel voor de toekomst van iedereen die met Gent begaan is. Besteed nu eindelijk de nodige aandacht aan deze economische functie. Werk maatregelen uit voor al wie onderneemt en voor wie werkt in Gent. Of die nu mag stemmen in Gent of niet, we rekenen op een brede visie in het belang van Gent.

Aan de bedrijven, ondernemers en werknemers vragen wij: werk mee om de stad van de toekomst vorm te geven. Evalueer (opnieuw) uw eigen verplaatsingsgedrag, zowel uw woon-werkverkeer als uw professionele verplaatsingen. Overweeg alternatieven, probeer ze uit. Wat eerst problematisch leek, wordt misschien een boeiende oplossing. Moed, visie en durf begint bij elk van ons.

Wel, kijk: ik ben het helemaal eens met de dubbele oproep. Helemaal eens.

En als ze de respondenten en hun procenten (hey! dat rijmt!) uit de “duidelijke hoofdlijnen” hadden gelaten, zou ik het er ook meer eens zijn.

Spreek verdorie als VOKA zélf, niet alsof dit het resultaat van een objectieve bevraging was.

VOKA is het Vlaams netwerk van ondernemingen, dat meer dan 18.000 bedrijven in Vlaanderen en Brussel vertegenwoordigt, goed voor 65% van de private werkgelegenheid en 66% van de toegevoegde waarde in Vlaanderen.

Ayez le courage de vos convictions. En steek u niet weg achter een flutenquête.

Bronnen: rapport mobiliteitsenquete Voka KVK Oost-VlaanderenMobiliteits- en verplaatsingsonderzoek bij inwoners van de stad Gent.

2 reacties op “Nog Voka-mobiliteitsquatsch”

Reacties zijn gesloten.