We hebben geen plannen gemaakt, en dat is tot nog toe goed uitgedraaid.

Het voorlopige plan was: we gaan naar Carnac, en dan gaan we naar Belle Île.

Bleek dat Carnac in de zomer alleen met geleide bezoeken te bezoeken is (of beter, dat het onmogelijk is om tussen de menhirs te lopen zonder begeleiding). En dat het enige geleide bezoek dat op het internet stond om 16u was.

Wij dus eerst op het gemak naar het dorpje Carnac zelf gegaan, aan de zee. Wat aan het strand gelopen, in de branding (Sandra), in mijn kostuum (ik), en dan TripAdvisor opengesmeten om te kijken waar het dichtsbijzijnde degelijk eten was.

Dat bleken (verrasing, Bretagne!) pannenkoeken te zijn. Ze waren toegegeven zeer lekker — met Tome de Rhuys en met zalm en geitenkaas.

Na het eten was het nog geen tijd om naar de menhirs te gaan kijken, dus zijn we nog eens naar het kerkje van Carnac gaan kijken. Fijne kerk en mooi orgel en mooie glasramen en alles, maar waar ik en gij de flyers met de Boodschap van de Here Jezes en folders van 11.11.11 en zo verwachten, stond het naast de folders voor het internationaal orgelfestival helaas ook vol met allemaal extreemrechtse ultrakatholieke en extreemnationalistische praat.

Hm. Ik had er direkt geen goed gevoel mee bij.

Ik had de megalieten van Carnac alleen nog maar op het internet gezien. In het echt is het indrukwekkender.

Het staat gewoon stampvol van die dingen, in lange rijen naast elkaar, kilometers aan een stuk. Ze staan telkens ruwweg van groot naar klein, in een aantal langgerekte velden, in soms tien of elf rijen naast elkaar.

De kleinere in le Ménec zijn al het zien waard:

…maar dan kregen we een in-persoon-rondleiding door een archeologe in de site van Kermario, en dat is nog iets helemaal anders:

Euh wacht. Dat geeft helemaal geen idee van de schaal. Kijk, hier, foto’s met soms wat mensen op:

Van daar zijn we dan weer naar ons huis gegaan. Eerst dacht we, we gaan langs de kust en dan zien we wel of we iets vinden om te gaan eten. Maar er zijn gelijk niet zo veel kustwegen, en dan hebben we maar een random plaats in het midden tussen Carnac en Brest genomen, daar Tripadvisor op losgelaten om een degelijk visrestaurant te zoeken, en hop! We stonden in Concarneau.

Concarneau zag er een typische stad uit, met niets echt speciaals, zo op het eerste zicht. Het restaurant was in de Vaubanstraat, en ziet! Toen we daar in de buurt kwamen, leek het erop alsof het restaurant zich in een Vaubanvesting bevond:

…en toen stapten we wat verder, en wat bleek? Het was gewoon een tweede stad in die vesting! Een helemaal middeleeuwse, zelfs!

Het restaurant dat Tripadvisor ons aanraadde was een onooglijk klein ding, maar het was inderdaad zeer lekker. We hebben een volledige zeebaars gekozen, met een eenvoudige maar overheerlijke citroensaus. We hebben dat beest vakkundig gefileerd tot en met de wangen (komt die opleiding nog eens van pas) — voor, tijdens en na:

…en dan hebben we daar nog wat rondgelopen, zijn we weer naar huis gereden, hebben we kennis gemaakt eerst met de Zoon Des Huizes en dan met de Heer Des Huizes, hebben we nog wat op ons plankier gezeten met de twee katten, en zijn we in onze nest gekropen.

Morgen Brest.

(Dit is één van de katten, trouwens:

Één reactie op “Vakantie! (2) – Carnac & Concarneau”

  1. Mooi verslag, lijkt me beetje reizen zoals de Columbus van Wim Lybaert, geniet ervan!

Reacties zijn gesloten.