Gelezen: Rogues

RoguesAls Gurm niet verder schrijft aan A Song of Ice and Fire, dan doet hij de laatste tijd vooral anthologieën met Gardner Dozois, heb ik de indruk.

En dan nog wel anthologieën zoals ik ze graag heb: cross-genre, met vanalles en nog wat nieuws erin, en met altijd wel minstens de hoop op een aantal goeie dingen: Dangerous Women heb ik onlangs gelezen, Old Mars en Songs of the Dying Earth staan al op mijn Kindle, en ik dénk dat de volgende die ik koop Warriors zal zijn.

Cross-genre anthologieën, da’s altijd een zak vol verrassingen: het kan even goed science fiction als fantasy als detective als wat dan ook zijn.

Het begint, vind ik, uitstekend, met Joe Abercrombie’s Tough Times All Over, over een pakje dat van eigenaar naar “eigenaar” naar “eigenaar” gaat, via diefstal, afpersing, verkoop en allerlei. Onderhoudend, op een “ik wou eigenlijk dat dit een veel langer verhaal was”-manier.

En dan gaat het op en af. Ik ben ondertussen al een paar boeken verder als ik dit schrijf, en het is me niet allemaal even hard bijgebleven. A Year and a Day in Old Theradane (Scott Lynch) wel: iets met hoe een hele straat gestolen moet raken, en hoe daar allemaal verschillende manieren voor gezocht worden tot er uiteindelijk één werkt. How the Marquis Got His Coat Back is Neil Gaiman in wat mindere doen, in de wereld van Neverwhere.

The Lightning Tree (Patrick Rothfuss) is een fijn stukje over Bast, uit de Kingkiller Chronicles. Now Showing is een redelijk silly SF-achtig verhaaltje van Connie Willis over cinema-multiplexen, dat leest alsof het geschreven is door iemand die in de jaren 1980 is blijven steken wat media en technologie betreft.

En het boek eindigt met een prequel van een prequel, door GRRM zelf: The Rogue Prince is een verhaal dat zich afspeelt net vóór The Princess and the Queen (dat in Dangerous Women stond), en dát was dan weer een jaar of honderd voor de gbeurtenissen in Game of Thrones. Ik zeg “een verhaal”, het is eigenlijk een pastiche van de neerslag van een geschiedenis zoals die door een maester zou kunnen genoteerd geweest zijn. Redelijk droog en academisch, dus.

Geen essential reading, dat laatste. En eigenlijk, als ik er zo over nadenk, geldt dat voor heel het boek.

[van op Boeggn]