“Kan het zijn dat er geen bus was om twee na acht?”
“Nee meneer, dat is niet mogelijk.”
“Want tussen vijf voor acht en halfnegen heb ik aan de bushalte gestaan en ik heb geen bus zien voorbijkomen.”
“Ah, hij kan een minuutje vroeger geweest zijn hé meneer.”
Zucht. Enfin, al met al ben ik toch nog op tijd…
maar in ‘t vervolg ga ik toch de bus van 7u30 pakken.