Genealogie is wijs. Om veel redenen, maar voor mij waarschijnlijk het meest om de Gestalt die naar voor komt uit tientallen of honderden individuele feiten.
Pak nu mijn Gilliet-voorouders (de moeder van de vader van mijn vader, en van daar af naar boven en weer naar beneden). Ik heb er op dit ogenblik 185 zitten, en dat gaat alleen maar toenemen. In een grafiekje ziet het er zo uit:
In het blauw mijn familie, in het groen vier grotere takken, donkergrijs groepjes van twee tot vier Gilliets en lichtgrijs losse Gilliets.
En de groeiende Gestalt? Pak nu Philippus Gilliet, de verste Gilliet die zeker een voorouder is van mij. Zijn vrouw wordt bij haar overlijden beschreven als “bouchère”, slagersvrouw. Zijn zonen Benoît en Hubert zijn ook allebei slager (afwisselend boucher, tripier, charcutier, …).
Daarnaast is er een hele stapel afstammelingen van Carolus Gilliet en Anna Maria Giseler, bijna allemaal wevers.
En dan is er Benedictus Gilliet, met vijf kinderen maar verder nergens mee verbonden, die is tot 1846 wever, en daarna beenhouwer. Toeval?
Of neem Basilius Franciscus Gilliet, een afstammeling van die slagersfamilie, die steendrukker is in het midden van 19de eeuw. Een van zijn zoons is ook steendrukker, een andere is graveerder.
Daarnaast is er Petrus Franciscus Gilliet, negen kinderen maar verder nergens mee verbonden, die is in de loop van zijn leven boekdrukker en/of boekhandelaar. Joannes Gillet, nergens mee verbonden, is “boekverkoper” in identiek dezelfde periode. Philippus Franciscus Gilliet is katoendrukker. Jean Joseph Gilliet, ouder, zus en drie kinderen gekend, maar verder geen links, is in de loop van zijn leven boekdrukker, boekverkoper en boekbinder. En Jean Gilliet, zonder enige link, is eerst wever en dan boekverkoper.
Toch ook allemaal geen toeval?
…dat wil dus zeggen dat het meer dan waarschijnlijk is dat ik al die Gilliets ga kunnen met elkaar verbinden.
En dat is wat het zo enorm wijs maakt.