Ik had vorige week op een kleine drie uur een negentigtal akten gefotografeerd, en daar ben ik nu al dagen aan het aan ontcijferen.
Het vervelende is dat het vol staat van Joannesen en Judocusen en Franciscussen Gilliet, die alsnog met de beste wil van de wereld niet van elkaar te onderscheiden zijn. En het vervelende is ook dat de akten uit de jaren 1690-1720 vaak heel erg vaag zijn, en soms heel erg onleesbaar.
Het goeie nieuws is dat ik het altijd maar eenvoudiger begin te vinden om die akten te lezen. Pak deze:
Op het eerste gezicht is dat om de moed bij te verliezen, maar bij nader inzien is het eigenlijk absoluut niet ingewikkeld (op de achternaam van de laatste getuige na):
Anno Dmi 1709 die 3ma Aprilis baptisavi Carolum filium Joannis Gilliet et Livinae Boveijn conjugum natum heridi circa septimam vesperi, suscept Carolus Gillet et Antonia … ita est
oftewel
In het jaar onzes Heren 1709 op de derde dag van april doopte ik Carolus, zoon van Joannes Gilliet en Livina Boveijn, echtgenoten, geboren gisteren rond zeven uur ‘s avonds, doopgetuigen: Carolus Gillet en Antonia … Zo is het.
Dat de e een krulletje naar boven is, en de h lijkt op een y, en dat een 8 een soort omgekeerde platte S is, en de p soms op een 7 lijkt, en al die dingen.
Riveting stuff.
Al is alles relatief natuurlijk 🙂