Ze zijn mooi, ze zijn knap, ze zijn wauw

– Ha, kaboutermeisken, kom maar ekeer mee… ge moogt u tons op mijnen paddestoel zetten, kijkt maar eens.

– O wat aardige paddestoel is dat, kabouter Plop!

– Jaja, dat hebde verzeker nog nooit gezien hé?

– Maar kabouter Plop! ’t Heeft zo ne rooien hoed!

– Dat zal wel zijn! En kijkt ekeer wat schone lange stengel… pakt hem maar nekeer vast!

– Ho! Kabouter Plop! Mijne mens!!

2 reacties op “Ze zijn mooi, ze zijn knap, ze zijn wauw”

Reacties zijn gesloten.