Zoals wel vaker gebeurt, is The Guardian al een paar dagen Serieus Goed Bezig.
Hier kan De Standaard (en bij uitbreiding elke krant in ons land en ver daarbuiten) nog wel eens een zwaar voorbeeld aan nemen. Comment is free, een collaboratief weblog met om te beginnen alle columnisten van The Guardian, en daar nog eens bij
a host of outside contributors – politicians, academics, writers, scientists, activists and of course existing bloggers
Dat alles in een echt weblog, met echt commentaar en RSS[1], en een echt goeie site, en alles erop en eraan. En ook een hoofdredacteur.
Georgina Henry geeft een stand van zaken na één week:
Many of the conventions ingrained by 16 years as an editor on the print version of the Guardian have been turned on their head.
Zij komt van een wereld waar elke centimeter kolom moet gerechtvaardigd zijn: alleen het best geschrevene, het meest nuttige, het meest interessante komt in de krant. Hier kan alles gepubliceerd worden: in de eerste paar dagen hadden ze meer dan tweehonderd entries van de hand van meer dan honderd auteurs.
En alles verschijnt ook direct, zonder te wachten op een “print cycle”:
The immediacy and speed of the blog was one shock: it so happened that the day we launched was a day of high drama in Jericho. Our first bloggers were on within the first hour of the news breaking and we had five pieces of comment on events there before the paper’s comment pages went to press that night.
…en dààr hebben ze ook al meteen hun eerste ingreep gedaan. Bleek dat de eerste entries over de gebeurtenissen in Jericho unaniem Israel veroordeelden:
On this occasion we intervened with the randomness of the blog by commissioning other views and linking to pieces from within Israel.
Ja, ze hadden een paar uur of een dag kunnen wachten op een meer uitgebalanceerd beeld, ze hadden zelfregulatie kunnen laten spelen of de lezers via comments het beeld kunnen laten objectiveren, maar dat hebben ze niet gedaan.
Ik vind dat een goeie zaak. update: Martin vindt dat niet—al vraag ik me af wat hij zou gezegd hebben in het omgekeerde geval, mochten de eerste entries van rabiaat rechtse pro-Israeli-mannen geweest zijn.
Vreemd genoeg heb ik de indruk dat Georgina Henry zichzelf zo’n beetje pre-emptief zit te verdedigen:
The randomness, that sense of never quite knowing who’s going to post when and what, is both the joy of the new site and slightly scary. It’s the lack of control you feel you have at times – and control, I realise, is the one of the hardest things for editors to cede.
Alsof ze zich moet verontschuldigen voor het uitoefenen van die controle. Een minuscule website als Gentblogt heeft niet de resources om iets anders dan zelfregulatie te laten spelen, maar als The Guardian honderden goede en gemotiveerde schrijvers heeft, dan mogen ze niet bang zijn om redactie te doen. Het is ook niet omdat ze tweehonderd artikels ontvangen, dat ze die allemaal gelijk moeten behandelen.
Radikale democratie schaalt niet goed. Een weblog waar maximaal een paar tiental commentaren per entry komen, pakweg Gentblogt, mag en kan en moet alles laten staan zoals het ontvangen wordt. Daar kan men nog geloven in het zelfcorrigerend aspect van een kleine community, en enkel in extreme gevallen eens manueel ingrijpen. Weblogs waar door de band tot duizenden commentaren komen, pakweg Slashdot, kunnen op een vergevorde vorm van radicale democratie steunen: een moderatiemechanisme in combinatie met goeie software.
Alles daartussen heeft menselijke handen nodig[2], en eigenlijk zijn comments of entries in deze mutatis mutandis hetzelfde. Mijn goeie maat Graham “Stet” Sleight, no mean editor himself, zegt daarover in een reactie op Georgina Henry:
The internet hands are wrong. The thing that makes the difference between randomly reading blogger sites and the Guardian’s comment pages is all in the editing.
Selection, adjudication, control: It’s these that make the contrast between reading the wires and reading the finished newspaper. The editor says “these are the stories that are most important, and this is what our sort of people are interested in” and the readers respond.
As the internet makes content generation exponentially easier, good editing is all that stands between readers and the overpowering howl of tortuous writing outside. By all means take a deep breath and publish something controversial, but never be afraid to sharpen the spike for the boring or the badly written. Send it back to the writers: you’ll improve them, you’ll improve the site. Quality, not volume.
Overschot van gelijk. Een interessante positie, waarin The Guardian zich bevindt—de kans om een nieuw soort medium uit te vinden.
Het zou fijn zijn mochten we in Vlaanderen de kwaliteit (en de ballen) hebben om het experiment ook aan te gaan.
1. Alleen spijtig dat de RSS geen full entries heeft.
2. Menselijke handen zijn natuurlijk enkel nodig als men wilt dat de entries of de comments een min of meer coherent beeld vormen. Voor stapels ongeordende entries zoals op fark.com of honderden ongeordende comments zoals bij littlegreenfootballs of dailykos is geen ingrijpen gevraagd of van toepassing.
Reacties
Eén reactie op “Done right?”
🙂
Ik had nog deze twee leuke over de rol van de redacteur:
http://www.roughtype.com/archives/2006/03/the_editor_and.php (Nicholas Carr, beroepsscepticus en ballonnendoorprikker)
http://www.denieuwereporter.nl/wp-content/DNR_podcast_Ben_Hammersley.mp3 (mp3 interview met Ben Hammersley – die trouwens de weblogs van The Guardian gebouwd heeft: http://en.wikipedia.org/wiki/Ben_Hammersley)