Louis en Jan zijn met Sandra naar de tandarts (Louis heeft een gat in een tand, Jan wou ab-so-luut mee), ik heb Anna juist in bed gestoken, en Zelie zat nog wat naar een film te kijken.
En toen ging de deurbel: Karel, van verder in de straat. Of Zelie mag buiten komen spelen.
Mijn broer en ik zijn opgegroeid in wat toen een nieuwe verkaveling was, helemaal op de rand van Sint-Denijs-Westrem, eigenlijk op kilometers van andere kinderen. Ik wou dat wij als wij zo oud waren, wij ook kindjes in de straat hadden gehad om mee te spelen, en ik kon het dan ook niet over mijn hart krijgen om nee te zeggen.
Zelie is dus gaan spelen met Karel. Karel heeft aangebeld bij Esthée, die buiten mag komen als ze gegeten heeft, en Zelie is nu op weg naar Spencer, die “ook wel zal mogen”—dixit K.
Ze wonen allemaal op ons woonerf, of in de straat links en rechts ervan. Zo wijs maat: de stad rules.
Reacties
4 reacties op “Ach wat, ‘t is weekend”
Uhuh. We hebben de onze ook nauwelijks binnen gezien vorig weekend. Skeeleren, lopen, roepen, spelen, snoepjes delen… leuk.
Ha, als we dan toch het cliché niet schuwen, ‘t is schoon, een jeugd in een straat met kinderen en skeelers en warme zomeravonden.
[…] Mag ze komen spelen? Dit deed me aan iets denken. Toen mijn ouders aan het bouwen waren liep ik regelmatig rond op de werf, een kleuter van vijf ofzo. De eerste keer dat ik uit het venster van mijn slaapkamer keek, zagen we, want mijn grootmoeder was er bij, een jongetje met grote botten aan en sneeuwwit haar. Hij zwaaide en vroeg of ik mocht gaan spelen. Hij had ook nog een zus van mijn leeftijd, ook al met wit haar. We werden een onafscheidelijk trio, later kwamen daar nog een buurmeisje en een buurjongen bij. Mijn ouders hadden een relatief nieuwe verkaveling uitgekozen en de velden werden onze speelruimte: kampen en vallen voor de anderen. A ja… Op de duur waren er teveel huizen en soms moesten we ook wel in de buurt blijven, dan hielden we wedstrijdjes. Met een chronometer registreerden we hoe lang het duurde om de toer rond onze huizen te lopen op het nieuw aangelegde pad. Zelf was ik niet zo sportief maar als ik dreigde van het op te geven, dan liep hij wel eens een rondje met me mee. Of hij moedigde me aan door te zeggen dat de laatste ronde toch wel x seconden sneller was dan de vorige. Al gauw liepen we om ons eigen record te verbeteren, zo kon iedereen weer winnen.Labels: nostalgia posted by patricia at 11:15 0 comments […]
[…] Dit deed me aan iets denken. Toen mijn ouders aan het bouwen waren liep ik regelmatig rond op de werf, een kleuter van vijf ofzo. De eerste keer dat ik uit het venster van mijn slaapkamer keek, zagen we, want mijn grootmoeder was er bij, een jongetje met grote botten aan en sneeuwwit haar. Hij zwaaide en vroeg of ik mocht gaan spelen. Hij had ook nog een zus van mijn leeftijd, ook al met wit haar. We werden een onafscheidelijk trio, later kwamen daar nog een buurmeisje en een buurjongen bij. Mijn ouders hadden een relatief nieuwe verkaveling uitgekozen en de velden werden onze speelruimte: kampen en vallen voor de anderen. A ja… Op de duur waren er teveel huizen en soms moesten we ook wel in de buurt blijven, dan hielden we wedstrijdjes. Met een chronometer registreerden we hoe lang het duurde om de toer rond onze huizen te lopen op het nieuw aangelegde pad. Zelf was ik niet zo sportief maar als ik dreigde van het op te geven, dan liep hij wel eens een rondje met me mee. Of hij moedigde me aan door te zeggen dat de laatste ronde toch wel x seconden sneller was dan de vorige. Al gauw liepen we om ons eigen record te verbeteren, zo kon iedereen weer winnen. op het net gezwierd door patricia Geen opmerkingen: om 11:15 Labels: nostalgia […]