Ik stel mij daar dan iets dergelijks bij voor:
– Neeje, Roger, ik kàn dat niet!
– Maar allez, Myriam, hoe is dat nu mogelijk? Ge zijt gedomme 35 jaar!
– Roger, met de beste wil van de wereld, maar het gààt niet. Van mens tot mens geen probleem, maar zet mij voor een micro en ik klap dicht.
– Allez Myriam, ‘t is maar een aankondiging op het perron, ‘t is geen aria zingen in de opera toch?
– Ik weet het, maar ik zit zo in elkaar. De gedachte dat ik tegen een onbekende moet spreken, en ik word rood, ik begin te stotteren, het gààt niet. Telefoons opnemen is al moeilijk genoeg, maar met een micro… en die galm… nee, Roger. Echt niet.
– Euh… en als g’u voorstelt dat ge tegen iemand aan het spreken zijt? Zou het dan lukken? Kent gij niemand die regelmatig aan de Dampoort de trein neemt?
– Wel… ja… mijn man, die neemt hier regelmatig de trein… misschien als ik tegen hém zou spreken…
– Bon. Probeer het dan eens zo: in plaats van iedereen op het perron aan te spreken, spreekt g’alleen tegen… hoe heet hij?
– Steven.
– …tegen Steven. Zullen we morgenochtend eens proberen?
Zo gezegd, zo gedaan. Myriam probeerde de aankondiging énkel voor haar man te doen:
…en dat lukte. Wonderwel.
Myriam bloeide open: dag na dag werd ze assertiever. Ze durfde nu ook al telefoons opnemen thuis. En de deur opendoen voor de postbode. En bestellingen te plaatsen via teleshopping.
Op het werk lukte het ook beter en beter:
– Steven, spoor twee, de aandacht! De IC-trein richting Brugge en Oostende van 8u27 komt zodadelijk aan! Steven, spoor twee, de aandacht! De IC-trein richting Brugge en Oostende rijdt het station binnen!
Twee, misschien drie weken lang, was Myriam perfect gelukkig. Ze bloeide open. Ze legde contacten. Ze dacht er zelfs over een paar collega’s uit te nodigen voor een etentje—niets groots, wat sangria en hapjes, en dan een gourmet misschien…
…maar het mocht niet duren.
Steven voelde zich bedreigd. Zoveel assertiviteit, daar kon hij niet mee om. Hij was getrouwd met Myriam: blozende, verlegen, lieve, onderdanige Myriam.
Niet met assertieve Myriam, vol-van-zelfvertrouwen-Myriam. Niet met kijk-me-in-de-ogen-Myriam.
Nee, niet met deze vreemde vrouw, die met stentoriaans versterkte stem, dag na dag en trein na trein, perrons vol reizigers aanstuurde.
Steven, perron één, de aandacht! Steven! De aandacht! Steven, woonkamer, de aandacht! De aandacht! De aandacht! Steven! De ààndacht Steven!
Enfin ja. Zoiets stel ik mij daar dan bij voor. En dat het allemaal slecht is afgelopen—misschien heeft Steven Myriam op een avond tijdens een hoogopgelopen ruzie een klap gegeven. En voelde hij zich daarna zó slecht, zó vies van zichzelf en wat hij eigenlijk geworden was, dat hij zich onder een trein geworpen heeft, tussen Waregem en Harelbeke.
Misschien is dat allemaal zeventien jaar geleden gebeurd, en zit Myriam daar nog elke dag in het treinaankondigingshokje van Gent-Dampoort, met dezelfde eindeloos verstelde kousen, en dezelfde ondertussen vaal geworden kleren.
En spreekt ze nog elke dag, vertwijfeld, Steven aan. Vraagt ze zich af waarom het allemaal mis liep.
Steven, de aandacht.
Reacties
8 reacties op “Steven, de aandacht”
en zo rolden er nog eens tranen over mijn wangen van het lachen
Ah. 🙂
Fantastisch. Ik kom niet meer bij.
Dat wordt een klassieker.
Ik moest het een paar keer opnieuw starten, maar dit is echt wel merkwaardig en verdomd grappig.
Deze proza kan ik wel apprecieren btw.
De hilarisch !
Lolz 🙂 schitterend 🙂
Man man man, wat een fantasie 😀
In De Gloria!