Over ruis en signaal

Ik ging iets nijdigs schrijven over een artikel dat vandaag in De Standaard verscheen.

Ik had de dag vóór het interview een kort telefoongesprek met de auteur, en het artikel leest zoals het gesprek aanvoelde: de conclusie was al getrokken, nu nog even stofferen met een paar citaten.

Maar ach. Ik ga niet herhalen wat Pieter al schreef.

Standaardartikel

In zo’n krant moet het allemaal vluchtig, natuurlijk, en omdat het niet lang blijft, steekt het vaak zo nauw niet met de nauwkeurigheid, maar toch…

Gentblogt werd maandag door surfend Vlaanderen verkozen tot de beste blog van het land.

Neen.

Een paar duizend mensen hebben het vakje “Gentblogt” aangekruist in een poll van Clickx magazine. In de categorie “groepsblog” dan nog: in de algemene rangschikking van meest aangekruiste weblogs, staat Gentblogt niet eens in de buurt van de top.

De mensen die kozen zijn nauwelijks “surfend Vlaanderen” te noemen, en het is al helemààl niet zo dat ze de beste groepsblog gekozen hebben. Het was een populariteitspoll, en dan nog. Ik durf niet te wedden wat voor minuskuul percentage van de stemmers de sites al ooit gelezen hadden, laat staan dat ze ze goed genoeg kennen om een waardeoordeel te vellen. Oh, en het ging over Vlaanderen ook natuurlijk, niet België.

Geslaagd, als je openingszin al meteen zo ongeveer van begin tot einde honderd procent verkeerd is.

Het is wellicht een interessante oefening om met een rode balpen door het artikel te gaan en de flagrantste nonsens aan te stippen (dat Gentblogt ooit een “kwajongenssite” zou geweest zijn, leidde tot enige hilariteit bij de—vrouwelijke—stichtende leden, bijvoorbeeld), maar kom.

Alle blogs op één hoop gooien, wat voor nonsens. Hoe kun je nu Zatte Vrienden (Lily Allen tetfloep, Laurence Ferrari Naakt) vergelijken met pakweg Ishku (De Pooowst!), of Sixlog met Pietel.be, of LVB met Gentblogt?

En dat het het hoogste goed is voor Hoefkens als blogs kritisch, onafhankelijk, en met authoriteit ter zake de actualiteit en de politiek verslaan, tja. Het is duidelijk al een tijd geleden dat hij zelf op het internet zat: blogs doen dit namelijk al. Het is niet “onze” schuld als “onze” opinie over pakweg de formatie of de limieten bij Telenet of de sociale zekerheid of het onderwijs of De Post niet in “de gazet” raakt, toch?

Maar er is uiteraard zoveel meer dan enkel de actualiteit en de politiek, en daar zijn blogs óók kritisch en onafhankelijk, en spreken ze met authoriteit ter zake. Of dat nu over scrapbooking gaat of over tuinieren, over boeken, jazz, comedy, of fotografie: er zijn blogs die vér van moeten onderdoen voor wat Hoefkens’ andere spelers in het “medialandschap” wel mogen zijn.

O, en bloggers zijn onbetrouwbaar? Tom Boonen’s nieuw lief, dat stond ook op een weblog, juist? En de datalimieten van Telenet? Een zichzelf respecterend weblog verwijdert geen artikels. Wij zetten een rechtzetting, en hebben de eerlijkheid om onze fouter, warts and all, te laten staan.

Ach. Ik heb geen zin om me teveel op te winden. Al met al staan er wel degelijk juiste dingen in het artikel, en misschien ben ik wat te veel op mijn teen getrapt door de afsluiter van het artikel:

‘Ik vermoed dat de blogosfeer in Vlaanderen binnen tien jaar aanzienlijker sterker zal staan’, voorspelt Vuijlsteke. ‘Je ziet hier en daar al signalen dat het de goede kant opgaat.’ Maar zolang de Vlaamse internauten hun blog blijven beschouwen als een virtueel dagboek, zal de Vlaamse blogosfeer nooit meer zijn dan wat het nu is.

Die eerste zin, dat is eigenlijk omdat ik “uh huh, tuurlijk” heb gezegd na de vraag “en dus vermoed jij dat de blogosfeer in Vlaanderen binnen tien jaar aanzienlijker sterker zal staan?” De tweede zin kan ik misschien gezegd hebben, maar zeker niet in de context waar hij nu geplaatst wordt, want die allerlaatste zin, die heb ik nooit gezegd, daar geloof ik niet in, en ik vind het een fundamenteel verkeerde manier en eigenlijk compleet oneerlijke manier om de dingen te benaderen. En voor mij lijkt het alsof ik er achter sta.

Dit weekend raap ik mijn moed bij elkaar en schrijf ik er iets voor Genblogt over. Ik doe mijn best om iets relevant te schrijven.

(Ja, ik wéét dan ik van een mug een olifant maak. De ene zijn drama queen is de andere zijn media-waakhond. Laten we het erop houden dat dit mijn heilige recht en plicht als waakhond van de media is, en niet mijn aangeboren neiging om over allerlei te neuten.)

32 reacties op “Over ruis en signaal”

  1. Als ik dan toch even advokaat van de duivel mag spelen…

    Het valt me op dat de Belgische blogosphere heel wat kritischer en gevoeliger is in het analyseren van dit artikel dan in zijn eigen verslaggeving van een non-event als de ‘Clickx – site van het jaar’.

    Voor de rest: k*tartikel! :-p

  2. @Wallie: point taken.

    Ik ben het dan ook eens met het stukje waar het gaat over een verkiezing met jury. Daar had ik vorig jaar al voor gepleit. Toen was het honderd procent “populariteit” (niet écht populariteit, natuurlijk, eerder “naamherkenning + werving”), dit jaar zat er al een element nominatie en shortlist door experten.

    Het is een dubbel gevoel: Gentblogt heeft (terecht, denk ik dat niemand zal bestrijden), gewonnen in zijn categorie. Er zijn nog een aantal categorieën met terechte winnaars, maar evenzoveel waar de winnaars en/of volgorde van de toptien com-pleet onrechtvaardig zijn, en van ver noch van dicht een reflectie zijn van de kwaliteit.

  3. Oei, ik zie net welkéén jong bazeke dat is. Waarschijnlijk was niemand geïnteresseerd in dat persbericht en zei de hoofdredacteur:

    Hoefkens! Gij kent toch iets van bloggen hé. Schrijft gij daar dan iets over.

  4. “Maar zolang de Vlaamse internauten hun blog blijven beschouwen als een virtueel dagboek, zal de Vlaamse blogosfeer nooit meer zijn dan wat het nu is”

    Allé man, daar krijg ik het van hé. Een weblog IS een virtueel dagboek! En daar is niks mis mee.

  5. Wat me vooral stoort aan het stuk is dat het nergens tentatief is; hij zegt het allemaal alsof zijn mening en analyse zonder meer waar zijn. Arrogant én dom.

    Kritische vragen stellen mag, graag zelfs, maar dat gebeurt niet in dit stuk. Dit is een slecht onderbouwde mening die als feit wordt gepubliceerd: welkom in onze massamedia.

    Ben ik blij dat ik uit dat wereldje ben.

  6. @Pietel

    Nee.. de hoofdredacteur zei: ” Hoefkens! Op wa trekt da na, stopt er maar mee, kom maar van onder mijnen bureau vandaan … ik zal u zeggen: da artikel? Da hebde aan uw been! “

  7. Ah, de jeugd van tegenwoordig: overal een (gepikte) mening over (of ‘indrukje’ zal in dit geval al wel ruim volstaan) mar niets nagetrokken, niets getoetst. Het merendeel van het blog-gebeuren is géén journalistiek, maar een (af en toe geslaagd) weergeven van subjectieve indrukken. Zodra blogs zich ‘journalistieke’, ietwat objectiverende pretenties aanmeten, zoals bijvoorbeeld bij recensies, werkt het niet meer goed. (Er zijn uitzonderingen, semi-professionele blogs met een duidelijke niche, maar ik zie ze in Vlaanderen niet echt.) Precies omdat je met een ander oog gaat lezen: Op een blog is het prettig om te lezen hoe blij iemand is met een muziekje, van een ‘echte’ recensent of een betaalde journalist verwacht je dat hij genoeg vakkennis en criteria heeft om een geargumenteerde mening te geven over b.v. een film. Deze DS-analysator had blijkbaar geen van beide en blogt eigenlijk in dezelfde stijl die hij anderen aanwrijft… Vreemd volkje daar op DeStandaard.

  8. Het artikel verschilde niet veel van een mening op een blog; het is louter persoonlijk. Het klopt enigszins wel dat weinig Vlaamse blogs hard nieuws brengen als in de VS, maar op ander vlak hoeven we niet onder te doen.

    Bloggers bevinden zich als het ware vaak vlak tussen de gewone mens en de journalistiek. Wij ZIJN de publieke opinie, om het maar even hoogwaardig op te vatten. Wat meer respect voor de bloggers en we kunnen zorgen voor een mooie aanvullende nieuwsfactor, naast onze persoonlijke en leuke ‘dagboekverhalen’.

  9. Door omstandigheden heb ik net iets te lang rondgesurft in het Vlaams blogland. En ik merk toch veel raakpunten: de zinsconstructies (“en al” wordt nogal vaak aangewend om zinnen te beëindigen), bijwijlen hysterisch realisme en een incrowd-mentaliteit (misschien komt dit pejoratiever over dan ik daadwerkelijk bedoel).

    Daarmee bedoel ik (er zijn heus uitzonderingen, daar niet van) dat er weinig tot geen moeite getroost wordt om tot een soort dialoog te komen. Nu besef ik best wel dat een blog een persoonlijk vehikel is – maar ik bemerk toch een “we vs. the world”-gehalte bij momenten. In andere woorden: we are the good guys, the outsiders are the bad guys.

    Zo vind ik vele commentaren ook hier weer in die richting neigen. Is het niet merkwaardig dat een “virtueel dagboek” gehonoreerd dient te worden? Ik bedoel maar: wanneer je het droog analyseert is het een soort emotioneel exhibitionisme. En dien je daarvoor een prijs weg te kapen? (begrijp me niet verkeerd: ik heb het niet hoog op met wat voor prijsuitreiking dan ook. Een prijs wordt meestal ontvangen voor de verkeerde redenen, net zoals het publiek per definitie voor de verkeerde applaudiseert)

    Natuurlijk is de directheid van een blog fantastisch. Maar het is tevens een enorm manco (vind ik). Bij een krant heb je bijvoorbeeld een “recht op antwoord”. Wat vervolgens gelezen wordt door twee mensen – maar dat doet er niet toe, want de mogelijkheid tot een wederwoord bestaat wel degelijk.

    De discussies die ik las op de blogs die ik geruime tijd frequenteerde bleven vaststeken in een “welles/nietes”-steekspel. Replieken besloegen hoogstens vier à vijf zinnen.

    OK – misschien vertrek ik te veel vanuit de krantenoptiek. Maar het is moeilijk te definiëren: wat is nu eigenlijk een blog? Is het nu een medium dat een digitale verbale bypass (de zinsconstructies pogen toch soms een soort spreektaal te genereren, toch?) wil wezen? Of helt het eerder over naar een soort startpodium om literaire aspiraties bot te vieren? Of vervult een blog beide functies (én nog meer)? 🙂

  10. Pingback: freaky.be » Wurst

Reacties zijn gesloten.