Kleine drama’s

Louis was thuisgekomen met een toets metend rekenen waar hij twaalf op vijfentwintig had.

Gebuisd.

Wat nog erger was: ver, vér onder het klasgemiddelde.

Wij dus uitleg vragen. Louis wenend naar boven gekomen met zijn toets. Dat hij niet weet waarom het zo slecht is.

Meer uitleg? Of hij het niet wist, of hij gewoon geen zin had, of hij zomaar iets ingevuld heeft: geen kik. Groot drama: “ik wééét het niet meer”.

De vragen allemaal afgegaan: nu wist hij de antwoorden wél. Waarom dan verkeerd antwoorden op de toets? “Ik wéét het niet.”

En dan bij één van de vragen: “ik heb dat niet geschreven”. Louis zei dat iemand anders een verkeerd antwoord op zijn blad geschreven had.

Hoezo, iemand anders? Heeft iemand op zijn blad geschreven? Hij wéét het niet. Of heeft hij afgekeken van iemand anders, die verkeerde antwoorden had? Nee, dat was het niet.

“Ik schrijf mijn 2 altijd met zo’n streepje, dát hier heb ik niet geschreven,” zegt Louis.

Wij: allez, dat kan toch niet, alle getallen zijn op dezelfde manier geschreven.

…en dan kijken we heel aandachtig naar de naam op de toets.

Er staat “boris”. Dat lijkt heel erg op “louis”, behalve dat Louis zijn naam altijd met een hoofdletter L schrijft.

Zucht.

Louis schaterlachend naar beneden.

Moodswings, anyone?

5 reacties op “Kleine drama’s”

Reacties zijn gesloten.