Ja, ’t was één van die maanden die heel erg luid zoef deden.
Geen tijd gehad om veel te lezen, dus, zelfs al probeer ik zo weinig mogelijk tijd te verliezen, ha! Ik ga alleen de uitgelezen dingen vermelden, anders zijn we nog wel een tijdje bezig: ik ben nog altijd veel te ambitieus met boeken beginnen lezen die ik dan in afleveringen van een paar bladzijden hier, een paar paragrafen daar lees, aan een tempo waar een slak in een veld eierschalen aan voorbijvliegt.
Om te beginnen: de koptelefoon. Ik luister in het gaan en het komen van het werk naar een aantal verschillende series:
- The History of Rome: interessant, boeiend, hilarisch. In september geluisterd naar aflevering 149 tot en met 152, die de periode van 367 tot 375 na Christus coveren. Zeer de moeite waard, serieus waar.
- The Tobolowsky Files, aflevering 50. Het tempo is erg vertraagd ten opzicht van wat het was. En het is meer filosofisch dan wat anders, tegenwoordig. En Stephen T heeft een aantal verhaaltruuks die hij telkens opnieuw gebruikt. Dat allemaal, en het blijft aangeraden. Niet zo onmisbaar fantastisch als de eerste paar tiental afleveringen, maar toch: uitstekend.
- H.P. Podcraft , the H.P. Lovercraft literary podcast. Ik had er al veel goede dingen van gehoord, en hier en daar een aflevering beluisterd, maar ik ben er deze maand systematisch naar beginnen luisteren, vanaf aflevering één. Ik zit ondertussen aan aflevering 36, en ahem, dat wil dus zeggen dat ik op dertig dagen tijd blijkbaar op de één of andere manier een uur of 18 naar Chris Lackey en Chad Fifer en kompanen geluisterd heb. En oh ja: dat ik alle 40 of zo verhalen van Lovecraft waar ze het over hebben gehad tot nog toe (er zijn een paar dubbelafleveringen), ook zelf gelezen heb.
Verder heb ik vooral comics gelezen deze maand, veel comics.
Helen Killer
Andrew Kreisberg (tekst) – Matthew JLD Rice (beeld)
4 nummers (april – juli 2008)
Steampunk! De premisse: Helen Keller (ja, die Helen Keller) krijgt een speciaal soort bril, een omnicle, waardoor ze kan zien. En een soort superheld wordt. Het speelt zich af in de periode van President McKinley, in 1901, met Alexander Graham Bell en Elisha Grey, en ik vond het veelbelovend, maar helaas: te kort om personages van vlees en bloed te maken. Het waren vier nummers, en dat was dat. . Jammer dat het gedaan is, wel. Kreisberg behandelt het gegeven trouwens met verbazend veel respect voor de vrouw Helen Keller.
The Day I Swapped My Dad for Two Goldfish
Neil Gaiman (tekst) – Dave McKean (beeld)
64 blz (2003)
Haja, ’t Is Neil Gaiman hé. En ’t is redelijk goed, ja. Zeer hard aangeraden om voor te lezen, kan ik mij inbeelden.
The Calling – Cthulhu Chronicles
Michael Alan Nelson en Johanna Stokes (tekst) – Christopher Possenti (beeld) – Stephen Downer (kleur)
4 nummers (juli – oktober 2010)
Gho ja. Cthulhu en Big Pharma, dat had ik al een tijdje niet gelezen. Ik lag er niet van overhoop toen ik het net gelezen had, en nu, een paar weken later, kan ik me niet meer inbeelden waar het precies over ging. Da’s dus geen goed teken, denk ik zo.
The Programme
Peter Milligan (tekst) – CP Smith (beeld) – Jonny Rench (kleur)
12 nummers (september 2007 – augustus 2008)
Interessante premisse: wat als de nazi’s supermensen aan het ontwikkelen waren, en dat het ging zoals met de raketten, dat de wetenschappers die ermee bezig waren, naar de Sovjetunie en de VS “emigreerden”, ahem.
En wat als we nu vele jaren na de oorlog waren, en die superhelden relieken letterlijk op sterk water water, of figuurlijk in goelags of gedesillusioneerde ouder wordende mensen? En dat er dan een paar van die superhelden “slechteriken” besluiten te worden in Taliban-achtige landen en zo. Enfin, ’t is allemaal een beetje verward in mijn hoofd — en dat was het op het moment van het lezen ook — maar het is uitstekend getekend, het begint enorm sterk, het ontwikkelt goed, en net als een mens begint te denken, “hola, hier kan het nog interessant worden”, is het gedaan. Fin en queue de poisson, helaas.
Who is Power Girl?
Door een hele reeks mensen, in 1975, 1987 en 2006
Drie verschillende verhalen van waar Power Girl vandaan komt: in 1975 kwam ze van Krypton, en in 1987 bleek dat ze eigenlijk van Atlantis kam, en in de jaren 2000 bleek ze uiteindelijk toch van Krypton te komen. Ik heb nooit echt veel DC gelezen, maar dit deed me wel helemaal goesting krijgen om me in DC te verdiepen. Enfin, toch minstens in Power Girl: de meest recente versie klonk en zag er echt wel leutig uit. En allemaal potentieel voor interessante dingen, gezien dat Power Girl één van de weinigen is die Crisis on Infinite Earth overleefde, en er dan ook nog eens herinneringen aan overgehouden heeft.
Oh ja, en ze doet ook geen pijn aan de ogen — al is het meer haar persoonlijkheid (eerlijk echt waar, serieus echt waar) die het meest aantrekkelijk is:
40 jours dans le désert B, ou La stratégie de la démence
Moebius
72 blz (1999)
Een verslag van 40 dagen in de woestijn. Hallucinant, letterlijk. Platen waar een mens zich in zou kunnen verliezen: meneer Giraud aan de komieke sigaretten. Euh, of aan de komieke paddenstoelen eerder.
What If… The Fantastic Four Were Cosmonauts
Mike Carey (tekst) – Marshall Rogers & Jonathen Glapion (beeld)
24 blz. (februari 2006)
Wat als? In een alternatieve wereld is er een bemande ruimtevlucht under Stalin, in 1951. Er gebeuren aardige dingen, en hopla: een Sovjetversie van de Fantastic Four. Die meteen ingezet worden als een wapen voor de communisten.
Magik (in onze wereld de zus van Colossus), is de KGB-liaison van het team. De andere leden krijgen meer en meer twijfelt bij wat ze doen, maar haar houding is redelijk snel duidelijk: A hammer drives in nails, comrade. It doesn’t wring its hands and wish it was a screwdriver. We are soldiers, and we’ll go where we are sent. Zelfs als dat betekent dat de tegenstand plots ongewapende burgers zijn.
Rudion Richards (de alternatieve versie van Reed Richards, met een Amerikaanse vader die na de eerste wereldoorlog in Rusland was blijven plakken), is ook in de alternatieve versie een idealist: When we gave you our loyalty, we didn’t invite you to take our honor.
Short & sweet, ontroerend, zelfs.
American Vampire
Stephen King (1-5) en Scott Snyder (tekst) – Rafael Albuquerque (beeld)
17 nummers tot nog toe (maart 2010 – nu)
Uitstekend. Vampiers uit de oude wereld meet vampiers uit de nieuwe wereld (die onder meer ook in de zon kunnen rondlopen). Denk Godfather meets Highlander, met alle mogelijke thema’s die in die twee zitten: oude versus nieuwe generatie, eeuwig leven en liefde, tralala. Het verhaal begint in de jaren 1920, en er zit nog erg veel potentieel in. Ik kijk zwaar uit naar vervolgen. Oh, en naar prequels, eigenlijk.
American Vampire: Survival of the Fittest
Scott Snyder (tekst) – Sean Murphy (beeld) – Dave Stewart (kleur)
4 van de 5 nummers gelezen (augustus – november 2011)
(Ja, met die maandnummeringen loopt het soms wat in de soep.) Over de Vassals of the Morning Star (VMS!), de vampierenjagers van de wereld van American Vampire. Vier nummers gelezen, en aaargh ik hoop zo dat er meer komt: Snyder is écht écht goed.
The Prisoner: Shattered Visage
Dean Motter en Mark Askwith (tekst) – Dean Motter (beeld)
208 blz. (1990)
Een vervolg op The Prisoner, twintig jaar na da de laatste aflevering van de serie. Verwarrend, maar dat is par for the course met The Prisoner. Ik heb het moeten herlezen om er meer van te snappen, maar nu wil ik er verder van lezen: er is nog een stapel dat zou kunnen gezegd worden. De stijl is wel iets om aan gewoon te worden: érg jaren 1980.
Irredeemable
Mark Waid (tekst) – Peter Krause en later Diego Barreto en Eduardo Barreto (beeld) – Andrew Dalhouse (kleur)
29 nummers tot nog toe (april 2009 – nu)
Het is een beetje zoals slimme kinderen klassen laten overslaan: ze kunnen het intellectueel misschien wel aan, maar kunnen ze het emotioneel en qua sociale intelligentie wel aan?
Mark Waid’s Plutionian, de machtigste superheld ter wereld (denk Superman meets Watchmen’s Doctor Manhattan), kan de verantwoordelijkheid van het superheld zijn emotioneel niet aan, en wordt een Schlechterik. Moordt heelder steden uit en zo.
Het is zeer goed, daar niet van, maar ik vraag me hard af of ze het gaan kunnen volhouden: het hoofdpersonage wordt een beetje een karikatuur, met al dat absoluut slecht zijn. Het kan nog allemaal goed komen natuurlijk, want uiteindelijk gaat het evenzeer over Plutonian zelf als over hoe zijn ex-teamgenoten ermee omgaan. Oh, en ik lees dat Waid een einde in zijn hoofd heeft voor als nodig zou zijn.
Incorruptible
Mark Waid (tekst) – Marcio Takara en een stapel andere mensen (beeld)
20 nummers tot nog toe (december 2009 – nu)
Het omgekeerde van Irredeemable: wat gebeurt er als een Schlechterik beslist om goed te worden? Max Damage doet precies dat.
Incorruptible is kleiner, persoonlijker, minder karikaturaal, heeft meer humor en meer menselijkheid, in één woord: veel beter dan Irredeemable. Content dat ik het in deze volgorde gelezen heb.
The Green Woman
Peter Straub en Michael Easton (tekst) – John Bolton (beeld)
Verwarrend, warrig, en geen moment griezelig of beklijvend. Euh, neen, dus. Niet mijn ding. (De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik dit in schuifjes van telkens een paar pagina’s gelezen heb, maar toch.)
Power Girl
1-12: Jimmy Palmiotti en Justin Gray (tekst) – Amanda Conner (beeld) – Paul Mounts (kleur)
13 – : Tekst Judd Winick (13–25) en Mathew Sturges (26–27) – Beeld Sami Basri (13–23) en Hendry Prasetya (24–27) – Kleur Sunny Gho (14–20) en Jessica Kholinne (16–27)
27 nummers tot nog toe (juli 2009 – nu)
Yay! Zo’n enorm wijze serie! Het begint compleet over the top camp en grappig, en dan verandert het team en wordt het donkerder en intenser, maar het blijft uitstekend.
Midnight Sun
Ben Towle (tekst en beeld)
139 blz. (2007)
Een schoon verhaaltje, semi-fictief, over de redding van het luchtschip Italia in 1928. Schoon.
Palestine
Joe Sacco (tekst en beeld)
285 blz. (1996)
Sacco gaat (begin de jaren 1990) naar de bezette gebieden en omschrijft wat hij meemaakt. Verschrikkelijk griezelig, zelfs voor een mens die al een beetje geïnformeerd is over de situatie. Brrr.
Reacties
4 reacties op “Gelezen september 2011”
Wo-how! Impressed. 🙂 Ah, dat verhaal van de Italia ken ik. Met Generalissimo Nobile. Jaja, iedereen kon die verwaande Italiaan met zijn maniertjes en zijn schoothondje uitspuwen. Maar niemand kon er iets tegen beginnen. Toch niet voor het ongeval en het schandaal dat dat creëerde. Eentje voor het verlanglijstje dus. Of verwacht ik er nu te veel van?
Het is echt wat ik zei dat het was: een klein verhaaltje. Eenvoudig en sober, zowel van tekening als van verhaal, maar zowel verhaal als tekening zitten wel degelijk in mekaar.
Een trage lezer doet er een half uur over, denk ik, maar het beklijft wel.
Crisis on Infinite Earths was een misdaad tegen de mensheid: een onbegrijpelijk verhaal dat niet deed wat het moest doen, namelijk het oplossen van alle continuity-problemen. Getuige daarvan: Zero Hour, Infinite Crisis, … Uiteindelijk hebben ze het maar opgegeven en alle series herstart van #1.
Ergens zit Allan Moore te schaterlachen.
“Geen tijd gehad om veel te lezen”. Enfin, ik bedoel maar…