Jared Diamond’s laatste in twee regels: “Kunnen we dingen leren van traditionele samenlevingen genre !Kung en Yanomami? Welja, we kunnen daar sommige dingen van leren.”

Diamond heeft tientallen jaren gespendeerd bij verschillende stammen van Nieuw-Guinea, en hij heeft veel gesproken met antropologen en dingen gelezen, en dan heeft hij, niet écht gehinderd door enorm veel kennis van zaken, een boek geschreven dat een mengeling is van persoonlijke herinneringen, notities over het dagelijkse leven zoals hij dat ervaart, en niet meteen wetenschappelijk gefundeerde opinies.

Niet dat ik een nieuwe Guns, Germs and Steel verwachtte, maar het voortdurende over-en-weer-schipperen tussen anecdotes zonder echte historische context over “primitieve” maatschappijen en veralgemeningen zonder echte diepgang over “onze” maatschappij werd redelijk snel redelijk vermoeiend. En saai.

En, net zoals ik mensen die “Micro$oft Windoze” schrijven zeer moeilijk ernstig kan nemen, had ik het ook heel erg moeilijk van zodra hij consistent “WEIRD” begint te gebruiken als acroniem voor “Western, Educated, Industrialized, Rich and Democratic societies”.

Afijn. Hier en daar wat boeiende stukken, maar na meer dan 500 bladzijden vond ik: niet echt de moeite waard. En ook: schrijf in ‘s hemelsnaam een autobiografie, dat zou vele keren boeiender zijn.

[van op Boeggn]