Er is mij altijd gezegd dat in een vraaggespreksituatie het allerbelangrijkste is te luisteren naar wat de andere partij zegt. Dat het dodelijk is om veel te vroeg met een opvolgvraag klaar te zitten.
Bruno Tobback staat (weer eens) in het oog van een (proper door de media geframed) stormpje: vanmorgen heeft hij zicht boos gemaakt op radiojournalist Bert Rymen. Helemaal fout, natuurlijk, en hij had het moeten weten. Interviews zijn voor politici een beetje zoals omgaan met een wilde hond op straat: het maakt niet uit wat je zegt, het is vooral belangrijk dat het schuimbekkend beest de indruk heeft dat je de situatie meester bent en dat je kalm blijft.
In casu is het géén probleem als de politicus naast de kwestie antwoordt, weigert te antwoorden, niet naar de vraag luistert, zijn eigen vragen uitvindt, de meest gore flagrante leugens uitkraamt. En is het wél een probleem als de politicus oprechte emotie toont. Want dan is hij aangeschoten wild, is het “ongehoord”, not done, “je zwakte tonen”, “niet slilm” (sic, De Standaard), dan weten kenners, ik citeer:
Wie dat interview vanmorgen hoorde, denkt niet “Tobback heeft gelijk” maar wel “Tobback zit slecht in zijn vel”.
Bull fucking crap. De enige reden waarom mensen dat denken is omdat de media dat rapporteert.
Terwijl om het even wie die naar méér dan alleen de toon van een gesprek luistert, meteen door heeft wat er aan de hand was, deze ochtend: Bert Rymen was niet aan het luisteren, en had zin om gnuifelend een plagerig vraagje te kunnen stellen.
Wat Tobback redelijk duidelijk zei, was: “De sossen hebben een inhoudelijke vernieuwing gedaan, maar organisatorisch lukt het niet om die vernieuwing aan de mensen diets te maken.” Wie het filmpje van de webcam van de radio ziet, ziet Rymen terwijl Tobback dat zegt smalend opzij kijken (op 7:06). Op 7:17 laat hij Tobback niet uitspreken omdat hij zijn vraag waar hij al tien seconden mee zit wil stellen: “Wat kan dat dan nog zijn, die inhoudelijke vernieuwing?”
PLETS.
Hij vraagt wat die (nieuwe) inhoudelijke vernieuwing nog zou kunnen zijn — terwijl Tobback nét gezégd heeft dat het niét over de inhoudelijke vernieuwing gaat.
Tobback werkt zijn zin verder af, zegt dat die organisatorische en structurele veranderingen tijd vergen — maar Rymen heeft bloed geroken: Tobback heeft niet op zijn vraag geantwoord! Hij zit te draaien van contentement op zijn stoel en te wachten tot er een pauze valt — en op 7:35 is het zover.
Tobback was geëindigd met “dat (die organisatorische vernieuwing) is een verderzetting van het proces waar we vandaag aan bezig zijn”, een andere journalist had kunnen doorvragen over die structurele problemen in communicatie en het aan de man brengen, waar die aan gelegen zijn en wat ze van plan zijn. Maar neen: Rymen heeft nog altijd niet door dat er hier over twee verschillende “vernieuwingen” gesproken worden, één van inhoud die achter de rug is, en één van structuur die bezig is en verder moet gaan.
En hij begint knullig lachend een “gotcha”-vraagje te stellen: “Maar als ik u zo hoor, dan is het een vernieuwing die u al op gang heeft gezet en die u nu verder zet en dus (gniffel) niet echt een vernieuwende vernieuwing is, dat soort (hu hu) rare termen (gnigni) van stal te halen…”
Waarop Tobback hem op 7:45, vind ik, helemaal terecht zegt dat hij met onnozeliteiten bezig is, en het voor de goede verstaander — en deze keer niet onderbroken — nog eens helemaal uitlegt. Waarop Rymen vindt dat het tijd is om het interview af te sluiten.
Tobback is niet mijn grootste kameraad, maar ik vind dat hem onrecht aangedaan werd. De openbare omroep mag gerust eisen dat politici minder wollig en meer duidelijk zijn, maar er moet dan ook een minimum aan begrijpend luisteren zijn.
Reacties
7 reacties op “Journaille en begrijpend luisteren”
Mijns inziens hebben ze allebei boter op het hoofd. De interviewstijl van Rymen is op zijn zachtst gezegd knullig, maar tegelijk ligt dat arrogante toontje van Tobback zonder twijfel mee aan de basis van hun verkiezingsresultaat.
Het één heeft niets met het ander te maken.
Je mag nog de grootste lul aan het interviewen zijn, dan nog (en misschien dan zéker) moet je het correct doen.
Aan de andere kant: het andere heeft wellicht met het één te maken. Proper geframed naar de stembus, weetjewel.
Ik wil maar zeggen dat Tobback hier niet het slachtoffer is. Hij oogst wat hij gezaaid heeft met zijn ronduit slechte communicatie.
Fijn dat ge dat maar wilt zeggen, maar het is noch hier noch daar.
Dat Tobback slecht zou communiceren heeft niéts te maken met het feit dat die interviewer niet luisterde.
Maar wel met het feit dat Tobback alweer tekeerging als een wildeman, wat de echte aanleiding was voor het mediastormpje.
Ik voelde me ontzettend in de steek gelaten door de sp.a tijdens de aanloop naar de verkiezingen en de lullige uitlatingen van de voorzitter van de sp.a in die periode hebben daar zeker aan bijgedragen. Er is destijds nooit, nooit enig weerwoord geweest op de plannen van de NVA om de sociale zekerheid naar de knoppen te helpen, de verworven rechten waarvoor jarenlang gestreden is.
De matte toon, het gebrek aan visie, het afwezige leiderschap die Tobback toen heeft aangehouden heeft veel mensen doen twijfelen. Tobback heeft een verkeerde stategie gebruikt of had misschien zelfs geen strategie. De sp.a heeft door de (on)monde van haar besluitloze voorzitter haar electoraat in de steek gelaten en verraden.
Het is niet meer dan normaal dat deze man niet langer voorzitter hoort te zijn van de partij.
Hier moet ook veel miscommunicatie gebeurd zijn want de sociale zekerheid staat niet ter discussie. Geen enkele partij heeft de bedoeling die naar de knoppen te helpen. Er moet wel gekeken worden hoe we het betaalbaar kunnen houden.