Wat ik dus enorm raar vind, is dat het volkslied van Duitsland zo anemisch is.

Eenheid en gerechtigheid en vrijheid voor het Duitse vaderland! Laat ons daar allemaal broederlijk naar streven, met hart en hand! Eenheid en gerechtigheid en vrijheid zorgen voor geluk; bloei in de weerschijn van dat geluk, bloei, Duits vaderland!

Allez jong, dat is gelijk het clublied van de club voor pacifistische watjes. Serieus, een mens zou denken dat het een beetje strijdvaardiger zou zijn. Nee, dán dat van Frankrijk!

Komaan, kinderen van het vaderland, het uur van de glorie is aangebroken! De bloederige vlag van de tyrannie is tegen ons gehesen — hoort gij in de velden de woeste soldaten brullen? Ze komen tot in uw armen, de keel van uw zonen en uw vrouw oversnijden! Te wapen, burgers! Vorm uw bataljons! Marcheer, marcheer! Dat onze degens akkers onzuiver bloed drinken!

Zó moet dat. Marchons, marchons, qu’un sang impur abreuve nos sillons!



Reacties

3 reacties op “Volksliederen”

  1. Mijn neefje en nichtje groeien op in Frankrijk en konden deze bloederige verzen met kristallen kinderstem zingen. Kippenvel, en om meer dan één reden.
    BTW: “abreuve nos sillons” zou ik eerder vertaald hebben als “dat onzuiver bloed onze voren bewatere”, met “voren” in de betekenis van “parallelle lijnen op een omgeploegde akker” natuurlijk, niet die van “(zichtbare) bilspleet”, die nu couranter schijnt te zijn. Zie ook het minstens even bloeddorstige “Waaslandlied”, dat op het college indertijd vaste kost was (“Jonge geslachten betreden uw voren; staan met de hakke en strijdbijl bereid”)…

    1. Ha, wij zongen dat ook altijd luidkeels in de auto — en ik dacht altijd dat het om de sillons van bajonetten of degens ging, maar inderdaad, voren zijn logischer.

  2. Allez jong, Michel. Ik krijg altijd een Gänsehaut als ik dat hoor. Zeker als je weet wat de tekst is van de eerste strofe, die (na het noodlottige verleden) sinds 1952 geen deel meer uitmaakt van de officiële versie. Ik vind dat geweldig, zo de nadruk leggen op ‘Einigkeit, Recht und Freiheit’ als ‘des Glückes Unterpfand’ voor een natie, zeker na 1989/90. (De Duitse Wikipedia-pagina over de Nationalhymne na 1945 is trouwens fijne lectuur.)