Met vier kinderen is het niet evident om ergens verder dan een uur of twee naartoe te gaan: in het beste geval is dat dan een halve dag in de auto zitten om een paar uur ter plaatse te zijn, en gegarandeerd haasten en doen om op tijd te vertrekken ‘s morgens, en gegarandeerd miserie omdat het ‘s avonds veel te laat wordt.
Tenzij er een overnachting ter plaatse bij zit, natuurlijk, maar zó ver denken wij niet echt: hotels, in mijn hoofd, dat blijft iets duurs om met het werk ergens naartoe te gaan of zo, of zeer soms eens op vakantie te gaan.
Tot de vriendelijke mensen ven Enchanté vroegen of we niet eens zin hadden om een hotel uit te testen van de Accor-keten. We kregen een overnachting in het Novotel Rotterdam Schiedam aangeboden voor ons gezessen, en ‘t zal wel zijn dat we dat zagen zitten — dingen uittesten is wijs!
Even gekeken naar waar het paste, en uiteindelijk zondag op maandag gekozen. Ik wist eerst niet wat gedaan in Rotterdam, maar toen hoorde ik dat Blijdorp daar in de buurt is, en op de website van Blijdorp stond dat ze pallaskatten hadden, en meer dan dat had ik niet nodig om quasi-extatisch te worden.
Zondag was er eerst nog voetbal voor Jan, dus ‘t was middag voor de konden aanzetten — maar dat was dus geen enkel probleem wegens overnachting. Met een usb-stick vol muziek is een uur en drie kwartier uur auto op geen tijd voorbij, en tegen kwart na drie waren we ter plaatse.
Ik weet niet goed waar ik mij aan verwacht had (nee, ik had niet echt de website bekeken), maar ‘t zag er een meer dan degelijk hotel uit: net aan de autostrade maar toch helemaal rustig, kamers zoals een mens ze zou verwachten, met uitstekende bedden, degelijk internet, televisie, kluis, propere en moderne badkamer. Geen foto’s genomen wegens al helemaal uitgepakt en dus helemaal ondersteboven toen ik er aan dacht, maar zo ziet zo’n kamer er uit volgens de website, en da’s niet gelogen:
En als we toch bezig zijn met foto’s van de site… In de zomer wellicht handiger dan in de winter: speeltuin voor de kinderen, en zwembad. Wij zaten net aan het zwembad op het gelijkvloers, en het was dicht wegens winter, maar in de zomer ziet dat er zo uit, als er geen mensen in zitten:
De mensen van het hotel waren bijzonder vriendelijk, zelfs al spraken ze ons allemaal — van balie over kuispersoneel tot zaal personeel — in het Engels aan, en bij het inchecken kregen de kinderen al meteen speelgoed, ook goeie punten.
In de lobby staan grote touch screens waarop de omgeving verkend kan worden, met kaartjes en omschrijvingen en openingsuren en zo, en voor wie zijn eigen computer niet mee heeft, staat er degelijk en recent Apple-materiaal voor gratis gebruik: een gemak.
De twee jongste waren er al half van overtuigd dat dit het was: in een mooie kamer in een groot hotel zitten en TV kijken, ze waren al half op weg om zich helemaal te installeren. Dat was buiten onze (ahem) vakantieplanning gerekend: alle computers en tablets in de kluis (avontuur! spannend! gaan we dat ding nog open krijgen!), terug in de auto, muziek terug aan, en richting centrum Rotterdam.
Ik was al een paar keer in Rotterdam geweest, maar nooit in het centrum. De Markthal was ons aangeraden: Walhalla van het voedsel! Grootste kunstwerk ter wereld! Grootste parking van Nederland!
We kunnen daar redelijk kort over zijn: gutgoeiehemel, wat een kitscherige bedoening. Het gebouw is niet a priori lelijk, vermoed ik, maar urgh, wat een stuitend gebrek aan authenticiteit, daarbinnen. Akkoord, het is nog allemaal zeer nieuw en zo, maar een mengeling van jaarbeurs en kerstmarkt, da’s niet mijn idee van gezelligheid.
Het kan zijn dat ik er naast gekeken heb, maar ik heb tussen al die kramen niet één kaasboer gezien met een degelijke selectie, niet één slagerij die in de verste verte kan tippen aan een gewoon degelijke slager. Ja, kraampjes met poffertjes en met mini-donuts, en toegegeven lekkere frozen yoghurt, en wat kraampjes met gedroogde noten en met olijven en zo, maar (voorlopig wellicht) niet écht een Walhalla.
We hebben wat rondgelopen, ongezonde dingen gekocht links en rechts, een zak vol brol gekocht in de lokale Wah Nam Hong, en uiteindelijk een reuzenkom bijzonder lekkere Phở binnengekapt. Helemaal traditioneel, een kom en de condimenten erbij en dan een resem vissaus en pikante saus en andere:
Jan was zo slim om en stukje van die rode peper te nemen, en ‘t was zó hard koekenbak:
Om 18u gaat het daar dicht op zondag, en zijn we op zoek gegaan naar dingen te doen met de kinderen.
Even terzijde: man wat een akelige stad is Rotterdam. Het is soms dat ik een instant gevoel van “yep, dit is wijs” heb (New York, Straatsburg): dit is de eerste keer dat ik een instant gevoel van “urgh nee” had. Wellicht heb ik de verkeerde kant van Rotterdam gezien (van Markthal en Blaak over stadhuis tot De Doelen, Schouwburgplein om te eindigen op de Lijnbaan, een oord dat nu al gegrift staat in mijn nachtmerries), maar dit is écht écht niet mijn ding. Die hokjes, dat artificiële: ugh, ugh, ugh.
Ernstig serieus, in het donker vond ik iets als dit al onnoemelijk knullig:
…maar dan kwamen we buiten en zagen we dat er nog kubussen aan die toren geplakt waren, en ik zweer dat dit dus in het midden van een stad is, niet ergens verborgen op een industrieterrein:
Ik weet niet hoe het met u zit, maar het is geleden van de KBC-hoofdkwartieren in Brussel en Leuven dat ik zo lichamelijk misselijk werd van architectuur.
MAAR GOED.
We hebben de avond afgesloten met een Burger King (tjaha) omdat er geen film speelde waar we konden naar gaan kijken, en dan zijn we teruggekeerd naar ons hotel. Alwaar de jongste kinderen in één kamer zijn gaan slapen en Zelie bij ons is gebleven, en dat we samen naar de European Music Awards van MTV gekeken hebben (goeie help, we worden oud).
*
* *
Maandagochtend: ontbijt in hotel. Bijna te laat: ik was er wel om 8 uur, maar de kinders en Sandra zijn blijven liggen tot eigenlijk na de deadline van het ontbijt. De mensen van het hotel hebben ze wel nog laten eten, ha, goeie punten. 🙂
En dan zijn we naar Blijdorp getrokken: een fijne zoo, met bijna geen mensen wegens winter. Het begon al goed, met zeeleeuwen die gevoederd werden, en dan ging het verder in het aquarium:
En het zwembad van de ijsberen, war de kinderen een impromptu discoverlichting vonden:
…en toen ging het licht uit bij mij. ‘s Morgens blijkbaar iets verkeerd van fruit gegeten, en een passage langs de tropische hitte van Amazonica later, ben ik migrainegewijs naar de parking afgedropen, waar ik de rest van de dag in de auto doorgebracht heb, kreperend van de pijn.
Um ja, geen happy end, dus.
Maar wel voor herhaling vatbaar, zo een namiddag aanzetten, op hotel gaan slapen en de hele dag erna iets doen. Een blik op de lijst van hotels in Rotterdam (euh, Accor-hotels in Rotterdam, dus) leert mij dat als we het zelf hadden moeten betalen, het ons iets meer dan dertig euro per persoon zou gekost hebben, en da’s eigenlijk nog helemaal doenbaar, vind ik.
Reacties
5 reacties op “Op hotel in Rotterdam”
Altijd een beetje schrikken als je eens buiten België komt en een land bezoekt dat in de 21ste eeuw leeft.
Niet echt. Ik schrok ervan dat het daar nog zó hard 1978 was. En niet op een goede manier. 🙂
Allez nu, zo hard die kubuswoningen afbreken! :p Ik hou niet zo van de Nederlandse architectuur, er werd enorm mee gedweept aan de univ, maar ik heb het er niet echt voor: povere materiaalkeuze, niet echt tijdloos, etc. Maar die kubuswoningen, die heb ik eigenlijk wel altijd leuk gevonden. En je zit er dicht bij, het ontwerp is van 1977.
Deze zomer in Rotterdam geweest. Die kubuswoningen vond ik ook maar niets, maar in het algemeen genomen is het mijn ogen best wel een visueel aantrekkelijke stad.
En een domme vraag misschien, maar waarom zou een stad tijdloos moeten zijn? En wat is dat eigenlijk, tijdloos? Is dat niet gewoon een synoniem voor dood? Ja, nu denk ik aan Brugge. Waar ik nochtans ook graag vertoef.
Jouw indruk van R’dam sluit grotendeels aan bij die van mij. Toen we er rondliepen stelde ik mezelf meermaals de vraag wie hier de stadsplanning deed. En of die planning wel bestaat. Precies of iedere architect krijgt carte blanche. Dat maakt de stad tot een kakofonie van stijlen.