Ik weet niet wat het juist is — de Paasvakantie, dat er zoveel kinderen niet thuis waren, dat er nogal wat collega’s op vakantie waren en/of zijn, dat het weer niet weet wat gedaan, dat er een mobiliteitsplan is doorgevoerd, dat allerlei series afgelopen zijn of net herbeginnen — maar er hangt iets in de lucht.

Persoonlijke veranderingen bij mensen in de familie en daarbuiten, ook. Dat de school bijna gedaan is, en dat Anna naar een andere school gaat wegens eerste humaniora en Zelie naar het buitenland wegens gedaan met school.

Dat iedereen ouder wordt. Dat ik Z & A afzet aan het kliederkladder- en brandweerkamp, en dat ik mij weer een kinderlokker voel, met al die ouders die tien, twintig jaar jonger zijn dan mij.

Dat alles voorbij lijkt, en dat het eigenlijk nog maar moet beginnen. Dat ik het allemaal al gezien heb, maar eigenlijk nog niets gezien. Dat het tijd is dat er vanalles verandert, maar eigenlijk ook juist niet. Dat alles voorbij gaat, maar eigenlijk ook nooit.

J’ai plus de souvenirs que si j’avais mille ans.

Un gros meuble à tiroirs encombré de bilans,
De vers, de billets doux, de procès, de romances,
Avec de lourds cheveux roulés dans des quittances,
Cache moins de secrets que mon triste cerveau.
C’est une pyramide, un immense caveau,
Qui contient plus de morts que la fosse commune.
— Je suis un cimetière abhorré de la lune,

Où comme des remords se traînent de longs vers
Qui s’acharnent toujours sur mes morts les plus chers.
Je suis un vieux boudoir plein de roses fanées,
Où gît tout un fouillis de modes surannées,
Où les pastels plaintifs et les pâles Boucher
Hument le vieux parfum d’un flacon débouché.

Rien n’égale en longueur les boiteuses journées,
Quand sous les lourds flocons des neigeuses années
L’ennui, fruit de la morne incuriosité,
Prend les proportions de l’immortalité.
— Désormais tu n’es plus, ô matière vivante,
Qu’un granit entouré d’une vague épouvante,
Assoupi dans le fond d’un Saharah brumeux,
— Un vieux sphinx ignoré du monde insoucieux,
Oublié sur la carte, et dont l’humeur farouche
Ne chante qu’aux rayons du soleil qui se couche.



Reacties

Eén reactie op “Vreemde dagen”