Zeker geen duizendpoot, maar toch ook geen mens met één been.

’t Is geestig, zo het ene moment twee terdoodveroordeelde kuikentjes showen aan een heel terrein, het andere moment aan een tafel met een handvol mensen een soort toneel met meer mime dan woord doen, het andere moment een tekst schrijven, het andere moment een stukje logverwerking programmeren, het andere moment twintig minuten namen en codes voorlezen om een heel klein buiten te kuisen, het andere moment een heel intiem gesprek met een stuk of tien vijftien kinderen hebben terwijl een heel terrein er op kijkt, het andere moment wat impro doen voor een min of meer groot publiek, het andere moment een Facebookprofiel zoeken om online te knuffelen, het andere moment wat computers troubleshooten, het andere moment kuikentjes verzorgen, het andere moment datavisualisatie te doen, het andere moment lange gesprekken voeren over allerlei tot stukken in de nacht.

Niets écht goed kunnen, dat hoeft blijkbaar geen bezwaar te zijn.

Ik begin het nu al een beetje te missen, en het is geeneens gedaan, Datakamp.