Er zijn oneindig veel parallelle werelden, en we kunnen mensen naar parallelle werelden sturen. Twee proviso’s: de parallelle wereld mag niet té ver van de wereld verwijderd zijn, en de persoon die naar die parallelle wereld gestuurd wordt, mag niet meer leven in de wereld waar hij/zij naartoe gestuurd wordt.
In de praktijk betekent dat dat er 382 werelden bereikbaar zijn, en dat er normaal gezien veel verschillende mensen nodig zijn om naar die werelden te gaan, omdat de meeste mensen die in Aarde-0 leven, ook leven in de andere Aardes.
Ah ja: de wereld waar we het over hebben, is –vermoed ik– ergens in de toekomst, waar de zon dodelijk kan zijn en menden in de steden (of is er maar één stad over? geen idee) onder een bubbel leven. Geen Eloi en Morlocks, maar wel inwonder van Wiley City en Ashtown, de sloppenwijken rond de stad.
Wiley City is een moderne welvaartsstaat, Ashtown is sinds anderhalve generatie een soort fascistische staat met een ‘Keizer’ aan het hoofd, die in elke wereld een min of meer erg schrikbewind voert.
Cara is iemand die in deze wereld aan de betere kant van Ashtown leeft, maar in de overgrote meerderheid van de andere realiteiten in Ashtown leeft, en bijgevolg in het overgrote deel van de realiteiten geen twintig wordt. Zij is dan ook behoorlijk waardevol omdat ze zeer veel werelden kan bezoeken: er zijn op 382 werelden maar 8 waar ze nog leeft.
Dat bezoeken, trouwens, is niet voor wilde nieuwe inzichten of vreemde nieuwe werelden: alleen bijna niet afwijkende werelden zijn bereikbaar, remember? Dus gaat het om maandelijkse redelijk doordeweekse bezoeken, om te kijken of er elders op andere plaatsen grondstoffen ontdekt zijn, of om te zien of die andere wereld net iets beter of slechter is en allerlei KPI’s bij te houden.
Maar dat doet er eigenlijk niet zo heel veel toe: The Space Between Worlds is een zeer intiem verhaal, over Cara en hoe ze omgaat met haar situatie, over nature versus nurture, en over interpersoonlijke relaties over verschillende versies van die personen heen — niet in het minst met de Keizer van Ashtown, waar ze in verschillende realiteiten de concubine van is, en met haar handler Dell, waar ze stekeverliefd op is, maar waar het verschil in klasse (in deze wereld dan toch) onoverbrugbaar is.
Het gaat ook over liefde en klassen en privilege en trauma en mishandeling en misverstanden en liefde.
’t Is een zeer aangeraden boek.