Ik doe er meestal lang over om te beslissen welke boeken ik ga lezen. Ik heb een “te lezen” lijst, en ik kijk wat Librarything en Goodreads mij aanraden, en ik zoek naar lijsten van te lezen boeken op het internet.

Ik was door mijn vorige lijst geraakt, het was laat ’s avonds, ik lag in bed, ik dacht: ik kijk eens wat de Kindle-app op mijn telefoon mij aanraadt. Hij raadt mij meestal boeken aan die ik al gelezen heb, maar hey, er stond deze keer een boek tussen dat ik niet kende: The Last Human. Ik benieuwd, klik op de titel: niets. Klik nog eens op de titel: in de fractie van een seconde dat mijn wijsvinger op de titel duwde, was de pagina ververst en had ik op de “buy now”-knop geduwd.

Ah well. Andy Weir omschrijft het op de cover als “A good old-fashioned space opera in a thoroughly fresh package … stuffed with aliens, adventure, mystery and big ideas” en ’t was maar een paar euro, dus zelfs als het slecht was, was het niet zo erg.

Sarya is de Laatste Mens van in de titel. Ze is liefdevol opgevoed door Shenya the Widow, een schrikwekkend spinachtig wezen met messen voor ledematen (denk Alien Queen). Ze leeft op Watertower Station, samen met honderden andere rassen van aliens. Iedereen in het hele universum is verbonden met The Network, en die “iedereen” is heel veel planeten en soorten wezens — miljoenen en miljarden.

Iedereen heeft een intelligentierating: tier 2 is 12 keer intelligenter dan tier 1, tier 3 twaalf keer intelligenter dan tier 2, enzoverder tot meer dan 6. Wij zouden ergens rond de 2.3 of zo zitten. En behalve burgers met rechten zijn er ook wezens met minder rechten — een wc of een ruimtepak kan intelligent zijn, maar als die intelligentie niet boven een bepaalde grens is, hebben ze minder rechten.

Sarya doet zich voor als een wezen met een zeer lagen intelligentie, want niemand mag weten dat ze een mens is. Er is duizend of zo jaar geleden iets Heel Ergs gebeurd met de mensen: zowat iedereen háát mensen, en is er bang van.

Sarya’s grootste probleem is dat ze zich zo dom moet voordoen dat ze niet overal binnen mag, en dat ze wellicht een zeer slechte job zal moeten doen.

En dan wordt ze herkend als mens door The Observer, een wezen met een niveau vier-intelligentie dat één intelligentie in honderdduizenden of meer lichamen is.

En zit het spel op de wagen.

Het boek start enorm goed: de premisse is interessant, de personages goed uitgewerkt, de relatie tussen Sarya en haar “moeder” schoon, de worldbuilding on point.

Helaas: naar het einde toe verslapt het. Ik zou zó graag gehad hebben dat dit veel langer was en dat we over verschillende boeken het hele universum konden verkennen. ’t s niet zo. Ergens rond 2/3 van het boek zijn de gebeurtenissen van enorm intiem plots zó hard geëscaleerd dat de schaal over eeuwen en triljarden wezens in heel de Melkweg gaat — wat de spanningsboog voor de rest van het boek meteen helemaal naar beneden haalt.

Zeer spijtig. Content van de helft van het boek, spijtig van het verkwanseld potentieel.