Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2020, 540 blz.

Een stuk langer dan de vorige boeken, al voelt dat niet zo aan.

Het vorige boek eindigde in medias res, met een toch wel onverwachte verrassing: voor één keer is er een hoofdpersonage dat niet zonder noemenswaardige problemen door alle mogelijke challenges zeilt.

In dit boek gebeurt hetzelfde met het andere hoofdpersonage, op een andere manier. Eindelijk. Ik weet dat er nog vier boeken na dit boek zijn, dus natuurlijk weten we dat het nooit helemaal slecht zal aflopen. En er is uiteraard ook nog het sciencefictionachtige omslagverhaal, waar we ook nog zullen moeten op uitkomen op het einde — maar binnen dat gegeven, was het toch nog een verrassend boek.

Personages die zowaar groeien, en niet alleen in alsmaar meer gevechtstechnieken en alsmaar hogere niveaus, maar in persoonlijkheid en diepgang: waar gaan we dat schrijven?

Tegen het einde van dit boek zijn de vier die in het vorige boek nog Underlord waren ondertussen Archlord, Overlord maar koningin, Overlord maar ook Sage en Overlord maar ook Herald.

Ja, ‘k weet het.

Maar hey, we zijn ver over de helft. In het volgende boek gaat onze held terug naar zijn geboorteplaats. Waar we ondertussen ook meer van weten: ’t is een soort reservaat, waar een zeer slecht monster begraven ligt, en dat is de reden dat in heel die vallei iedereen minder sterk is dan erbuiten.

Oh, en hoe sterker iemand is buiten de vallei, hoe meer negatief effect het Dampening Field (of wat het ook is) heeft op die persoon. Ik kijk alvast uit naar de confrontatie met zijn familie en clangenoten, die nu allemaal oneindig veel zwakker zijn dan hem.