Gelezen: Crown of Stars (Crown of Stars #7)

Kate Elliott
2006, 624 blz.

Wat had ik gezegd? Dat ik wel dacht dat ik een outline zag van hoe het een happy end kon worden? En dat er ook een GRRM-achtig bittersweet ending zou kunnen inzitten?

Ha, wel, ja dus. Ik ga niet spoilen, maar ‘t was een degelijk einde. ‘t Is één van de twee en misschien wel alletwee. Bijna alle losse einden zijn bevredigend opgelost in de loop van het verhaal, en wat er niet helemaal proper ontrafeld of uitgelegd geraakte, kreeg een fijne ontknoping in een epiloog die een paar decennia na het einde plaatsvindt.

Niet alles is opgelost geraakt, en dat is ook goed. ‘t Moet geen colour by numbers worden ook.

Met het hele verhaal achter de rug was het het waard? Ja. Meer dan waard. Ik begrijp niet goed waarom ik hier nog nooit van gehoord had. Het is qua world building en verhaal en diepgang toch wel ergens daar helemaal bovenaan in wat ik al ooit gelezen heb. Natuurlijk dat er in een boek met een dramatis personae van meer dan twintig bladzijden altijd wel stukken zijn die minder boeien dan andere, maar er is behoorlijk weinig fluff in de zin van “personages A en B moeten nu even ter plaatse trappelen terwijl personages D en F iets doen” — gebeurtenissen voelen nooit aan als *kuch*Wheel of Time*kuch* bladvulling .

Er is magie, die niet helemaal uitgelegd wordt (geen probleem voor mij, het moet niet altijd een volledig sluitend systeem zijn zoals bij Brandon Sanderson) en die draait rondt een soort harmonie van de sferen en de aether en dergelijke. Daarnaast is er ook verfrissend échte religie. In de wereld van Crown of Stars is de dominante godsdienst in Europa een soort Christendom-achtig iets, met een God die twee personen heeft, vrouwelijk en mannelijk, en een soort Messiasachtige figuur waar verschillende interpretaties van zijn, met schisma’s en excommunicaties en bijvoorbeeld een bijzonder realistisch conflict of hij een menselijke dan wel een goddelijke natuur had, en of hij doodgemarteld is ter minofmeer vergeving van de zonden dan wel lijfelijk in de hemel is opgenomen.

En — de Here weze geloofd! — er wordt realistisch omgegaan met afstand en tijd. In de eerste boeken is het nog mogelijk voor sommigen om vaag te communiceren over lange afstanden, maar lang niet iedereen kan dat, en zelfs wie het kon, kan het na een paar boeken niet meer. En dan wordt duidelijk hoe het is om in een wereld zonder noemenswaardige communicatie te leven: het kan absoluut zijn dat een hele reeks personages dingen doet zonder te weten dat de omstandigheden een paar honderd kilometer verder zó veranderd zijn dat al hun acties futiel zijn. Het kan ook dat mensen niet weten wat er een paar kilometer verder gebeurt. En Kate Elliott maakt het de lezer niet gemakkelijk: op een bepaalde manier is alles wat we lezen onbetrouwbaar, omdat de personages niet beter weten.

En ja dus: vele tientallen namen. Niet gemakkelijk.

Wel aangeraden. En zou een fantastische TV-serie maken, ware het niet dat het denk ik onmogelijk zou zijn om die hele fog of war te behouden. We hebben dat helaas moeten ondervinden met Game of Thrones.