De eerste twee CD’s die ik ooit gekocht heb:


  • Tales of Mystery and Imagination, van The Alan Parsons Project. Meesterlijk, van de intro door Orson Welles gesproken tot de laatste bombastische snik van Fall of the House of Usher.
    Ha, ik ken de intro nog van buiten: For my own part, I have never had a thought which I could not set down in words with even more distinctness than that with which I conceived it. There is, however, a class of fancies–of exquisite delicacy–which are not thoughts, and to which as yet I have found it absolutely impossible to adapt to language. These fancies arise in the soul (alas how rarely). Only at epochs of most intense tranquillity, when the bodily and mental health are in perfection, and at those weird points of time, where the confines of the waking world blend with the world of dreams. And so I captured this fancy, where all that we see–or seem–is but a dream within a dream.
  • The King And , van The Residents. Ook fantastisch. Waarschijnlijk de meest toegankelijke Residentsplaat die ze ooit gemaakt hebben, maar daarom niet minder goed. Misschien op uitzondering van het George-gedeelte (Summertime!) op George & James mijn favoriete Residentsplaat. Alhoewel: The Third Reich’n’Roll is moeilijk te overtreffen natuurlijk.

Platen die ik nu nog alle dagen zou kunnen opleggen. Neen meneer, ik ben niet beschaamd over mijn muzieksmaak.