Wat zit achter een goed programma? Goede code misschien, goede ideeën ook misschien, maar vooral: goede mensen.

“There was an old idea,” says Bob Frankston, a hardcore programmer from legendary VisiCalc, “that you should have huge catalogs of code lying around. That was in the ’70s; reusable code was the big thing. But reusing pieces of code is like picking off sentences from other people’s stories and trying to make a magazine article.” It might make your point, but not very well.

Software developers were quick to realize that good programming is about the people, not the code. This sounds sappy, but it’s largely true. When the file-sharing company Scour was sold off to CenterSpan, the new owners got three discrete pieces: the brand, the code, and the customer list. The code, however, never ran again. It just sat on CenterSpan’s servers. CenterSpan CFO Mark Conan says his team simply didn’t need it. But Scour founder Travis Kalanick says CenterSpan lacked the expertise: When the assets of the defunct company changed hands, no Scour engineers signed on with the new owner, and the code base was effectively sealed off for good. “Even if you took a sledgehammer and opened up the jewel box,” says Kalanick, “without the people, the fine intricacies of the program wouldn’t be understood.” [Wired]

Ik heb persoonlijk nog niets gemaakt dat ik niet net na afloop van het maken op de helft tot een derde van de tijd zou kunnen beter hermaken.

En zo gaat het voor alles wat we doen. Of lijkt het alleen maar zo? Als ik iets aan het schrijven ben, proza, geen code dus, en ik raak het kwijt, dan kan raak ik daar meestal zo van gedemotiveerd dat ik er gewoon niet meer aan herbegin.

Noem het het Ellen Feiss-gevoel. Het gevoel dat het de eerste keer zó goed was, dat ik het nooit meer zo mooi geformuleerd ga krijgen als het toen van mijn hoofd via het keyboard naar de tekstverwerker is gevloeid.

Het ergste heb ik het met offertes: als ik aan een offerte bezig ben en de computer durft te crashen (niet dat dat veel gebeurt) (hout vasthouden, deze computer houdt het al 52 dagen, 9 uur en 41 minuten vol, ondanks dagelijks zwaar overgebruik), of als ik door dommigheid een nieuwe versie heb overschreven met een oude, of, wat soms wel gebeurt, als ik zodanig routineus vensters aan het sluiten ben (alt-F4, N, Y) dat ik Word vertel do not save, yes I am sure.

Dan sta  ik daar, met een offerte die at best half af is in plaats van helemaal af, en at worst net begonnen in plaats van helemaal klaar. En dan is mijn (slechte, toegegeven) reactie er vaak één van bugger all this for a lark, I’m off. Ik zal het morgen, of overmorgen, wel opnieuw oppakken.

Maar come to think of it, zoiets heb ik dus bijna nooit met programmeren. Het is mij al overkomen dat ik heelder projecten per ongeluk gedeletet heb (mijn boekending in Delphi ergens in november bijvoorbeeld), en dat is dan eigenlijk meer een opluchting dan wat anders. “Oef, die oude rotzooi is weg, nu kan ik eens serieus beginnen”.

Ik denk dan ook dat die mens in het artikel van Wired gelijk heeft: code, en a fortiori hele programma’s, zijn waardeloos zonder de mensen die erachter zaten.



Reacties

2 reacties op “Vergeet uw broncode”

  1. aha! kennis op doen door je ervaring te bestuderen. Je wint veel uit het eerst eens gewoon te doen in een sandbox en dan sterker aan het echte werk te beginnen. Eerst pre-testjes en probeersels, dan een piloot-project, en dan the full chazam er tegenaan voor de betaversie die je aan de mensen loslaat…

  2. om het met madeline kahn te zeggen: you got it mister