Daarjuist op de bus: twee gastjes van dertien jaar, aan het spijbelen.
De thermometer tegen de lamp houden om koorts te krijgen en dan thuis blijven met “buik- en hoofdpijn” daargelaten, kan ik mij niet herinneren dat ik ooit gespijbeld zou hebben. En al zeker niet dat ik ooit ergens anders dan thuis was als ik niet op school zat.
Maar die twee jongens vanmorgen dus wel. Ze woonden aan de Dampoort, en waren om 8u al in de buurt van Sint-Pietersstation geraakt. En ze waren nog van plan om naar elkaars oude scholen te gaan. En langs de Brusselsesteenweg te gaan lopen en in de Sint-Pietersnieuwstraat, waar er blijkbaar cafés zijn waar geen vragen gesteld worden.
En vannamiddag ging die ene uitgaan en joints smoren. En die andere vroeg of hij mee kon gaan.
Ja, ik zal u dan om veertien uur komen halen en dan gaan we naar mijn huis want mijn maten komen ook, allemaal behalve enen maar er komt er nen anderen in de plaats.
Och neen, dan heb ik geen goesting niemeer. Ik zou dan ook mijn maten kunnen meepakken en al.
G’hebt geen goesting niemeer omdat mijn maten derbij zijn?
Nee, da is ’t nie, maar mijn maten zijn zestien.
Ja maar mijn maten zijn dertien!
Mijn maten zijn zestien, echt waar! Mijn beste maten zijn zestien. En der is t’er enen en da’s ne neger. Ik heb nog op den bus gezeten dat hij vol zat met mijn maten en bijna allemaal negers. En als kik op ’t straat loop, dan lopekik helemaal rond met negers.
Serieus??
Ja. Kundegij liplezen?
Ja, doe maar.
…
“Gij… zijt… ”
Doet da laatste nog nekeer?…
“Gij… zijt… dwaas!”
Nee gij! Wijs! Gij zijt wijs!
Ah ja. Doe nog nekeer?
…
“Gij zijt cool”
Ja, wijs hé.
De jeugd van tegenwoordig, jongens toch.