De kinderen hadden al ongeveer een uur aan het slapen moeten zijn, maar ’t was weer koekenbak boven.
Stilletjes naar boven geslopen, deur opengedaan, en gevraagd wat er aan de hand was. Ze hadden deze keer zelfs niet de decency om te doen alsof ze aan het slapen waren.
Of beter, ik was deze keer zó stil geweest en zij zó luid, dat ze me niet hadden horen komen.
Eerst bij Louis op zijn bed gaan zitten en gevraagd waarom hij nog niet sliep. Zonder verpinken en na nog geen halve seconde nadenken:
Louis: Ik kan nog niet slapen want ik moet nog zo groot worden als Zelie.
Ik: En wat ga je dan doen?
Louis: Ik moet nog wakker zijn want de werkmensen hebben hier geschilderd en ik moet nog veel groeien anders kan ik niet slapen.
Ahem. Naar Zelie gegaan, zelfde vraag: waarom zij nog niet aan het slapen was.
Zelie: Jamaar ik kan nog niet slapen want ik moet eerst nog slapen. En als ik niet slaap dan kan ik niet slapen.
Ik: Zou je dan niet proberen slapen?
Zelie: Nee, want ik moet eerst slapen en anders kan ik niet slapen!
Louis: en de werkmensen hebben hier geschilderd en mumel murmel…
Ik: Hoezo jongen?
Zelie: De wérkmensen hebben hier geschílderd en er is een vuile plék!
Louis: Ja, een vuile plek! Van de werkmensen! Die geschilderd hebben!
Ik: zeg, en als we nu eens allemaal zouden proberen slapen? Hé?
Ze hebben niet echt meer geprotesteerd, en ze lagen al bijna te slapen als ik de deur dichtdeed. Als we heel eerlijk zijn: ze waren eigenlijkal redelijk ver heen. Iets teveel non sequiturs om nog van echt alerte kinderen te kunnen spreken 🙂
Reacties
Eén reactie op “Excuus van de dag”
‘nen werkmeins/werkmeinschen: daarvoor moet’g’in de vloanders zijn, niewoar