Woord van de dag: mactatie

Het doden, in het bijzonder het slachten van een ritueel slachtoffer.

Ik heb nooit anders geweten dan dat wij kippen hadden in de tuin. Mijn grootmoeder kocht ze als tsjiepkes, ze kregen eerst meel, en dan altijd maar grover graan (van bij madame Landsgrave zaliger!), om uiteindelijk aan een graan/mais-mengeling te eindigen. Ah, het gevoel van met twee armen tot aan de oksels in een enorme bak koel kiekeneten te roeren… groots.

De beesten zaten overdag in grote kooien die dag na dag op een nieuw stuk vers gras stonden, ‘s avonds in een grote ren, en ‘s nachts in een ruim kot mer stokken om op te zitten.

Enfin, de kippen hadden wel een fijn leven. Tot het onvermijdelijke moment van de mactatie natuurlijk: met elk jaar dat mijn grootmoeder verouderde, werd het minder om aan te zien, tot zelfs te gruwelijk voor woorden. De nek half door, een bot kapmes, de achterkant van het kapmes, een vort kapblok, een mes onder de tong of net niet, uiteindelijk zelfs met de long rifle vanop afstand, en met een spade in de losse modder… ik bespaar u de details.

4 reacties op “Woord van de dag: mactatie”

  1. Ook: die keer dat Pappie niet goed meer kon mikken en me de .12 in m’n handen stopte.
    Resultaat: 1 haan met een half hoofd en Pappie boos omdat ik dat dood beest niet wou gaan oppakken.
    Tss… onze jeugd…
    Them were the days…

  2. toen ik op een boerderij leefde, waren door ook van die scenario’s. 100-den slachthaantjes moesten eraan geloven. dat was dan het evenenement van de grote vakantie. vooral het feit dat sommige van die beesten zelfs met afgekapt hoofd nog verder liepen. in duizend richtingen. vandaar wellicht de uitspraak : gelijk een kieken zonder kop rondlopen.

Reacties zijn gesloten.