Wat Bruno zegt.

Ik had onlangs een paar zonsopgangen gepost. Eén persoon merkte op dat de kleuren mooi waren, en dat de wolken wonderen deden. Daarop zei HuugPS [Photoshop] doet wonderen, zeg maar…”.

Ik heb mijn tong drie keer moeten ronddraaien vóór ik daar iets op zei, want als ik eerlijk ben, deed dat wel een beetje pijn. Alsof Photoshop gebruiken een schande zou zijn—een boodschap die trouwens hoog gehouden wordt door allerlei analoge fotografen.

Want Photoshop gebruiken is “vals spelen”. Want in Photoshop is alles mogelijk, en is de foto niet meer “echt”. Nee, gaat de redenering, echte fotografen kennen hun materiaal, weten van belichting en lenzen en diafragma en dingen. Echte fotografen hebben al die truken niet nodig.

Dat is, vermoed ik, waar Pietel hier knipogend naar verwijst:

Heel erg mooie foto’s. Knap licht en fijne witbalans. (eindelijk iemand die zijn D70 kan bedienen 🙂 )

…en waar Vincent ronduit niet knipogend hier over spreekt:

Vergeef me, maar ik ben zwaar ontgoocheld in het origineel (de ‘Voor’ foto). Hoe komt het dat je met een (peperdure?) degelijke digitale camera toch nog zo’n slecht resultaat krijgt? Vloog er net een gigantisch vliegtuig over en sloeg dit een akelige schaduw? Of was de eclips net op haar hoogtepunt?

Wel: I call bullshit.

Een goeie digitale fotograaf kent zijn materiaal, en het materiaal eindigt nu eenmaal niet bij het fototoestel. , maar voor mij is het veel eenvoudiger: RAW files zijn het negatief, Photoshop is de donkere kamer.

RAW-foto’s hebben om te beginnen méér kleuren dan om het even wel scherm kan tonen. Klagen over de kleur en het contrast van een RAW-beeld dat naar JPEG omgezet is, is alsof men zou gaan klagen over negatief dat ingescand is: “maar al die kleuren zijn omgekeerd! en zo klein dat dat beeldje is!” RAW-beelden zijn niet voor menselijke consumptie, ze zijn (ruwweg) een neerslag van wat het fototoestel op zijn sensor gekregen heeft. Om het even welke omzetting naar kleuren is een arbitrair gegeven, afhankelijk van welke wiskundige formule je gebruikt.

En ja, daar kan je in Photoshop (of gelijkaardige) dramatisch verschillende resultaten mee tevoorschijn toveren.

En wat dan nog? Zoals Ansel Adams, ongetwijfeld één van de allergrootste landschapsfotografen ooit, placht te zeggen:

The negative is the score, and the print is the performance.

Adams zou denk ik content geweest zijn met RAW en Photoshop: naar het schijnt was hij het laatste derde van zijn leven vooral bezig met het herinterpreteren van negatieven die hij vroeger geschoten had.

…en terwijl ik toch bezig ben: een gelijkaardig vals koketteren mét zie je overal waar in kranten en tijdschriften foto’s full frame afgedrukt worden, met de randen van het negatief er nog bij. Ja, akkoord, het is een hele kunst om meteen de juiste cadrage te vinden, uiteraard wel.

Maar zelfs de beste foto’s kunnen uitsneden zijn, en ook dàt behoort tot het arsenaal van de fotograaf.



Reacties

21 reacties op “De trukendoos”

  1. Word! 🙂

  2. “Met Photoshop is alles mogelijk.” Ja, maar ze moeten niet doen alsof iedere kleuter met Photoshop eender welke debiel getrokken foto kan omvormen tot een meesterwerk. Zonder een goede basis begin je niets. En bovendien is Photoshop niet meteen een programma voor beginners. De meeste ‘professionals’ komen niet verder dan het smakeloos toepassen van wat filters. Ik kan net zo goed waardering opbrengen voor een goede bewerking in Photoshop als voor een mooie foto. Al de rest is dikkenekkerij en goedkoop meelullen om te doen alsof je er iets van kent.

    B.

  3. Ik heb niks tegen photoshop. Zeker niet in de context die jij en Bruno aanhalen. De negatieve bijklank die fotosoep krijgt ligt vooral in het aanpassen van de inhoud. Hét klassieke voorbeeld is natuurlijk het opspuiten van borsten van fotomodellen/actrices/… Of iets genuanceerder: het bijwerken van de realiteit in de reclamewereld. Volgens mij heeft fotosoep daar juist zijn stigma gekregen.

    Ik heb alvast geen problemen met het toepassen van filters om de kleuren bij te werken. Zeker niet als het om RAW gaat. Dat zijn inderdaad slechts negatieven. Voor mij ligt de grens zo’n beetje bij cropping. Alles wat daarna komt vind ik zo’n beetje blasfemie. Zoals bijvoorbeeld het weghalen van een overvliegende boeing uit een landschapsfoto. Als fotograaf had je in eerste instantie gewoon moeten wachten totdat die was overgevlogen. Om maar iets te zeggen.

    Ook in mijn werk word ik met dezelfde problematiek geconfronteerd. Scans van archieffoto’s die nadien worden gefotosoept zijn een no-no. Je zorgt ervoor dat je scanner goed staat ingesteld. Manueel ‘bijwerken’ achteraf doe je niet. Als het origineel later weg is heb je geen waarheidsgetrouwe kopie meer.

  4. @Matthias: “fotosoep”. Da’s zo’n programma dat draait op MicroShaft Winblows zeker? Of was het Micro$oft Windoze?

    Zucht.

    En wat dat overvliegend vliegtuig betreft: da’s nu toch ook nonsens. Kabels die in de weg hangen, een half hoofd, de achterlichten van een auto, vlekken, vogels: allemaal Fair Game voor mij. Als dàt plots heiligschennis zou zijn, dan mag je zowat de meerderheid van alle foto’s door “grote fotografen” weggooien.

    Of deden die geen nabewerking en retoucheren soms?

    Of is het zorgvuldig stagen van alles tot op de laatste millimeter en werken met vijfentwintig lichten en schermen en blazers en watnog dan plots géén blasfemie?

    Tarara, en Le baiser de l’hôtel de ville was ook allemaal spontaan zekeR?

  5. Nogal verbaasd neergeschreven: Ik vroeg me eerlijk en verwonderd af, echt waar, waarom die foto er zo slecht uitzag. Ik had geen waardeoordeel, ik vroeg het me af. Ik heb niks tegen photoshop, hoezee photoshop, ik gebruik het zelf om m’n digitale foto’s te bewerken (niet op het niveau hier besproken evenwel) en voor duizend andere dingen. En ik trek me er echt niks van aan dat iemand anders photoshop gebruikt. Ik heb enkel een digitale camera, heb m’n analoge camera 2 jaar geleden verkocht aan een brave mens. Ik vond het origineel echt flou, donker, flets, tot en met. En dat verwonderde me. Ik dacht letterlijk en luidop: tiens.

    Maar ik vrees dat ik geen expert ben in het intonatie toevoegen aan commentaar. Sorry daarvoor, het was niet de bedoeling wat dan ook in gang te steken. Het antwoord van Bruno over RAW heeft dan weer wel iets bijgeleerd, waarvoor ik de comment in de eerste plaats had toegevoegd.

  6. Misschien was ik niet helemaal volledig in mijn antwoord. Bruno gaf een mooi argument tegen Photoshop: er zijn er maar weinig fotografen die openlijk zullen bekennen dat ze het gebruiken. Als toeschouwer voel je je dan ook al snel ‘in het ootje genomen’ door de fotograaf want je gaat er immers van uit dat de foto ‘naturel’ is.

    Om nog maar eens mijn voorbeeld uit de reclamesector te geven: door foto’s te retoucheren en te poseren als “naturel” creëert de reclamemaker onrealistische verwachtingen bij potentiële klanten.

    Hetzelfde geldt ook voor le baiser. Het is een mooie foto. Alleen dacht men jaren dat het een spontaan moment was. Blijkbaar dus niet. En dat is spijtig want de illusie is opeens weg.

    Als fotograaf heb je dan ook een keuze: ofwel laat je mensen geloven dat je je foto’s zo ‘naturel’ neemt. Creëer je een illusie en zorg je ervoor dat je die in stand kan houden. Ofwel kom je klaar en duidelijk naar buiten dat je retoucheert en dat niets is wat het lijkt.

    Zoals je zelf zei: heel wat grote fotografen retoucheren. Het is alleen een kwestie de ilussie in stand te houden. En ik durf te wedden dat je over flink wat bekende foto’s kan gaan twisten maar nooit zekerheid zal krijgen.

  7. Wat is Kunst ?
    En hoe past fotografie daarin ?

  8. de blik in haar ogen, dat is kunst

  9. “Le baiser”? Ik vrees dat als ik zeg dat ik daar nog nooit van gehoord heb hier met woorden als cultuurbarbaar gaat gesmeten worden. Google hier I come.

  10. Robert Doisneau avec le fameux « Le Baiser de l’hôtel de ville ».

    Trr.

  11. Awel, ik dacht dat die “baiser” een helemaal andere foto was, van een koppeltje uit de jaren 40-50 (hij met hoed, zij mij post-war-jurk) dat staat te kussen voor een monumentaal gebouw. Zwart-wit.
    Niet dus.
    Dan dacht ik dat die foto, die ik me herinnerde, misschien van Cartier-Bresson was, maar als ik hem google vind ik de foto ook niet terug.
    Verdorie.

  12. Hehe, eindelijk thuis, kan ik hier eindelijk eens reageren. (Tales staat op een ban-list bij me op het werk! Ik kan je wél lezen maar dan via http://www.planetgent.be/ – trr..)

    Michel schreef: “RAW files zijn het negatief, Photoshop is de donkere kamer.”
    Als je het zo bekijkt dan slik ik mijn woorden (gedeeltelijk) terug in.
    Anderzijds: schiet alles in RAW – het maakt maakt bijna niets meer uit. Saturatie en contrast, witbalans, eventuele cadrage en/of bijstellen van de horizon kan dan toch allemaal achteraf. Dan stel ik me de vraag of het allemaal wel echt is wat er op de foto staat.
    Ik herinner me fotoshoots waar ik (nadat die gedaan waren) met de fotograaf urenlang over de ‘contactsheets’ gebogen zaten. We waren er langer mee bezig dan de ‘shoot’ zelf. Iedere keer opnieuw had je hetzelfde resultaat: met een ‘goede’ fotograaf konden we 20 % van het materiaal (min of meer) gebruiken. Met een ‘minder’ goede fotograaf, euh – véél minder: dan mocht je al blij zijn als er hooguit 10 % foto’s bruikbaar waren.
    Nu zijn de op eerste zicht ‘mislukte’ foto’s zo te manipuleren dat niemand meer kan beoordelen of de fotograaf zijn vak wel kent.
    Ja, ik weet ook wel: vroeger kon je in de ‘doka’ door middel van je ontwikkeltijden je contrastomvang van de film aanpassen en bij de het afdrukken had je verschillende gradaties papier, zodat je daarmee je contrast van de afdruk kon “manipuleren”. Als het dan nog niet lukte dan ging je doordrukken en/of tegenhouden.
    Maar waar blijft nu het vakmanschap?
    Laten we stellen dat het zich verlegd heeft naar de PS-‘doka.’
    Ik blijf toch met het gevoel dat het een beetje ‘valsspelen’ is.

  13. http://fan.strange-emotions.org/baiser/

    (Je ziet haar ogen niet, toch? -Grapje-)

  14. (Het gaat h’m om die juffrouw ernaast, i know…)

  15. Hier de ‘persoon van de wondere wolken’ nog eens.

    Interessante discussie – ook bij Bruno. Ik ben zelf alleen het oude doka-werk gewoon wegens helemaal nog geen digitale camera in mijn leven… Ik geloof ook dat je RAW-beelden met negatieven kan vergelijken. En negatieven zijn bijlange nog niet het eindpunt van het proces naar foto. Ik denk dat veel mensen niet goed beseffen hoeveel bewerking analoge foto’s in de doka nog kunnen ondergaan. In die zin brengt de digitale fotografie weinig nieuws.

    Ik heb eens op een video gezien dat er mensen zijn die voor hun beroep foto’s afdrukken voor kunstenaars.. Niets anders dan afdrukken maken! Dan staat die kunstfotograaf daar instructies te geven: dat deel een beetje meer zus, en daar een beetje meer zo, en dan mag die mens opnieuw de doka in om een foto van een vierkante meter af te drukken…

    Het is wel zo dat je niet zonder een goed negatief kunt. Als je onderbelicht – zoals Steven in de comments van voor en na (3) – bij Bruno zegt, verlies je informatie uit de werkelijkheid die je met geen mogelijkheid terug kan halen. Een onscherpe opname idem dito. Met een goede ‘opname’ (zij het analoog negatief of RAW) kan je gewoon meer beginnen dan met een slechte. Een mindere digitale opname kan je door nabewerking nog opwaarderen tot een acceptabel beeld, maar dat kan je in de donkere kamer ook.

    Ik zie dus weinig verschillen tussen digitaal en analoog wat betreft de ‘verdienstelijkheid’ van de fotograaf. In beide gevallen zie ik de nabewerking als een normaal gegeven, en een ambacht (kunst?) op zich.

    Dat vals koketteren. Ik weet niet of je het ook zo bedoelt, maar het is mij eens opgevallen op een zwart-witfotokalender dat alle foto’s dezelfde onregelmatigheden hadden in hun negatiefrand – simpelweg errond geplakt. Met Photoshop waarschijnlijk 😉

  16. Ik geef het toe: ik ben gewoon te lui!

    Mijn film doet heel wat werk voor mij en ik spendeer mijn tijd liever aan het fotograferen, dan te fotosoppen.

    Natuurlijk veel respect aan allen die de digitale doka beheersen, maar eerst moet je een foto hebben met iet of wat ‘ziel’ in. Als ik naar fora als BelgDig kijk, dan zie ik heel wat PS gepalaver over inhoudsloze zonsondergangen.

    Als je zowel inhoudelijk kan boeien, een interessante stijl aanwendt, als je materiaal proper kan afwerken… dan ben je gewoon goed.

  17. FotoSjop

    Een boeiend thema. Eerst beginnen commentaar geven, nu toch in een apart postje. Bruno’s foto eens in Photoshop binnen gehaald, histogram bekeken, en wat geprutst. Conclusie: Bruno doet dat goed. Met PS, weliswaar, maar da’s evenveel kennis en kunde e…

  18. een soort video-blog bij. Vermoedelijk om later op de DVD te zetten, maar nu kan je ze gratis volgen op hun site. Wat bv. erg leuk is, is hun fiere uitleg in het volgende filmpje van hoe ze de kleurpalletten van verschillende fragmenten integreren. Opdiverse blogs zitten mensen te discussieren over de vraag of photoshop nu des duivels is. En dan zie je zo iets en besef je dat het toch maar een achterhoede gevecht is. De andere filmpjes heb ik nog niet bekeken. Tijd, tijd, tijd.

  19. […] Een boeiend thema. Eerst beginnen commentaar geven, nu toch in een apart postje. Bruno’s foto eens in Photoshop binnen gehaald, histogram bekeken, en wat geprutst. Conclusie: Bruno doet dat goed. Met PS, weliswaar, maar da’s evenveel kennis en kunde en aanvoelen (zelfs meer!) dan Ine ooit zal willen toegeven. Maar ook dat kan of mag, net zoals de dino’s uit mijn fotoclub blijven emmeren over het feit dat een Z/W inktjetprint nooit de intensiteit van het bariet zal benaderen: natuurlijk hebben ze gelijk. Ik kreeg ooit ook de “Photoshop!” opmerking toen ik deze foto in de club op tafel lei. “Fout! Lensbaby!” was toen mijn repliek, waarop een betoog volgde van een, overigens verder heel vriendelijke, 6×6 Hasselblad enthousiast die als beroep precisiewerkjes freest en optiekjes vervaardigt: als dat hij zo’n Lensbaby tussen soep en patatten inéén kon draaien, en dat ik er toch hopelijk niet teveel voor betaald had. Eerlijk is eerlijk echter – mijn beste foto’s hebben geen PS nodig. Want met de beperkte dynamiek van een CCD – in vergelijking met negatiefjes, zit je er maar beter pal op. En dat is, zeker wanneer er hemel met wolkjes in je beeld zit, geen sinecure. Licht dat je niet (of teveel) op je foto laten vallen hebt, kan je niet fatsoenlijk bij- (of weg-) toveren. Ik denk dan ook dat Michel Ansel verkeerd aan ‘t quoten is: wat niet is, kan niet bijgemaakt worden. Of nog: expose to the right! Puur technisch zat er in Bruno’s plaatje dus iets teveel noise in plaats van signal, en heeft Vincent eigenlijk wel gelijk. Prikkeldraad wegmoffelen met Photoshop daarentegen, dat kan wel. En dat van die keukengeheimen: ik ben sinds een jaar of twee weer heel veel en enthousiast met fotografie bezig. Nu ook als lid van een club, en ook meer en meer in aanraking komend met de wereld der menschen die er om den brode of als “fotograaf” mee bezig zijn. Het zal overal wellicht hetzelfde zijn, maar ik moet toch zeggen dat er redelijk wat dikhoofden in ‘t wereldje rondlopen. En dat die dikhoofden, als ze plots zonder hun profi installatie en deskundig afdruklabo vallen, soms nog weinig voorstellen, en het enige wat ze dan nog kunnen produceren, arty-farty, onscherpe, scheef gekadreerde, maar wel mét negatiefrandjes omringde prentjes zijn. Bah: mijn lieve zoon van 8 kan dat ook met mijn D70. Zo herinner ik me die F3 expo in ‘t Caermersklooster, daar hing een foto gesigneerd Piet Goethals – van een filmster of zo, met groot diafragma, maar scherp gesteld … op het puntje van ‘s mans neus: de ogen waren jammerlijk onscherp en vertoonden dus ook geen één beetje leven. Maar wel een mega-print van 50 op 70 – als het niet nog groter was, zo van “mislukt, maar ik hoop dat jullie het door de vergroting niet meer merken”. Een foto waar, alle FotoSjop nog aan toe, niks meer mee aan te vangen was. Enfin, het zal vooral in iemands koppetje zitten, denk ik dan, of hij zich “fotograaf” dan wel fotograaf voelt. En of hij, dientengevolge, veroorloofd is om met Photoshop te werken. 🙂 […]