Qua trip down memory lane: ik wist tot een jaar of tien geleden eigenlijk helemaal niet dat ik graag voor veel mensen spreek, en dat ik graag van verkoopspraat doe.
Tot ik ooit eens jàren geleden voor het werk naar een farmaceutische multinational een intranet moest gaan (helpen) pitchen.
De briefing, voor zover ik het me herinner, was iets in de zin van “g’hebt een dik kwartier en ze zullen met een man of vier zijn, en gij zijt er om de technische vragen te beantwoorden in ‘t Frans”. Ik was helemaal voorbereid om de website te gaan voorstellen, een presentatietje in Parijs, de Powerpoint klaargemaakt, mockup van een dummy website, verhaal getimed op een minuut of zeven, voor een publiek van Mensen Die Weten Waar Het Over Gaat.
Tot ik er was natuurlijk: het begon met een paar man, en er bleven er maar bij komen. Tot er uiteindelijk een kleine vergaderzaal nokvol zat, misschien veertig man. Een aantal europeanen, maar ook een hele lap mensen uit China en andere Ginderachterlanden. En of het dus niet erg was om het in ‘t Engels te doen.
Euh, nee, uiteraard niet.
En o ja, de projector deed het niet, of het dus zó kon.
Euh, ja, natuurlijk.
En of ik het dan maar alleen zou doen.
Erm, yeah, sure.
Mijn eerste vraag was gelukkig iets als “before I start—are any of you familiar with the world wide web?” …want het antwoord was een vergaderzaal vol blank stares.
Enfin, lang verhaal kort, ik heb ze daar toen op een half uur of zo, met alleen een flipchart en een groene alcoholstift als hulpmiddelen, in zowel Engels als Frans uitgelegd wat het internet was, wat www was, hoe een website werkt (die client-server-diagrammetjes, weetuwel). En dan op nog een kwartietje of zo diets gemaakt wat we voorstelden en waarom het nuttig zou kunnen zijn.
Ze waren achteraf helemaal begeesterd en enthousiast, mijn toenmalige broodheer ook, en ik was er tout chose van dat het mogelijk was om met zo’n beperkte middelen mensen zó te raken.
Het was niet veel later dat ik besefte dat topmanagers, grote bazen en gelijkaardige klant-achtige entiteiten gelijk kleine kinderen zijn: niet moeilijk om enthousiast te krijgen, maar immens moeilijk om een sluitend contract te laten ondertekenen. Maar op dàt moment was het wel een revelatie.
Ik zou het eigenlijk graag nog eens doen. Zo eens naar een potentiële klant gaan met een goed product, en die klant dan over de schreef helpen.
Hélpen, weliswaar. Niet over de schreef duwen of trekken—dat was waar ik in mijn voig werk een hekel aan had: weten dat ik de klanten leugens moest vertellen om ze te doen bestellen.
(Ja, uiteraard kunnen we dat leveren tegen mei. Natuurlijk hebben we programmeurs genoeg. Nee, we hebben dit al ontelbare keren gemaakt. Nee, onze programmeur is niet met een drug-induced psychosis en zogezegde depressie weggelopen, neenee. Echt niet.)