Het is op dit eigenste ogenblik Pets are People op BBC2, over hoe ver mensen gaan als hun huisdier sterft. Crematie, begrafenis, en dergelijke.

Dat deed er mij aan denken—welke beesten hebben wij allemaal gehad thuis? Even proberen, de namen van de huisdieren die we gehad hebben.

Vooral katten, al hebben we ook nog wel een aantal andere beesten-met-naam gehad (Poesie Geit I en Poesie Geit II, toen ik heel erg klein was, en van de vele dozijnen kippen was er ook één—tot zijn puberteit tenminste—tamme haan en één tamme bruine kip waarvan ik de naam vergeten ben, en Ludwig en [naam vergeten] de goudvissen), maar ik kan niet zeggen dat ik er zo enorm veel voeling mee heb gehad.

In tegenstelling tot de katten:

Dayan, een getijgerde grijze poes met veel wit onderaan dacht ik. Genoemd naar de Israëlische generaal Moshe Dayan omdat hij ook maar één oog had—we noemden hem soms amoché Dayan. Heeft uiteindelijk een klauw teveel gekregen in de oogkas waar er geen oog meer in zat, dat is beginnen veretteren, en hij heeft een spuitje moeten krijgen.

Poesie (of Pussy?), een kattin model straatkat, ook grijswit getijgerd meen ik me te herinneren. Die soms wel eens in de zetel zat zoals wij: op haar achterwerk, met haar voorpoten in de lucht en haar twee achterpoten recht voor haar uit. Overreden? Of vergiftigd door een buur? Ik weet het niet meer.

Shadow, een klassieke zwarte poes met witte neus en pootjes. Overreden, moedwillig, als ik het me goed herinner.

Gavroche, een roste kater. Genoemd naar de straatjongen uit Les Misérables “à la vulgarité attachante”.

Ik weet niet meer wat er met Gavroche gebeurd is, en er ontbreken ook een aantal poezen nu, en ik voel me daar eigenlijk niet zo goed bij. Mh.

Betty: zo ongeveer de oudste poes die we bij mijn ouders rondlopen hebben, na al die jaren (16? 17?) nog altijd halfwild. Nu ook doof (wanneer het haar uitkomt), en tandenloos (maar geen erg: ze sabbelt de konijnen wel dood).

Vlad, zoon van Betty. “Vlad” omdat hij vleermuisachtige oren had toen hij klein was. Ik weet ook niet meer hoe hij gestorven is. Was hij het die een gebroken dijbeen had, dat we laten opereren hebben en dat hij uiteindelijk gestorven is omdat er een beensplinter in zijn hart geraakt was?

Piep, mijn eerste “eigen” kat—in de mate dat katten ooit van iemand anders dan zichzelf zijn, natuurlijk. Een roste kattin die ik meegenomen had naar mijn kot. Ze heeft een jaar of acht (denk ik) bij mij/ons geleefd. Na een jaar of zo is ze in de Kunstlaan naar buiten geglipt en pas een paar weken later teruggekomen. Ze is mee verhuisd naar de Voetweg, en dan naar de Sint-Katelijnestraat, waar ze het uiteindelijk door het zolderraam is afgetrapt tijdens de verbouwingswerken.

Hecate

Hecate

Een bijna volledig zwarte poes die we in het asiel gehaald hebben toen Piep twee weken weg was. Ze leeft hier nog altijd, een jaar of elf of twaalf oud denk ik. De laatste paar jaar is ze nogal serieus beginnen verdikken: niet omdat ze te veel eet, maar gewoon omdat ze niets doet hele dagen en nachten. Spijtig dat ze een hekel heeft aan andere katten, de actie zou haar deugd doen.

Cthulhu, een roste kater, die het bij mijn ouders na een paar jaar voor bekeken heeft gehouden. Na een tijdje zowel bij hen als bij de buren gegeten te hebben. De profiteur.

Nyarlathotep, grijswitte getijgerde kater, die gestorven is van iets erg vies aan zijn maag.

Shub-Niggurath, waar ik me niet meer van kan herinneren wat er mee gebeurd is.

Yog-Sothoth

Yog-Sothoth

Floreert nog altijd bij mijn ouders. Met een staart die sinds een paar jaar misschien 2/3 van zijn lengte heeft: het topje was gewond geraakt en ontstoken, en dan heeft de veearts een stuk moeten amputeren.

Eum ja, die laatste paar heb ik van een naam mogen voorzien.

poes



Reacties

12 reacties op “Beesten”

  1. Ha! Dayan! Die helemaal wild was, die we zo tam gekregen hebben dat hij als verwarmingkussen diende, die gromde en naast mij stond als er iemand vreemd binnenkwam! Die de vervelende mens die mij een loer wou draaien prompt gebeten heeft! Iets later, en toen Dayan nog leefde: Belle, een piepklein zwart katje die hem rond haar voorpootje draaide: overreden.Het was zij die alles deed zoals wij; ze was amper een paar weken toen we ze in de haag gevonden hebben en was er van overtuigd ook een mens te zijn.
    Boule, die maar niet uit zijn babyfase geraakte en meezoog met de volgende nest en het uiteindelijk afgetrapt is, na de vijfde daaropvolgende nest, gedegouteerd omdat Poesie het welletjes vond.Gavroche was een verwilderde pikzwarte kater: heeft in een klem gezeten en is thuisgekomen zonder achterpoot: spuitje…Rimbaud-miauwde op een zeer zwierig rythme-: Val-St. Lambert vaas gebroken en weggegaan.Cthuluh: na een afwezigheid van vijf maand terug thuisgekomen alsof hij nooit weggeweest was, dan overreden en naar huis gebracht door de andere katten -dixit veearts- met twee gebroken poten en volledig onderkoeld, niet meer te redden. Shub is weggelopen na een verblijf van een week bij de veearts: ik heb haar jongen met de papfles grootgebracht (5!). En dan waren er nog die twee die door de buurman de poten zijn gebroken, het kan Vlad geweest zijn, en zijn zus, maar daar was er niets meer aan te doen. En Speedy, de overaktieve die door Thotep in bescherming werd genomen en verzorgd. Den duts had vermoedelijk kattenaids.
    En Shadow die als hij niet naar boven mocht, vakkundig de snuifdoosjes op de grond mikte terwijl hij ons strak in de ogen keek, een beetje zoals Jan met zijn glas :-)))En natuurlijk al die poezen die we weggegeven hebben na de mensen grondig te hebben gescreend. Herinner je je dat jongentje dat doodgelukkig was omdat hij “un chat avec un moteur” had gekregen?Het wa Crack, denk ik. Hij hing met zijn zes broertjes en zusjes in de gordijnen en durfde niet naar beneden toen hij de top had bereikt…

  2. De kip heette ook Poesie en was knettergek: ze viel de hond van de buren aan. Ze moest daarenboven geknuffeld worden vooraleer ze ging slapen. Nomen est omen?
    Tiens, nu ik eraan denk: Raïssa, dat parelgrijs getijgerd katje van mijn moeder dat we niet van het asiel kunnen redden hebben…

  3. Amai: meer personages dan in een 19e eeuwse roman. Wel spannend allemaal.

    Ik herinner me nog half dat naar een van die katten in de Kunstlaan als velcro-kat verwezen werd, omdat ze zich aan de (voltapijten) muur vastklauwde als je haar daartegen ‘smeet’.

  4. Dat was Piep. En Hecate ook, toen ze erbij kwam.

  5. Vlad was het broertje van Piep. Hij werd weggegeven aan een vriendin van Sofie en een paar jaar daarna heb ik nog gehoord dat hij het uitstekend maakte. Werd er dus goed en liefdevol verzorgd. Hoe het er nu mee is … ‘t is ook al 13,5 jaar geleden hé 🙂

  6. De volgende zal toch Azatoth heten, mag ik hopen ?

  7. Bwoaaf… Azathoth is inderdaad wel iets, maar ik denk eerder in de richting van Tolstoy of Julien (als het een kater zou zijn). Ook altijd goed, maar er zijn teveel mensen die al die naam gebruiken: Oedipus (…die poes, hebt g’hem? hebt g’hem?). Of gewoon: katjen.

  8. Ik ben een kattenmens. Ik zou zó graag een poesje kopen maar we wonen aan een drukke straat en ik zou geen seconde gerust zijn als dat beestje op pad is. Tijdens de herfst was er een kat uit de buurt die altijd bij ons in de tuin zat, heel schuw en onverzorgd, vel over been. We hebben ze te eten gegeven maar het ging er niet goed mee. Wit neusje, bibberen, zichtbaar krampen in de buik, etc. Ik denk dat ze vergiftigd is, ik zou niet weten door wie maar als ik deze post lees zijn er blijkbaar veel mensen die katten moedwillig kwaad berokkenen. Zucht. Dan was er nog een rosse garfield-kat (platte snuit met vooruitstekende onderkaak, hangwangen en diep liggende ogen, heel raar model, beetje bulldog achtig) met wilde pluchen pels die precies iets had met zijn stembanden, zo’n raar gemiauw dat die voortbracht. Ook al maanden niet meer gezien. Daarom, misschien best gewoon geen kat kopen, kwestie van niet verantwoordelijk te zijn voor het lijden van beesten, etc.

  9. Je kunt een kat ook gewoon binnen houden hé! Dat doen wij ook: wij wonen hier aan een steenweg waar ze (in het beste geval) aan 70km/u voorbijvlammen. Wij hebben twee katten: een ros getijgerde kater en een heilige birmaan.

    Die hebben het hier prima naar hun zin binnen. Ze zijn het ook nooit anders gewoon geweest. Je moet wel wat speelruimte hebben natuurlijk.

    Tegen de zomer gaan we buiten een buitenren maken en ze daarin laten ravotten.

  10. Oedipus? Ben niet mee. Is toch een personage uit de Griekse mythologie? Wat heeft dat nu met katten te maken?

    (Hu-huh, en nu wachten tot er me iemand het gaat uitleggen…)

  11. Héh – mééémories… En trauma’s…

    De tamme haan die we als kuikentje gevonden hebben op de parking van de Meli (ik herinner me dat we het beestje voor we naar binnen gingen in de auto gezet hebben met het raam van de auto open omdat het zo warm was) en die inderdaad uiterst tam was, is jammerlijk de kop afgehakt door Mammie nadat hij niet alleen de hond (een dobermann astemblief!) van de buur aanviel, maar ook eens (met zijn volwassen zes kilo) Pieter aangevlogen heeft.

    Bruin kiekske was Koko die we steeds oppakten omdat ze graag gestreeld werd… Geen miserie hier: vreedzaam heengegaan van ouderdom.

    Qua afzien, trouwens, heeft de doberman van onze buur bij tijden echt wel afgezien: we hebben een poesje gehad die het blijkbaar beu was dat die hond achter haar zat (opgejut door “Pak de beestjes!”) en die resoluut haar tanden zette in het eind van de doberman dat géén tanden heeft, balzakvormig en uiterst gevoelig is. En dan niet meer los liet.

    Het poesje dat gestorven is nadat een botsplinter z’n dijslagader had gescheurd. Iek. Tot mijn grote schaamte weet ik z’n naam niet meer. Hij kwam terug van de veearts en was perfect in orde, wel nog wat groggy. Direct plaats genomen in ‘zijn’ zetel (die lage houten zetel met het gele zitvlak dat soms wegschoof als mensen erin gingen zitten). We moesten die avond met de hele familie ergens naartoe. Toen we terug kwamen lag hij dood op die zetel. We schrijven anno 1985.

    Poesie de poes was de moeder van Betty. Zij was werkelijk onverwoestbaar. Een scheet groot maar onverwoestbaar. Ze leefde op het eind al een tijdje bij de “truuten” van rechtover die me later wisten te melden dat ze de jongen die Poesie intussen nog had gekregen zelf dood gedaan hadden en in de grond stopten omdat “Op onze leeftijd noar Tasiel goan es nie gemakkelijk, hé? En nen dokteur da kost tevele.”. Poesie was op een dag niet meer te bespeuren.

    En zo nog vele meer…

    Henry le hérisson die vlooien en al melk kwam drinken, Caramel (dat was die roste profiteur, btw), Zorro, Bip (Bie-bip),…

  12. Die haan: was dat niet op de parking van het provinciaal domein van Wachtebeke?

    Geheugen is een vuile beeste.