Pollentiek

Trala. Net terug van het stadscongres van de sp.a—er was gratis kinderopvang en dan moeten ze het geen twee keer zeggen natuurlijk.

‘t Was mijn eerste keer, dus ik heb hoegenaamd geen aanknopingspunten. Wat ik ervan onthouden heb…

De mensen

Het publiek was verrassend heterogeen, toch zeker van leeftijd. Ik kan niet inschatten hoeveel “gewone mensen” er zaten, maar ik denk niet erg veel: zo’n congres blijft, vermoed ik, een partij-onderonsje.

Behalve onze drie pagadders, zaten er over de hele dag genomen denk ik nog één klein kindje en twee kindjes van de leeftijd van Zelie in die opvang. Dus ofwel zijn er vele gezinnen die hun kinderen gecaseerd krijgen, ofwel zijn er weinig gezinnen die in gezin naar zo’n evenement komen.

Ik had de indruk dat iedereen iedereen kende. Behalve ik, ik kende alleen de mensen die gisterenavond komen eten zijn. En ik heb ook eens uit de verte naar Lien gezwaaid, natuurlijk.

Het congres

Ik wist van niet beter, maar het kwam wel wat vreemd over dat het een congres genoemd werd, maar dat er in het begin al meteen gezegd werd dat niemand behalve de sprekers aan het woord zou komen en dat er geen interpellaties of amendementen mogelijk waren.

Ik zou dat dan eerder een voorstelling van het programma genoemd hebben, eventueel een voorstelling van het programma met achteraf receptie en informele gedachtenwisseling, maar alla.

Er was een openingsspeech door uitgaande burgemeester Beke, een afsluiting door lijsttrekker Termont, en daartussen hebben schat ik ongeveer de helft van de kandidaten gesproken: hetzij op de sofa geïnterviewd door Jan en Klaas van URGent, hetzij rechtopstaand een stukje gevend bij Chris Michel.

Ik ben daar vrees ik hopeloos naief in, maar ik vond het onnoemelijk spijtig dat, een héél erg zeldzame uitzondering niet te na gesproken, de over–overgrote meerderheid van de interventies akelig zwaar gescripted leken.

Ik vind dat als je een voorbereid stukje hebt, dat je dan niet rond de pot draait en gewoon aan een lessenaar je ding doet. Ofwel moet het dermate goed voorbereid zijn dat het helemaal spontaan lijkt. Maar het kon me soms op de zenuwen werken dat er gewerkt werd met een pseudo-spontane “interview”-formule, terwijl zowel vragen als antwoorden wellicht al lang voor geen van de betrokkenen verrassend waren.

Maar goed, soit. Het is maar een spel hé Walter.

Ik denk dat er in de receptie achteraf wel interessante dingen gezegd zullen zijn, maar ik ben net voor de receptie vertrokken. Niet dat ik er heel erg constructief zou rond hebben gelopen: veel meer dan een stapel keer “volmondig mee eens” en een paar (wellicht domme wegens – nog – nietgenoeg thuis in de materie) vragen zou ik niet geraakt zijn. Als ik al in gesprek zou geraakt zijn met iemand.

Het programma

Bij de driehonderd programmapunten in bij de honderd pagina’s, die (vermoed ik toch) binnenkort alhier zullen te downloaden zijn.

Een aantal dingen waar ik me vragen bij stel (nachtbussen en -trams heel de nacht door: huh?), maar vooral: een hoop dingen naar mijn hart.

[verder later, nu weg naar verjaardagsfeestje van Emil, ha!]

[7 uur later]

Daniël Termont zei het op het einde redelijk duidelijk: het is een programma dat realistisch is—achttien jaar in het beleid, dan weten ze ondertussen wel wat wél en niet realiseerbaar is—maar dat ook gedurfd is.

Gedurfd in de zin van niet evident, pak de belofte om 6000 nieuwe jobs te creëren. Dat hebben ze vorige keer ook beloofd, ze werden toen ook niet geloofd, maar ze maken zich sterk dat het ze opnieuw zal lukken: deze legislatuur zijn er blijkbaar 6700 gecreëerd. Deze keer willen ze zelfs 1000 sociale jobs op de 6000 jobs krijgen, ha.

Ander niet evident voorbeeld: 600 bijkomende kinderopvangplaatsen, ook voor incidentele opvang—voor mensen die een opleiding willen volgen of dergelijke.

Gedurfd ook in de zin van soms idealistisch: een nieuw voetbalstadium, ja, zover waren we ook. Maar géén voetbalstadium à la (sneer!) Jean-Marie Dedecker, met een shopping center errond, nee: in de gemeenschap ingebed, bijvoorbeeld door de spelers van AA Gent elk een wijk te laten adopteren, en dan voor jeugdwerking te zorgen, en bijvoorbeeld voetbalcompetities op wijkniveau. Kijk, ik ben niet aan voetbal, en bij ontstentenis aan het programma op papier heb ik het misschien verkeerd verwoord, maar de gedachte alleen al vind ik zó schoon: een eenvoudig plan, niet meteen moeilijk uit te voeren, en dat zó verstrekkende (positieve) gevolgen zou kunnen hebben… mooi.

Een ander voorbeeldje in die zin: reducties geven aan grootouders die met hun kleinkinderen naar culturele manifestaties gaan. Allez! Hoe simpel is dat niet? En hoe schoon? Nog een fijntje: elke wijk zou een eigen wijkbudget krijgen van een paar duizend euro, dat ze naar eigen goeddunken zullen kunnen uitvoeren. Of nog: in plaats van eindeloze brieven, faxen en mails over en weer als er klachten zijn over een bepaalde situatie, zouden alle betrokkenen verzameld worden voor een wandeling rondom de situatie op het terrein, die dan een week of twee later opgevolgd zou worden.

Gedurfd ook in de zin van whoa! durven ze het echt aan om dit in hun programma te zetten? Zoals het punt over de Waalse Krook. Dany Vandenbossche blikte terug op een voorstel van tien jaar geleden, dat toen neerkwam op een concertzaal, en sprak over een architecturaal waardevol iets (met een wedstrijd), met ontmoetingsruimtes en een mediatheek, en ruimte voor beeldende kunstenaars, en een polyvalente zaal. “Een concertzaal dus eigenlijk,” bouteerde Vandenbossche.

De kandidaten

Hm. Gevaarlijk om ze te beoordelen op een voorbereid stukje op een podium.

Er waren er een aantal die me heel erg meevielen—Karin Temmerman en vooral Daniël Termont zelf bijvoorbeeld, maar ook Lieven Decaluwé (Spirit) kwamen enorm degelijk over. Daarnaast waren er een aantal teleurstellingen bij: onder meer één kandidaat waar ik vorige verkiezingen op gestemd had, maar die als ik me enkel op de performance van vandaag moet baseren, mijn rood bolletje niet meer krijgt.

Ik denk dat ik ze liever in debat zou willen zien. Op tegenspraak, met een kandidaat van een andere ernstige partij, hun eigen visie verdedigend. Ik hoop dat dat nog gebeurt, in ‘t echt of virtueel, en ik kijk er in alle geval zwaar naar uit.

Vandaag kwam ik uiteindelijk maar voor twee mensen uit, en die hebben dan alletwee goed gedaan. Lien sprak een kort stukje over grootouders en een kinderen en deed dat ogenschijnlijk bijzonder rustig en met kennis van zaken. En Daniël Termont, die ik enkel kende van de occasionele toespraak ter occasie van de Gentse Feesten, deed dat met bijzonder veel charisma, met verfrissende down-to-earth-heid, en met wat op mij als een prachtig soort vroeg-twintigste-eeuwse trots in het socialisme overkwam.

*
*     *

Ik denk dat ik maar eens wat meer congressen en bijeenkomsten en debatten ga bijwonen. Van verschillende partijen, overigens.

Dat ik voor de eerste keer in mijn leven eens iemand die ik wegens van iets dichter bij gevolgd, persoonlijk mijn stem kan geven. Eens iets anders dan mijn traditionele stem voor de eerste (allochtone) vrouw op de lijst. 🙂

5 reacties op “Pollentiek”

  1. Ik kende er ook niemand behalve Lien, maar heb toch wat met de pa van Annick Vandewalle zitten babbelen die naast mij zat, een sympathieke meneer… Het congres zelf vond ik eerlijk gezegd OERSAAI, en ik ben het tijdens de pauze dan ook met alle plezier afgetrapt. Ik kan me enorm goed vinden in het programma van de sp.a, maar echt veel ermee bezig zijn, dat is toch niets voor mij, amai…

Reacties zijn gesloten.